Direct naar artikelinhoud
Verkiezingen

“Liever zo’n jong piepkonijntse dan ’t zuur van Bracke”: een jaar lang in het spoor van Mathias De Clercq

Drie dagen voor de ­verkiezingen komen de Open Vld-kopstukken bij elkaar. Guy Verhofstadt en Mathias De Clercq zijn er zeker van dat het ‘historisch onrecht’ in Gent wordt rechtgezet.Beeld ID/ Jonas Lampens

In 1976 werd zijn grootvader Willy de populairste politicus van Gent, maar werd hem de sjerp onthouden. In 2018 zou de kleinzoon ‘die onrechtvaardigheid herstellen’. Fotograaf Jonas Lampens en journalist Matthias M.R. Declercq volgden een jaar lang de schijnbaar onmogelijke alles-of-niets­poging van bijna-naamgenoot Mathias De Clercq (Open Vld). “Pfff, dit is waanzin.”

“Mathias De Clercq, beste vrienden, dát is de wáre erfgenaam van paars!” Het is donderdag 11 oktober 2018. In The Lab in Zwijnaarde gaan armen, vuisten en maatbekers de lucht in. Het volk, een melange van kandidaten en militanten, staat dicht opeen en is aangetrokken tot de magneet die Guy Verhofstadt hier nog altijd is. Het applaus kaatst als een tennisbal tegen de muren. Tussen de proefbuizen en bunsenbranders van wat ooit het laboratorium van tapijtenproducent Domo was, komt Open Vld een laatste keer samen, drie dagen voor de verkiezingsdag, en het vertrouwen is groot. Een vrouw met zilverkleurig haar kust het medaillon om haar hals en zegt: “Het is aan ons, meneer. Geloof mij.”

Mathias De Clercq luistert aandachtig naar Verhofstadt. Hij is omringd door de nationale partijtop, met Gwendolyn Rutten, Alexander De Croo en Bart Somers. Zijn vrouw is niet mee, nooit overigens. De publieke De Clercq schermt de privé De Clercq stevig af. Hij oogt moe. Het laatste jaar is hij ook een paar kilogram vermagerd. Door de stress, zegt hij zelf. Het eeuwig lichtblauwe hemd zit steeds ruimer. Na vijfendertig debatten, honderden huisbezoeken, interviews, tv-optredens en braderieën is het gabarit scherp, pezig en zijn de schoenen doortrapt. Alleen zijn haar is onveranderd. Als de velcro van een sportschoen ligt het de ene kant op.

‘Ik ga het op mijn manier doen: waardig, zonder schelden. Dat is mijn stijl. Zo doe ik aan politiek’
Mathias De Clercq, een jaar voor de verkiezingen

“Beste vrienden, ik ga even terug in de tijd.” Een paar seconden houdt Verhofstadt in. Met de wijsvinger duwt hij zijn hoornen bril omhoog en klemt beide handen om het spreekgestoelte. “Terug naar de jaren 70.”

Een paar meter links van het podium, achter de zwarte doeken die de zaal omzomen, onttrokken aan het oog van het publiek, schrijdt een man met beide handen op de rug rond een aperitieftafel. Zijn blik is naar de grond gericht en het denkbeeldig parcours vormt een eindeloze 8. Spotlicht valt tussen de spleten van de doeken. De man vangt een glimp op van de spreker. Dirk Verhofstadt, de ideoloog/filosoof van de Vlaamse liberalen, ziet hoe broer Guy naar een nieuwe ontlading toewerkt, naar armen, vuisten en maatbekers, en kijkt op de rug van zijn poulain, van Mathias De Clercq. De hele campagne al zit Dirk Verhofstadt quasi onzichtbaar in de zijspan van wat de nieuwe burgemeester moet worden. Altijd al leunden de De Clercqs dicht aan bij de Verhofstadts. Mathias De Clercq is de politieke zoon van Guy Verhofstadt, die de politieke zoon was van Willy De Clercq. De estafette houdt aan.

In de botsauto’s, op ramkoers met Freya Van den Bossche (sp.a).Beeld ID/ Jonas Lampens

“Mathias, in 1976 kwam ik hier voor de eerste keer op, samen met uw grootvader. Hij behaalde toen een enorme persoonlijke overwinning – alle anderen waren afgunstig – maar hij werd géén burgemeester.” Rumoer, armen, vuisten. “En zondag gaan we díé onrechtvaardigheid herstellen!”

