De staat van de Vlaamse comedy: daar zijn de "specialisten"

Het cultureel seizoen is al enkele weken begonnen, de comedians beginnen er stilaan ook weer aan. Tijd voor een stand van zaken binnen de Vlaamse comedy. Waar zich een trend ontwikkelt.

analyse
Peter Decroubele
VRT-journalist, volgt de comedy in Vlaanderen en Nederland van heel nabij.

Dit weekend is het tijd voor de eerste premières van de Vlaamse comedians (ik hou niet zo van het woord "komiek"): Dries Heyneman stelde zijn nieuwe worp voor, ook mediacriticus Xander De Rycke stelde zijn nieuwe boorling voor, net als komische kok Joost Van Hyfte. De eerste is een behoorlijk klassieke cabaretier, de twee anderen bespelen een niche. En net dat laatste is een trend.

Comedy is nog altijd "hot" in Vlaanderen. De grote "boom" lijkt even voorbij, maar in zowat 15 jaar tijd is de parochiezalencultuur ontwikkeld tot een strakke business. Met programmatoren van schouwburgen die een oogje in het zeil houden, managementskantoren die de artiesten begeleiden, comedians die er kunnen van leven (lange tijd was dat enkel iets voor Urbanus, Geert Hoste en de nationaal minder bekende Karel Declercq), televisie die de comedy heeft ontdekt en vooral ook het brede publiek dat naar de zalen trekt. Nog opvallend de voorbije jaren: promotoren die grote internationale namen naar ons land lokken en in de grootste zalen laten optreden.

Het is maar de vraag of er meer publiek zal komen voor comedy, is de bovengrens niet bereikt? 

Er is nog altijd een continue instroom van nieuwe namen, van nieuw talent. Dat zich toont in wedstrijden allerhande: van "De Humorklas" van Radio 2 over HUMO's Comedy Cup tot de Lunatic Comedy Award. De wedstrijd van de zender met "de grootste familie" leverde een winnaar af na een procedure met tientallen kandidaten.

Het concours van het onafhankelijke weekblad voor radio en televisie kan rekenen op meer dan 60 deelnemers. Dan is het duidelijk: veel gegadigden. Natuurlijk breekt niet iedereen door, wel integendeel. En natuurlijk is de vraag of de koek nog groter wordt, of er meer publiek zal zijn voor comedy. Ik durf denken: neen. Is de bovengrens niet bereikt? De grote namen lopen met het leeuwendeel van de tickets weg, de anderen dartelen in de schaduw.

Specialisten

Eens de comedy vertrokken was in Vlaanderen, kwam er een heel klassieke tweedeling. De "stand-up comedians" en de "cabaretiers". In de eerste categorie kreeg je namen als Gunter Lamoot, Alex Agnew, Jeroen Leenders, David Galle, Philippe Geubels, Nigel Williams, Michael Van Peel, Dufraing & De Wit, Thomas Smith, Bert Gabriels, Han Solo... Ze waren met velen die plots op Angelsaksische wijze de microfoon ter hand namen. De meer klassieke weg was iets voor Wouter Deprez, Bart Cannaerts, Kommilfoo of Wim Helsen - al leunen die laatste twee eigenlijk vooral aan tegen klassiek theater.

En de voorbije jaren zie je dat bepaalde comedians, deels om zichzelf heruit te vinden, deels om zich te profileren in de markt, naar een "specialisme" toegaan, ze bekwamen zich in een bepaald iets, een bepaald register, een bepaalde stijl.

Denken we bijvoorbeeld aan Xander De Rycke. Al voor het derde jaar is "Houdt het voor bekeken", een snoeihard en messcherpe speech waarin hij televisie en film in Vlaanderen ontleedt. En bekritiseert. Veel applaus krijgt hij van sommige BV's niet, van zijn publiek wel. Zalen vol.

Videospeler inladen...

Of neem Lieven Scheire. Begonnen als stand-upper en later deel van het collectief Neveneffecten (dat ondermeer de cultshow "Willy's en Marjetten" maakte). Maar gaandeweg werd hij de man die de wetenschap in al haar facetten bevattelijk kon uitleggen (van "De afspraak" over "Van Gils en gasten" tot op Ketnet).

Tegenwoordig toert hij met wetenschapsshows, waarmee hij zelfs Edinburgh Fringe aandeed, het grootste kunstenfestival ter wereld. Volgens zijn management zit het nieuwe publiek te wachten op wetenschapsverhalen, minstens evenveel dan op pure humor.

Videospeler inladen...

Er is ook Henk Rijckaert. Heeft "Zonde van de zendtijd" gemaakt op Canvas, maar blijft comedyshows produceren. Tegenwoordig zeer met de insteek om techniek en doe-het-zelf te propageren. Hij bewandelt ook de zijweg van YouTube, waar hij met "De Koterij" al meer dan een miljoen views verzamelde voor zijn gekke projecten. In digitale tijden zoeken en vinden comedians een nieuw publiek online.

Videospeler inladen...

