In Zuid-Soedan wacht men op vrede: ‘Ik heb alleen God om me te helpen’

Een man nabij een ziekenhuis in Wau, 8 september 2018. © Reuters

In Zuid-Soedan woedt al vijf jaar een burgeroorlog. Knack trok naar Wau, de voormalige handelsstad die nu wordt bewoond door mensen uit alle uithoeken van het land die hun thuis ontvluchtten.

Het is rustig in Wau, de hoofdstad van de voormalige staat Western Bahr el Ghazal, in Zuid-Soedan. We zitten in het regenseizoen en je hoort er enkel druppels water op tinnen daken vallen.

In Wau moeten we het tarmac van de landingsbaan van het kleine vliegveld bedanken. Zonder die landingsbaan zou hier namelijk geen mens komen. De stad Aweil, verder naar het noorden, heeft niet zoveel geluk: de landingsbaan is er overstroomd en niemand vliegt er vandaag heen. Humanitaire organisaties geraken dus niet ter plekke.

In Wau stromen daarentegen elke dag zo’n dertig humanitaire werkers toe.

In Wau stromen daarentegen elke dag zo’n dertig humanitaire werkers toe. De stad telt 150.000 inwoners en is daarmee de derde grootste van het land, na de hoofdstad Juba en Malakal. De grootte van de koffers geeft aan of ze een paar dagen blijven om de collega’s te ondersteunen, of enkele maanden om een humanitair project te beheren. Je ziet er soms ook iemand van de Verenigde Naties rondlopen, met een perfect gestreken hemd, maar mét wandelschoenen: je moet er toch een beetje als een veldwerker uitzien.

Net als de humanitaire werkers zijn de meeste inwoners van Wau niet oorspronkelijk van hier afkomstig. Je vindt er voornamelijk Dinka’s, de etnische meerderheid in Zuid-Soedan. Maar ook Luo wonen hier nu, een volk dat ten oosten van Bahr El Ghazal werd verdreven door de Dinka’s in de negentiende eeuw, maar vijftig jaar later terug naar het westen werd gebracht door de Nuers. Dan zijn er nog de Fertits, al diegenen die niet behoren tot de Nuer, Dinka of Luo. Ze zijn hier al tweehonderd jaar gevestigd en komen oorspronkelijk uit Centraal-Afrika.

‘Wau is heel divers omdat het voor de oorlog een enorm handelscentrum was. Iedereen is hier op een of andere manier terechtgekomen,’ zegt John, 35 jaar en uitbater van een hotel. De man heeft het bij het rechte eind: niet alleen leiden alle wegen naar Wau, maar in sommige gevallen leidt alleen Wau naar andere wegen, naar die van Darfur in Soedan bijvoorbeeld, van Bahr El Ghazal en zelfs van Khartoum, de hoofdstad van Soedan. ‘Tegenwoordig zijn de markten leeg, er is niet veel meer om te eten,’ vervolgt hij, terwijl hij wacht tot één van de schaarse vrachtwagens uit Khartoum hem komt bevoorraden zodat hij aardappelen aan zijn klanten kan aanbieden.

Sinds 2013 woedt er een burgeroorlog in Zuid-Soedan, de jongste staat ter wereld. Na vijftig jaar vechten om erkenning bij de centrale regering in Khartoem, werd Zuid-Soedan in 2011 onafhankelijk, tot vreugde van de internationale gemeenschap. Maar amper twee jaar later veroorzaakte een wederzijdse afkeer tussen Salva Kiir, de huidige Dinka president en Riek Machar, voormalig Nuer vice-president, ongehoord geweld, gevolgd door intense etnische gevechten in het hele land. Het geheel was het resultaat van een meningsverschil over de onderlinge verdeling van de macht, en vooral de opbrengsten die ermee gepaard gaan.

Wau werd de dupe van het conflict toen de Fertits zich bij de strijdkrachten van Riek Machar voegden om een front te vormen tegen de Dinka’s en de SPLA (de regeringstroepen, nvdr.), hun gemeenschappelijke vijanden. Terwijl de stad Wau zich verzette tegen de herhaaldelijke aanvallen van oppositiekrachten, ontplofte de regio, wat een enorme verhuis van tienduizenden mensen veroorzaakte.

Ik haat het om hier te wonen, ik wil gewoon naar huis. Maar alles is vernietigd, er is geen school meer, geen gezondheidscentrum, iedereen is gevlucht…

Een jonge moeder in het vluchtelingenkamp in Wau

In het vluchtelingenkamp in Wau kunnen de 25.000 mensen die er opeengepakt samen moeten leven in de gammele tenten van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) ons meer vertellen. ‘Ik woonde op het grondgebied van de IO (de krachten van Riek Machar, nvdr.), maar ik moest vluchten en naar het kamp komen, omdat de aanvallen te frequent en zo gewelddadig zijn’, zegt een piepjonge moeder van twee, gehuld in modderige en versleten kleren. ‘Ik haat het om hier te wonen, ik wil gewoon naar huis. Maar alles is vernietigd, er is geen school meer, geen gezondheidscentrum, iedereen is gevlucht… Ik heb niets, ik heb alleen God om me te helpen.’ Het kamp is voor velen een laatste redmiddel, ook al is overleven er een uitdaging. In het regenseizoen is de situatie nog erger: alles ligt bedekt onder een laag modder die zelfs binnendringt in de tenten, waardoor kleding en persoonlijke bezittingen in een erbarmelijke staat verkeren.

Maar wat gebeurt er ten zuidwesten van Wau, in de uitgestrekte vlakten in handen van de mannen van Riek Machar? Sinds juni weet niemand dat eigenlijk. De regering heeft de humanitaire toegang die acht maanden op een kier stond toen definitief afgesloten. Afgezien van het ICRC (Internationaal Comité van het Rode Kruis, nvdr.) dat nog op enkele plaatsen welkom is en een missie onder leiding van het Wereldvoedselprogramma, mag geen enkele ngo controleposten passeren die door de regering aan de grenzen van Wau zijn geïnstalleerd. Als gevolg hiervan ontvangen 28.000 mensen geen hulp, en worden ze aan hun lot overgelaten in een gebied zonder toegang tot gezondheidszorg. De bevolking volgt het ritme van de offensieven en vlucht, zonder zich ooit te vestigen, zoals Sisyphus onophoudelijk zijn rotsblok voortduwt. Van onderwijs en landbouw is er uiteraard geen sprake meer. Begin augustus konden sommige mensen, maximaal honderd, het kamp van Wau vervoegen, na dagenlang te wandelen in de wildernis, zonder water of voedsel. De leefomstandigheden zijn er niet optimaal, maar in het kamp hoeven ze ’s nachts tenminste geen geweerschoten te vrezen.

Stopt de oorlog met de vredesakkoorden die begin juli in Khartoem getekend werden, onder de voogdij van Museveni, president van Oegand,a en van Al-Bashir, president van Soedan? De internationale gemeenschap is openlijk sceptisch. Ze ziet de akkoorden als een eenvoudige manier om macht en geld te verdelen, in plaats van stabiliteit te brengen in het land. Riek Machar weigerde al eind augustus de definitieve overeenkomst te ondertekenen en verlengde de deadline voor zijn handtekening tot deze maand. Niemand weet in welke nieuwe impasse het pad naar de vrede vandaag zit. Wat kan de bevolking doen? Overleven en wachten op vrede.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content