Er is applaus en ‘The Eye of the Tiger’. De partijtop schraagt De Clercq. Iemand zegt: “Het is echt nu of nooit.”

Grootvader Willy De Clercq haalde in 1976 een monsterscore van 21.324 stemmen. Burgemeester werd hij niet. Ook zijn zoon Yannick niet, die was van ’83 tot ’88 schepen van Financiën in Gent. Ook Guy Verhofstadt werd nooit burgemeester. Dertig jaar geleden trokken Willy De Clercq en Guy Verhofstadt wel de voren in de grond waarin paars werd geplant, en ook groot werd. Maar al die tijd bleef de sjerp bij de socialisten. Nu, zestig jaar na de laatste liberale burgemeester in Gent, harkt kleinzoon Mathias De Clercq als een tuinman zijn moed bijeen en stapt het podium op. “Ja, beste vrienden, we zijn er klaar voor.”

Soep en boterhammen

Exact een jaar voor de verkiezingen. Er liggen boterhammen op tafel en er is soep. De Clercq is voorzichtig, dat zal later altijd blijken. “Denk je dat ik een grote kans maak?” Hij brandt zijn lippen aan de soep. “Dit speelt al een paar jaar in mijn hoofd. Ooit zou de dag aanbreken. Ik ga het op mijn manier doen: waardig, zonder schelden. Dat is mijn stijl. Zo doe ik aan politiek.”

Hij spreekt het niet uit, dat zal hij nooit doen, maar verbindt de punten en het beeld wordt duidelijk: er is in wezen geen andere optie voor De Clercq dan het inzetten van alle chips. All-in.

‘Allee Mathias, leg mij dat nu eens uit. Hoe denk je eigenlijk burgemeester te kunnen worden?’
Rudy coddens (sp.a), augustus 2018

All-in omdat De Clercq ooit zijn kop moet uitsteken om van het predikaat ’eeuwige belofte’ af te raken. All-in omdat Open Vld zes jaar lang mathematisch niet nodig was. Bij de vorige verkiezingen, in 2012, kwam de partij er niet aan te pas. Daniël Termont en Siegfried Bracke zogen alle aandacht naar zich toe en De Clercq bleef in de kleedkamer.

Maar goed, de boel was voor de liberalen toen wel al op voorhand geregeld. Dat het kartel een absolute meerderheid behaalde, sneed wel diep in het vlees. Op de verkiezingsdag liep het telefoontje van het kartel naar Open Vld ’s avonds ook maar héél laat binnen, en dat hebben de liberalen zes jaar lang gevoeld: ze waren mathematisch overbodig. All-in omdat de geboorte van het kartel sp.a/Groen in 2011 voor de liberalen als een dolkstoot aanvoelde.

Mathias De Clercq heeft zich diep vanbinnen altijd ontzettend gehecht aan paars. Zegt hij ’liberaal’, dan volgt altijd het woordje ’sociaal’. Dat Daniël Termont, de man met wie hij zich altijd nauw verbonden voelde, met Groen in zee ging, dat kwam echt aan, niet alleen bij De Clercq, en heeft de mindset van de liberalen veranderd. Of zoals een partijtopper het verwoordt: “We haalden het mes uit onze rug, en zetten het tussen de tanden.” All-in omdat net na de bekendmaking van De Clercq als lijsttrekker, in april 2016, coalitiepartner sp.a/Groen vol in de wind kwam te staan. Eerst stortte Optima in elkaar, kon Termont dat pand niet tijdig verlaten en nadien kostte de commotie rond de intercommunales – Publipart – al snel de kop van Tom Balthazar, de gedroomde opvolger van Termont.

Al die tijd bleef De Clercq onder de radar. Zelfs in de gemeenteraad kwam hij zelden of nooit tussen. De schandalen raakten de coalitie in het hart, maar het pak van De Clercq bleef onbespat.

December 2017: Mathias De Clercq gaat de straat op om de Gentse burger te overtuigen om 10 maanden later op hem te stemmen.Beeld ID/ Jonas Lampens

En all-in omdat de jackpot van Termont nu vrijkomt. De Clercq heeft een te sterke hand om de kaarten níét op tafel te leggen.

“Dit is mijn strategie. Doel 1: het breken van de absolute meerderheid. Ik moet de inzet worden van de verkiezingen, dus is er één optie: integraal voor de sjerp. ’Mathias voor Burgemeester’, dat wordt ’m.”