En er zijn er nog. Joost Van Hyfte: had ooit jarenlang een restaurant, werd televisie-opwarmer en comedian en doet op het podium wat hij al jaren deed: koken, met veel snuifjes humor. Gastronomie op de leest van comedy schoeien.

Videospeler inladen...

Of er is Arnout Van den Bossche. Een burgerlijk ingenieur, en zo ziet hij er ook uit. Zeer onlogisch lijkt het, maar hij bestormt het podium met een flip-over, met schema's allerhande en met Powerpoint-presentaties. En hij heeft zijn publiek.

Videospeler inladen...

Nog twee, om het af te leren... Die Verdammte Spielerei, een gek collectief van beroepsmuzikanten en een prominente zanger, die humor en muziek (blazers en percussie) laten samensmelten. In zalen, maar ook op straat of zelfs in een kerk.

Videospeler inladen...

En er is ook nog Gili, de man die skeptisch staat tegenover het paranormale en dat ook telkens onderuit haalt. En in de zalen is hij een meester-goochelaar met straffe truuks en een humoristische toon.

En niet te  vergeten. Nog enkele vreemde vogels die apart gebekt zijn, maar ook hun "eigen niche" hebben. Piv Huvluv, die sympathieke West-Vlaamse humor combineert met een liefde voor muziek voor vinyl. In die categorie ook: Guga Baul die zijn imitatietalent gebruikt om een jukebox op zich te zijn, vaak zelfs op festivalpodia. Ygor uit Poperinge die poëtisch cabaret brengt, met een heel eigen idioom. Of Koen Dewulf, die binnen het scholencircuit floreert. En Jan-Bart De Muelenaere, die als niche zijn eigen provincie heeft (West-Vlaanderen), die hij spiegelt en weerspiegelt.

Heel veel diverse vreemde vogels die apart gebekt zijn, da's comedy in Vlaanderen. Zeer divers al is de klassieke stand-up comedian niet verdwenen. Namen? Nieuwlichters? Bas Birker, Piet De Praitere (tegenwoordig vooral ook acteur), de doorgebroken Jens Dendoncker, de terugkerende Iwein Segers, Seppe Toremans, Lukas Lelie, William Boeva, Steven Goegebeur, Begijn Le Bleu (wel eerder een verteller), Steven Mahieu, Jeron Dewulf,  nieuwe talenten Jasper Posson, Erhan Demirci, Latif Ait of de al lang meedraaiende Freddy De Vadder. En neen, ik kan ze niet allemaal opnoemen. Helaas. Sorry.

Maar allemaal hebben ze wel een regisseur of een coach, comedy is volwassen geworden. En een deel van het landschap in de CC's of de schouwburgen want veel comedians verkopen evenveel tickets als het klassieke theatergezelschap.

En -zoals gezegd- er is nieuwe spoeling, er is nieuw talent. Pieter Verelst (cabaret, maar wel gek) of Soe Nsuki (werkt aan iets voor tv) of Grof Geschud. Dat laatste duo toont twee afgestudeerden van de academie van Den Bosch.

En in Nederland?

Daar gaat het zijn gangetje. Groot verschil met Vlaanderen is dat cabaret een opleiding is aan academies en conservatoria. Met vaak Den Bosch als hofleverancier. In Vlaanderen is het genre nog niet ontdekt door de kunstenscholen, misschien wel een werkpunt. Maar in Vlaanderen maakt net dat niet geschoold zijn aparte pareltjes van de comedians. Ze zijn niet in een keurslijf of een format of een denkpatroon van een docent gewrongen, ze moesten het zelf ontdekken en dat leidt tot dat - vaak in Nederland geroemde - absurdisme. Je bent Belg of je bent het niet.

Voor de rest blijft het in Nederland klassiek. Zowat elke grote naam is wel gepasseerd op het Leids Cabaretfestival, op Cameretten of het Amsterdams Kleinkunst Festival (de naam zegt alles). En vaak zie je daar hele traditionele zaken uitkomen: duo's (vaak met piano), conferenciers, weinig Angelsaksich getinte stand-up, het klassieke cabaret, zeg maar. Vaak van zeer goede kwaliteit, Nederland leverde de voorbije tien jaar -naast de klassiekers Youp van 't Hek en Freek De Jonge- pakweg Hans Teeuwen, Theo Maassen, Ronald Goedemont en Micha Wertheim op.

Er staat boven de Moerdijk wel al een tijd een nieuwe held klaar: Jochem Myer. Eigenlijk nog jong en al de auteur van succesvolle kinderboeken en enkele hilarische shows. Waar het anders dan anders meer clownesk is, wat meer ADHD, wat expressiever dan bij veel anderen. Straf: onlangs verkocht de man 50.000 tickets in het legendarische Theater Carré in Amsterdam. Op drie uur tijd. Drie uur! 

Maar het weze gezegd: comedy leeft en ademt vrijuit in Vlaanderen, waar dus meer en meer verschillend pigment aanwezig is. Meer truukjes. Meer "specialisten". Het kan de schouwburgbezoeker alleen maar ten goede komen. 

Meest gelezen