Direct naar artikelinhoud
Analyse

De mantel der liefde helpt sp.a niet meer

John Crombez blijft voorzitter van de sociaaldemocraten, maar er ligt veel werk voor hem klaar.Beeld BELGA

Centrumsteden en socialisten waren decennialang als frieten en biefstuk: ze hoorden bij elkaar. Maar het betonrot waar de rode bastions vandaag onder kreunen, sloop ruim twintig jaar geleden al in de fundamenten.

"Leuven is de progressieve hoofdstad van Vlaanderen. Dat is de erfenis van 24 jaar ouwe Tobback." Zoon Bruno verkondigde het zondag glunderend, trots op zijn vader en lichtjes high van de Ridouani-roes.  

Hoe zeer de ex-voorzitter op dat moment de vinger op de wonde legde, besefte hij op dat moment mogelijk zelf nog niet. Gent leek toen nog in rode handen te blijven ondanks fors verlies, idem voor Oostende. Vandaag zijn beide sjerpen hoogst onzeker. Nu alle stemmen geteld zijn, blijkt ook pas hoe groot het verlies in de andere centrumsteden is: enkel in Turnhout (+2,4 procent) en Kortrijk (+0,1 procent) incasseren de socialisten geen klap van vijf procent of – veel – meer. 

Een verrassing? Nee. Zeker niet voor wie de cijfers van de vorige lokale stembusgangen al bestudeerde. Sp.a is traditioneel een stadspartij. Maar uit een publicatie van professor Johan Ackaert en onderzoekster Sofie Hennau (UHasselt) in het septembernummer van progressief maandblad Sampol bleek dat die neergang al een tijd is ingezet. 

Electorale doping

In de centrumsteden waar sp.a opkwam, scoorde de partij sinds midden jaren 70 haast constant rond de 27 procent. In de kleinere steden om en bij de 23 procent. Rond de eeuwwisseling leken de socialisten de strijd om de stad echter te verliezen. 2006 vormde dankzij de naweeën van het Stevaert-effect en de klinkende overwinningen van boegbeelden als Patrick Janssens of Louis Tobback voor een heropleving. 

Maar in 2012 kwam de weerbots. Waar sp.a alleen naar de kiezer ging, behaalde ze met 16,4 procent de laagste score sinds de samenvoeging van de gemeenten. In meer dan 30 procent van die gemeenten trok de socialistische lijst zelfs minder dan 10 procent van de kiezers. Ging een lijst er wel fors op vooruit, zoals in Gent, dan was dat mee te danken aan electorale doping in de vorm van een kartel met Groen. 

Heel de vernieuwingsoperatie, het stokpaardje van voorzitter John Crombez, werpt te weinig vruchten af

Voor gemiddelde percentages over alle gemeenten is het vandaag nog te vroeg, die zijn nog in volle verwerking. Maar dat het totaalbeeld nog somberder oogt dan in 2012, daaraan twijfelt zelfs geen socialist. 

Hier en daar is er een lichtpuntje. Mohamed Ridouani in Leuven, die met een heel gerichte campagne tot de eerste burgemeester van Marokkaanse origine in een centrumstad verkozen is. Hans Bonte, die naam maakte met zijn deradicaliseringsplannen en daarvoor beloond werd in Vilvoorde. Iets minder opvallend: de resultaten van enkele discipelen van de sp.a-Academy, het opleidingscentrum voor de politici van morgen. Hannes Annaf boekte zo winst in Turnhout, Tomas Sergooris presteerde verdienstelijk in Mol.

Stilgevallen vernieuwing

Maar heel die vernieuwingsoperatie, het stokpaardje van John Crombez sinds hij alweer vier jaar geleden voorzitter werd, werpt te weinig haar vruchten af. Wim Vermeersch, hoofdredacteur van Sampol, weet waarom. "De vernieuwingsoperatie is wel ingezet, maar ze is ook stilgevallen. Wie zijn de gezichten van sp.a die we het vaakst te zien kregen de laatste tijd? Die van oude rakkers als Vande Lanotte, Landuyt en Termont."

Extra pijnlijk: de uitslag van de boegbeelden van Crombez' vernieuwing, zijn parlementaire fractieleiders. Meyrem Kitir, tweede plek op de lijst van ProGenk, scoorde met 1.353 ronduit teleurstellend. Ter vergelijking: Zuhal Demir (N-VA) en Genks burgemeester Wim Dries (CD&V) haalden respectievelijk bijna vijf keer en tien keer zoveel. Maar Kitir is wel rechtstreeks verkozen. Dat kan van Joris Vandenbroucke niet eens gezegd worden. Die haalt straks alleen de gemeenteraad wanneer Daniël Termont hem zijn zitje gunt.

Vandaag kan een sos zich alleen nog de vraag stellen: als we zelfs geen stadspartij meer zijn, wat dan nog wel?

De schuld volledig in de schoenen van de oude garde schuiven is uiteraard te makkelijk. Lokale stembusgangen hebben evenveel logica's als er gemeenten zijn. Plaatselijke crisisaffaires kunnen een rol spelen, net zoals metaalmoeheid. Onder meer in Lommel snakten de inwoners na dertig jaar socialistische dynastie naar verandering. Na achttien jaar Louis Vanvelthoven en twaalf jaar zoon Peter is sp.a er niet langer de grootste. Het verdict zondag: -10 procent. 

Bovendien spelen er ook elementen die de socialisten niet per se in de hand hebben. "Steden zijn morfologisch en sociologisch erg hard veranderd", zegt expert lokale besturen Johan Ackaert. "De groezelige arbeidersbuurten in Gent of Leuven zijn verdwenen. Ik heb Tobback zelfs ooit gevraagd waar hij met die mensen gebleven is: zijn ze in de Dijle gekieperd? Ze lijken in ieder geval niet meer in de stad te zitten." De veeleer kosmopolitische stedeling die wel nog door links wordt aangetrokken, stemt vandaag liever voor Groen.

Nog een mogelijke oorzaak verscheen eveneens vorige maand in Sampol. Het verschil tussen het rechtse bestuur in Antwerpen en het linkse in Gent zou helemaal niet zo groot zijn, concludeerde het blad op basis van macro-cijfers uit de Stadsmonitor. De oorzaak: de steden zijn voor een groot stuk van hun beleid afhankelijk van de hogere overheden. En aangezien die centrumrechts kleuren, zou het voor een socialistische burgemeester vandaag bijzonder lastig zijn om te scoren op sociale thema's.

Geen stadspartij meer

Het partijbureau van sp.a behield gisteren het vertrouwen in haar voorzitter, hoewel hij aangekondigd had op te stappen als het resultaat slecht zou zijn. Crombez wil de vernieuwingsoperatie binnen de partij nu voortzetten en op sommige plaatsen eventueel versnellen. Maar er is meer stof tot nadenken. 

De klap van 2012 kon bedekt blijven onder de mantel der liefde, omdat enkele rode bastions nog overeind bleven. Sp.a bestuurde de afgelopen zes jaar dan nog maar in 7 procent van de Vlaamse gemeenten – een historisch dieptepunt – maar daar waren wel kleppers bij. Gent, Oostende, Leuven, Brugge werd heroverd en tot Hilde Claes af moest treden hadden de socialisten ook Hasselt nog in handen. Tel daarbij een rits steden van tweede garnituur en er waren genoeg strohalmen voor een sos om zich aan vast te klampen. 

Vandaag kan hij zich alleen nog de vraag stellen: als we zelfs geen stadspartij meer zijn, wat dan nog wel?