Wat meteen opvalt: De Clercq is een perpetuum mobile. Eén vraag en het balletje valt nooit meer stil. De soms schuchtere dertiger vervelt gemakkelijk tot een volbloed politicus die zich al pratend oplaadt. “Ik ga voor een verbindend, positief, progressief Gent.” Tot een ideoloog ook, die het liberalisme overal uitdraagt. De geschiedenis van het liberalisme, het nieuwe boek van mentor Dirk Verhofstadt heeft hij net gelezen: “Dat boek wordt mijn houvast. Ik kan er altijd naar teruggrijpen. Kalibreren.”

Gezien al het voorgaande hoeft het niet te verbazen dat de irritatie en zenuwachtigheid van het kartel toeneemt. Op woensdag 25 oktober 2017 gaan zowel John Crombez als Freya Van den Bossche in de aanval. Dat doet ook Daniël Termont: “Als ik Mathias bezig zie, kies ik voor Mieke Van Hecke”.

‘Een partijtopper op een vergadering: ‘Ik hoop dat het op 1 mei sneeuwt en hagelt tegelijk.’ De Clercq: ‘Kom, daar gaat het niet over. Focussen!’

Een paar dagen later, in zijn bureel in het stadhuis, leunt De Clercq achterover. Hij kijkt naar de foto van zijn grootvader, en diens boek Liber Amicorum, dat tegen het raam staat. De ’liever Mieke dan Mathias’-uitspraak is aangekomen. “Ik weet niet wat Daniël bezielt”, zegt hij. Zijn handen zetten de woorden kracht bij. “Ik kom net van de markt op de Vrijdagmarkt: ‘Ah, meneer De Clercq, komt gij hier boodschappen doen?’, vroeg iemand. ‘Mag dat wel van Daniël?’ Zo lang goed samengewerkt en hop, ’t is blijkbaar gedaan. Waarvan akte. Ze duwen mij in het rechtse kamp van de N-VA en ik benadruk dat het kartel een rode hond is met een groene staart. En mispakt u niet hè: Watteeuw is ook erg belangrijk in deze race.”

Later op de dag volgt er nog een bericht: “Ik ben een boek aan het lezen van Curzio Malaparte: Kaputt. Mij krijg je niet rap klein.”

De kapstok waaraan beide kampen hun verhalen ophangen, ligt vast: ’kartel is te links’ en ’De Clercq kijkt naar rechts’. Maandenlang worden die loopgraven uitgediept, tot niemand er nog uitgeraakt.

‘Hebde gij geen krullekes?’

“Welkom, de beste wensen. Ah hier zie, dingske.” 28 januari 2018. Nieuwjaarsreceptie van Open Vld Gent in het ICC, het congrescentrum aan de rand van het Citadelpark. De Clercq staat aan de ingang van de zaal.

Buiten hangt de vrieskou als elektriciteit in de lucht. Binnen is er muziek, sinaasappelsap, schuimwijn en veel fond de teint. De Clercq is opgewekt – ‘Dag Guy, welkom’ –, hij is het higgsdeeltje van de receptie.

Op datzelfde ogenblik, een paar honderd meter verder in het NH Belfort Hotel vlak bij het stadhuis, breekt de stem van Elke Sleurs. De lijsttrekker van N-VA nam eerder de rol over van Siegfried Bracke, maar geeft de rol nu door – na onenigheid met Bracke – aan Anneleen Van Bossuyt. Dat nieuws verspreidt zich als een olievlek over de stad. In het ICC ziet de lijsttrekker voor de Oost-Vlaamse provincieraad het bericht verschijnen op zijn smartphone, wurmt zich naar de ingang en toont het breakingbericht aan De Clercq. Die schrikt: “Van Bossuyt? Wat?! Maar die woont niet eens in Gent?” Zijn ogen lichten op. “Dat is, euh, interessant nieuws.”

Het moment van de waarheid: de eerste verkiezingsuitslagen lopen binnen.Beeld ID/ Jonas Lampens

Binnen Open Vld Gent zijn de meningen over een eventuele samenwerking met N-VA verdeeld. Velen willen de historisch gegroeide band met de socialisten niet doorknippen. Dat Siegfried Bracke, in de ogen van veel liberalen maar een zuur beertje, zichzelf in de voet schoot, verzachtte de houding. Dat deed ook opvolger Elke Sleurs en doet ook Van Bossuyt. Of zoals een militant het op de receptie verwoordt: “Liever zo’n jong piepkonijntse dan ’t zuur van Bracke!”

