Greenpeace: ‘Stop verkoop verbrandingsmotoren in 2028’

Als Europa zijn engagement voor het klimaatakkoord van Parijs wil nakomen, mag er na 2028 geen enkele diesel-, benzine- of conventionele hybridewagen meer verkocht worden.

Dat blijkt uit een onderzoek van het Duitse lucht- en ruimtevaartcentrum DLR, in opdracht van milieuorganisatie Greenpeace.

De landen die het Klimaatakkoord van Parijs ondertekenden, beloofden de uitstoot van broeikasgassen aan banden te leggen zodat de klimaatopwarming beperkt blijft tot 1,5 of 2 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau. Europa zal daar enkel in slagen als de laatste auto’s op fossiele brandstoffen uiterlijk in 2028 van de band rollen, stelt Greenpeace donderdag. Tegen 2035 moet het aantal diesel- en benzinewagens op de weg verminderen met 80 procent.

‘Het einde van de verbrandingsmotor is niet enkel een goede zaak voor het klimaat, maar zal ook de luchtkwaliteit en de levenskwaliteit in Europa aanzienlijk verbeteren, stelt Joeri Thijs, expert duurzame mobiliteit en luchtkwaliteit van de milieuorganisatie. ‘Hoe sneller het ons lukt om deze vervuilende wagens weg te halen uit de buurt van onze woningen, scholen en ziekenhuizen, hoe beter.’

Volgens Greenpeace zal Europa zijn klimaatdoelstellingen enkel halen als alle overheden, van het Europese tot het lokale niveau, hun schouders zetten onder een bindend uitdoofscenario. Zo roept de organisatie de federale overheid op om nog deze legislatuur een einddatum vast te leggen voor de verkoop van diesel- en benzinewagens. Ze is tevreden met de stappen van Antwerpen en Brussel om lage-emissiezones in te voeren, maar die moeten volgens haar nog uitgebreid worden tot ultralage-emissiezones.

Daarnaast vraagt Greenpeace aan de autoconstructeurs om onmiddellijk te stoppen met de productie van dieselwagens en te investeren in kleinere en betaalbare modellen van elektrische voertuigen met een laag energieverbruik.

Uit het onderzoek blijkt nog dat het geen oplossing is om simpelweg elke klassieke wagen te vervangen door een elektrisch model. We moeten evolueren naar een fundamenteel andere mobiliteit met veel minder particuliere voertuigen, klinkt het. ‘Ook hier is een belangrijke rol weggelegd voor onze overheden. Het stimuleren van autodelen en investeringen in goede wandel- en fietspaden en in een goed functionerend openbaar vervoer, zullen ervoor zorgen dat minder mensen een auto nodig hebben’, besluit Thijs.

Febiac: ‘Alle goede inspanningen zijn welkom om elektrische revolutie te versnellen’

Alle goede inspanningen zijn welkom om de evolutie richting elektrisch rijden te versnellen, maar het verhaal is complex en heel wat zaken liggen buiten de macht van de autoproducenten. Dat zegt automobielfederatie Febiac donderdag in een reactie op een bericht van Greenpeace, waarin de milieuorganisatie stelt dat er na 2028 geen enkele auto met verbrandingsmotor meer verkocht mag worden als Europa zijn engagement voor het klimaatakkoord van Parijs wil nakomen.

Febiac benadrukt dat de autobouwers vandaag ‘fantastische’ elektrische wagens kunnen bouwen. ‘De vraag zal eerder zijn of we 7 à 8 miljoen elektrische wagens zullen kunnen laten rijden’, zegt Febiac-woordvoerder Joost Kaesemans. ‘De laadinfrastructuur ontbreekt, een smart grid (slim elektriciteitsnet, nvdr.) ontbreekt en kerncentrales worden gesloten. Zal er voldoende elektriciteit voorhanden zijn aan realistische prijzen voor de consument en zal die elektriciteit op milieuvriendelijke wijze geproduceerd worden?’, aldus Kaesemans.

De automobielfederatie meent ook dat de elektrische wagen riskeert haalbaar te zijn voor wie de middelen heeft en waarbij de anderen uit de boot vallen. ‘En zo’n sociale tweedeling moet echt vermeden worden’, klinkt het.

Voorts is volgens Febiac de oefening nog niet gemaakt wat een ton uitgespaarde CO2 kost en vergeet Greenpeace dat er nog grote evoluties komen voor de verbrandingsmotor. ‘Er is een groot onbenut potentieel voor bijvoorbeeld low carbon fuels, waterstof en synthetische brandstoffen’, zegt Kaesemans. ‘Het offensief aan lanceringen van nieuwe elektrische modellen dat op gang komt, maakt in alle geval duidelijk dat de autobranche een partner is in de elektrische revolutie, en geen rem erop’, besluit de woordvoerder.