Direct naar artikelinhoud
Wielrennen

Na de laatste wedstrijd in Italië fietsen deze renners voor de lol 1.000 kilometer terug naar België

Thomas De Gendt (links) en Tim Wellens.Beeld RV Thomas De Gendt / Twitter

Ruim 10.000 koerskilometers hadden zowel Tim Wellens als Thomas De Gendt al op de teller, en toch kriebelde het voor een laatste ontsnapping tussen Lombardije en Semmerzake. Via sociale media volgen duizenden wielerfans al zes dagen en duizend kilometer lang hun liefdevolle ode aan hun eigen vak: fietsen.

Il Lombardia, de koers van de vallende bladeren, het is traditioneel de laatste koers die er echt toe doet – sorry, Putte-Kapellen. Langs het Italiaanse Como-meer wordt het allerlaatste kruit dat in de kuiten zit verschoten, aan de finishlijn strijkt de kersverse wereldkampioen een laatste keer zijn regenboog glad. Nog vlug wat handtekeningen zetten, valiezen pakken en eindelijk naar huis. Of naar Curaçao.

Toch waren er zondag, de dag na de wedstrijd, twee flandriens die nog een laatste aanvalsplan hadden gesmeed. “Zakken op de fiets, alles meenemen en vertrekken”, droomde Lotto-Soudal renner Thomas De Gendt (31) eerder hardop in een zomerinterview in De Morgen. Samen met (ploeg)maatje Tim Wellens (27) vertrok hij voor 1.000 kilometer tussen Como en Semmerzake, de woonplaats van De Gendt. “Elke vier uur stoppen om te eten en in de namiddag al in je hotel aankomen en de volgende dag weer weg. Het zal een belevenis zijn, zo’n fietsvakantie.”

Smullende monniken

Zes dagen, duizend kilometer. De eerste dag over de volmaakte klinkers van de passo del San Gottardo in Zwitserland, de laatste wellicht over scheve kasseien van een of andere Vlaamse puist. En onderweg genoeg kiekjes nemen om de volgers te doen watertanden: #TheFinalBreakaway, de laatste ontsnapping. 

Die hashtag lijkt vooral op het lijf van De Gendt geschreven. Hij is de man van de monsterontsnapping, de tempobeul die God en klein Pierke uit de wielen jast op het einde van de dag. Net daarom spreekt het verhaal van de fietsvakantie tot de verbeelding. Welke zot haalt het in zijn kop om na 90 koersdagen – slechts 5 renners doen beter – en 12.899 wedstrijdkilometers – waarvan hoeveel op kop? – nog voor zijn plezier op de fiets te springen? De Gendt dus. Anderzijds: kameraad en ploegmaat Tim Wellens zit met zijn frêle lijf ook aan 10.479 km.

Op de laatste foto die gisteravond verscheen, verbroederen de twee met ploegmaat Maxime Monfort bij bier en steak in de Ardennen
Smullende monniken
Beeld RV Thomas De Gendt / Twitter

Dat ‘de riem eraf gooien’ voor beide heren gelijkstaat aan kilometers malen, zegt veel over de liefde voor de fiets. Hoe anders is dit dan de stress van het peloton of het harde trainingslabeur, vraagt een mens zich af. Zijn de ogen nu wel gericht op de fabelachtige landschappen, in plaats van op iemands achterwiel of de kilometerteller? Op een patéke meer of minder, moeten ze alvast niet meer letten, zo leren de Twitter-foto’s. Het duo De Gendt & Wellens laat zich kennen als smulpapen. Pizza, biefstuk met frietjes: na een jaar leven als monniken, mag het plots allemaal. 

De zelfgekozen ‘helletocht’ gaat niet per professionele wegfiets. Het frame is wat steviger, de banden wat dikker, zodat alle terreinen kunnen overwonnen worden. De eerste tocht ging vanuit het Italiaanse Como over de Gotthardpas. Ook de grote Vogezen-cols, zoals de Grand Ballon, passeerden de revue. Vandaag is de glorieuze thuiskomst gepland. Op de laatste foto die gisteravond verscheen, verbroederen de twee met ploegmaat Maxime Monfort bij bier en steak in de Ardennen.

Zoveel beroepseer stemt vanzelf vrolijk, zoals je ook goedgezind kan worden van een slager of groenteverkoper, die het vak met liefde beoefent

Twitter bericht wordt geladen...

Affectie voor hard koersen

Thomas De Gendt en Tim Wellens hebben nog iets anders uit de benen te fietsen. De twee heren kunnen het voorbije wielerseizoen uit hetzelfde vaatje tappen: schone koersen gewonnen, mooie truien aan de collectie toegevoegd, maar de verwachtingen toch niet helemaal ingelost. 

Het deert hen allemaal niet. En hun trouwe fans evenmin. De selfies die de renners onderweg schieten zijn een bescheiden hit. Op Twitter en Instagram wordt elk beeld getrakteerd op honderden, zo niet duizenden steunbetuigingen. (De twee renners waren gisteren niet voor de krant bereikbaar.)

Een merkwaardig succes, dat zich toch eenvoudig laat verklaren. Uit de beelden spreekt een diepe, oprechte affectie voor het eigen vak, dat toevallig hard koersen is. Zoveel beroepseer stemt vanzelf vrolijk, zoals je ook goedgezind kan worden van een slager of groenteverkoper, die het vak met liefde beoefent.  Dat wekt bewondering en respect op, ook bij wie zelf amper een viaduct over komt.

Twitter bericht wordt geladen...