Mathias De Clercq doet er geen gewichtige uitspraken over. Dat doet hij zelden. Net zoals hij lastige vragen van moderatoren en journalisten ontwijkt, en zwierig over “positiviteit” en de “schoonste stad van Vlaanderen” spreekt, beperkt hij zich ook strategisch tot een beperkte inner circle. De Clercq is niet de man van lekken naar journalisten, hij is een zeer voorzichtige politicus die de hele campagne blijft hameren “op het verbindend, positief, progressief Gent”. Altijd. Overal. En humor is nooit ver weg. De Clercq weet dat een kleine moeite voor Vermaelens Projects een wereld van verschil betekent. En hij weet nog veel beter dat zoiets aanslaat bij leeftijdsgenoten.

Tegenstanders honen dat repetitieve weg. “Laat ze maar lachen”, zegt De Clercq. Een tegenstander spreekt in een dubbelinterview over ’Mathiaske.’ Of nog, Rudy Coddens (sp.a): “Als ik Mathias bezig hoor, moet ik daar een beetje mee lachen.”

‘Ik ben leeg, maar soit. Hopen is mijn enige optie. Ik moest ooit een keer springen’
Mathias De Clercq, 12 oktober 2018

Niemand van de opponenten gelooft in zijn kansen. Coddens op een debat in brasserie Achturenhuis in Ledeberg: “Maar Mathias, allee kom, leg mij dat nu eens uit. Hoe denk je eigenlijk burgemeester te kunnen worden?”

Het hele jaar lang pept de schijnbaar ongebreideld positieve De Clercq zichzelf op. Anders dan de smartphone die hij excessief gebruikt, heeft hij een lange batterijduur en verliest geen onnodige energie. Hij wankelt niet, scheldt niet, blijft voorzichtig. Dat is allemaal eigen aan het beestje en dat zie je ook op interne partijbijeenkomsten. Maandenlang bouwt Open Vld aan haar programma, en quasi altijd komen ze samen op het stadhuis. Vlak voor de Dag van de Arbeid is dat ook zo. Een partijtopper, schertsend: “Ik hoop dat het sneeuwt, regent en hagelt tegelijk op 1 mei!” Waarop De Clercq: “Bon, focussen. Kom, daar gaat het niet over.”

In weerwil van de prognoses, en ondanks de hoon van tegenstanders, trekt De Clercq de haast presidentiële campagne op gang. “Ik ga niet eens de partijnaam gebruiken, geen lijstnummer, niks.” De Clercq slentert over straat, gaat van deur tot deur, van rommelmarkt naar buurtfeest naar voetbalmatch. En altijd dreunt hij hetzelfde refreintje op, tot het een oorwurm wordt. Mathias voor burgemeester. Mathias voor burgemeester. Opvallend daarbij: de Gentse senioren kennen de naam De Clercq erg goed. Ze zien Mathias en denken aan Willy. De Clercq staat naar eigen zeggen sterk bij jonge gezinnen – “ze weten allemaal dat ik kinderen heb” – en bij de oudere generatie(s). Op een rommelmarkt in Gentbrugge zwaaien twee oma’s: “Mathias, hebde gij geen krullekes zoals uw grootvader?”

Op selfie-tournee met premier Charles Michel, september dit jaar.Beeld ID/ Jonas Lampens

Wat ook op zijn debatfiche staat en oneindig wordt herhaald: het Eigen Grote Gelijk (links) en chagrijn en azijn (rechts). Pas later, met de finish in zicht, verdwijnen die woorden en presenteert De Clercq zich nadrukkelijker als een brugfiguur.

“Doel 2: stemmenkampioen. Wil ik op tafel kunnen slaan de 14de, dan moet ik de populairste zijn. Mogelijks wordt de coalitievorming een schaakpartij, en dan zijn de voorkeurstemmen belangrijk. En natuurlijk ga ik de N-VA níét paaien. Rechts is écht niet waar wij thuishoren. Bovendien ga ik er ook niet zomaar van uit dat ik alleen op rechts burgemeester kan worden. Het kan ook mét het kartel. Ik weet het, niemand gelooft mij. You’ll see.’

Ruis

2 juli 2018. Elke Decruynaere, de nummer 2 van het kartel, gooit de hoofddoek op tafel. Nadat een Tongerse rechtbank eerder oordeelde dat een groepje moslima’s ondanks het algemene verbod van het GO!-gemeenschapsonderwijs, toch een hoofddoek mag dragen, wacht de onderwijsschepen de definitieve rechtspraak niet af en stuurt de Gentse stedelijke scholen per mail het voorstel de hoofddoek toe te laten. Zo’n voorstel hoort eerst langs het schepencollege te passeren. Wat niet gebeurt.

Open Vld is in se geen voorstander van het vrijelijk toelaten van de hoofddoek en is razend op de – in hun woorden: ’bewuste demarche’ – van Decruynaere. Zodra het nieuws uitlekt, overlegt de G5 van Open Vld in hun Whatsapp-groep. Er wordt besloten om Sofie Bracke, die Onderwijs opvolgt, publiekelijk te laten reageren. De Clercq zelf belt rechtstreeks naar Decruynaere en uit zijn ontgoocheling en kwaadheid. Een paar dagen later, net voor de match België-Brazilië, zie ik hem in het centrum van Gent. Over de hoofddoekcrisis: “Du jamais vu. Achter de schermen is de vertrouwensbreuk groot. Zelfs het kartel wist het niet, pure soloslim.”

Eind augustus, de 28ste, staan Open Vld en Groen opnieuw tegenover elkaar wanneer één extra school beslist de hoofddoek en andere religieuze hoofddeksels toe te laten. Het vergroot alleen maar de ijver waarmee de liberalen campagne voeren.

‘Ik kom iedere avond tegen 23u thuis, dan slapen de kinderen al. Dat vreet aan mij’
Mathias De Clercq, augustus 2018

De Gentse Feesten zijn gedaan. “Ik moet even deconnecteren”, zegt De Clercq. “Op reis naar de kust. Joseph Roth en Bernard Dewulf liggen klaar. Ik vertrek met een goed gevoel, de campagne loopt perfect.” De kust, wijn, en vooral de kinderen helpen om de stress te verzachten, en literatuur om in slaap te geraken. De campagne is intens. “Als ik mijn kinderen met de bakfiets naar school kan brengen, dan is mijn dag goed. Maar een dag heeft maar 24 uur. Ik kom iedere avond tegen 23u thuis, dan slapen de kinderen al. Dat vreet aan mij.”

Midden augustus: “Wat is Kleine dagen een fantastisch boek. Over het doodgewone leven. Ik ben er weer klaar voor.”

Er wachten nog twee intense maanden om te doen waar niemand in gelooft. Maar net wanneer in Gent iedereen nu wel weet dat Mathias voor burgemeester gaat, net wanneer hij onder stoom komt, lijkt die droom voorbij. Eerst is er het milieu, daarna de peiling. Miserie.

Bloeden

Op 29 augustus pakt het kartel, met name Filip Watteeuw, uit met de meetresultaten van de Vlaamse Milieumaatschappij. Die mat de luchtkwaliteit in Gent na invoering van het circulatieplan en geeft Groen een stevige duw in de rug. Het circulatieplan blijft in Gent het thema waar alles om draait, ongeacht de Optima- en Publipart-heisa. Voorlopig dan toch.

Midden september, op het kopstukkendebat van deze krant, noemt Coddens De Clercq “een paling”. Zelf blijft hij er rustig onder. “Laat ze maar doen.”

Carl Devos schat die avond de strategie van De Clercq als vreemd in. “Het is moeilijk te begrijpen hoe iemand die de ambitie heeft om burgemeester te worden, één voor één zijn mogelijke coalitiepartners uitschakelt.” Wat die ook opvalt op het debat: de kwetsbaarheid van het kartel op de linkerflank. Gaat het over wonen, dan rijdt Tom De Meester van PVDA de coalitie makkelijk de gracht in, inclusief De Clercq. Maar niemand besteedt daar – op dat ogenblik – aandacht aan.

‘Mathias De Clercq mag sjerp vergeten’, kopt De Gentenaar op 29 september, op basis van hun peiling. Daags nadien, in een tv-debat, zegt Coddens: “Het gaat hier niet over de verkiezing van Mister Gent, hè Mathias.” In interviews alludeert het kartel ook op een gebrek aan maturiteit bij De Clercq. Op iemand die te veel teert op zijn stamboom. En datzelfde weekend geeft Daniël Termont op de voorstelling van zijn boek de genadeklap: “Mathias De Clercq heeft geen schijn van kans. Ik heb hem dat van bij het begin gezegd. Dit is een totaal foutieve gok. Hij zegt: ‘ofwel burgemeester, ofwel naar de Kamer’. Wel, ik wens hem veel succes in de Kamer.”

Nog een heftig emo-moment: vader Yannick sluit zijn zoon in de armen.Beeld ID/ Jonas Lampens

De Clercq: “Pffff. Daniël heeft me dat nooit gezegd. Opnieuw: waarvan akte. Ik schakel mijn tegenstrevers overigens niet uit, wel onderscheid ik me van ze. En trouwens, ‘de paling’, de ‘Mister Gent’, ‘geen schijn van kans’: die aanvallen maken mij groter. En die peiling? Dat is geen slecht nieuws. Volgens die cijfers is een coalitie op rechts niet mogelijk. Ze kunnen mij nu niet meer in de rechtse hoek duwen.”

Op maandag 1 oktober, net voor vertrek naar het lijsttrekkersdebat van het nieuwe programma Iedereen kiest, loopt er bij De Clercq een sms binnen. “Heb je dat filmpje gezien van die sociale woningen?”

Rustig blijven

Eén filmpje, de wind draait en het kartel bloedt. En dat twee weken voor de verkiezingen. Elke Decruynaere werkt zich extra in de nesten en De Clercq wordt ook geacht te reageren. Anders luidt de kritiek: het brandt en je ziet De Clercq weer niet. Hij gaat in gesprek met Linda De Win en Elke Sleurs in het Vlaams Parlement. Het interview is bepalend, de druk groot, en dat beseft ook Bart Somers. Die loopt die dag ook rond in het parlement en geeft De Clercq raad voor het interview. “Rustig blijven. Oplossingen aanreiken.” De Clercq is zichtbaar nerveus, frunnikt aan zijn pak, handen in de zakken, handen uit de zakken, tong over de lippen. Hij erkent: “Het is een collectieve verantwoordelijkheid.” Buiten het zicht van de camera kijkt en luistert Somers mee. “Goed gedaan man.”

Nog anderhalve week.

Vrijdag 12 oktober, een Italiaans restaurant in Gent. De Clercq drinkt espresso. “Het is onduidelijk wat de impact van de problematiek van de sociale woningen zal zijn”, zegt hij. Het kopje verdwijnt in zijn handpalm. “Ik ben leeg, maar soit. Of dat genoeg is? Eerlijk, ik durf dat niet te zeggen. Verwacht ik de sjerp? Geen idee. Hopen, dat is mijn enige optie. Dat is het leven, hè. Ik moest ooit een keer springen.”

Twee dagen later komt in de war room van de lokale partijtop het resultaat van het eerste telbureau binnen. De partij staat quasi op gelijke hoogte met het kartel. Ongeloof en euforie. Het gemoed van De Clercq is een pendule: “Pfff, dit is waanzin.” Het tweede bureau nuanceert die waanzin. Het derde ook.

‘We haalden het mes uit onze rug, en zetten het tussen de tanden’
Partijtopper

Het is stil, gespannen. Een verkiezingsdag is niks anders dan frenetiek pagina’s refreshen, van bellen, vloeken, lachen en vergeten te eten. “Wat, wit poeder?”

Wanneer plots, ’s avonds, 63 bureaus zijn geteld, is dat het detonatiepunt. Iedereen valt elkaar in de armen en de zichtbaar geëmotioneerde De Clercq spreekt de woorden: “Ik ga de sjerp opeisen.”

In de auto, op weg naar de Oude Vismijn en de verzamelde militanten, schrijft hij een korte speech met ’De stad is van iedereen’ als slotzin. Een verwijzing naar De Wever in 2012: ‘Antwerpen is van iedereen maar vanavond toch vooral van ons.’

In de Vismijn is de boodschap heftig: “De Gentenaars hebben duidelijk gekozen voor een liberale burgemeester!”

Terwijl hij de woorden uitspreekt, staat aan de rand van de zaal, quasi onttrokken aan het oog van het publiek, Dirk Verhofstadt. Wat verderop huilt een oudere man, hij spreekt van ‘revanche’. Vader Yannick De Clercq kijkt toe. De woorden van Verhofstadt, twee dagen eerder in The Lab, zijn nu ook de woorden van De Clercq. In één zin tweeënveertig jaar overbrugd: “Dat historisch onrecht wordt vanavond rechtgezet!”