Direct naar artikelinhoud
Jemen

Saudi’s bombarderen Jemen naar nooit geziene hongersnood

Een vrouw toont haar ondervoede kind in de hoofdstad Sanaa.Beeld EPA

Volgens de VN staat nu al de helft van Jemen op de rand van hongersnood. België besliste woensdag om 5,5 miljoen euro extra voor hulp te voorzien. Dat is een kleine 3 procent van wat ons land aan wapendeals met Saudi-Arabië verdient, terwijl de oorlog die dat land in Jemen voert de grootste oorzaak van het lijden is.

De hongersnood die Jemen bedreigt zal groter zijn “dan alles wat deskundigen op dit gebied ooit in hun leven hebben gezien». Zo klinkt de alarmkreet die de VN deze week hebben geuit. Momenteel zijn al acht miljoen mensen afhankelijk van noodhulp om in leven te blijven en sterven er iedere dag 130 kinderen jonger dan vijf. Om officieel van hongersnood te spreken moet aan heel strikte criteria worden voldaan. Dat is de laatste twintig jaar wereldwijd slechts twee keer gebeurd: in 2011 in Somalië en vorig jaar in Zuid-Soedan. Maar als de toestand in Jemen niet heel vlug verbetert, dan voegt dat land zich in dat rijtje en worden veertien miljoen mensen getroffen – de helft van de bevolking.

Jemen is altijd al straatarm geweest, maar de huidige crisis is nagenoeg volledig te wijten aan de oorlog die er in 2014 begon. Door Iran gesteunde Houthi-rebellen veroverden toen het westelijk deel van het land en joegen het met Saudi-Arabië bevriende regime van president Abd Rabbuh Mansur al-Hadi de hoofdstad Sanaa uit. In de chaos die daardoor ontstond, kregen ook terroristische groepen zoals Al-Qaida en IS een steviger voet aan de grond. In maart 2015 besloot Saudi-Arabië om gewapend in te grijpen. Daarvoor schaarde het een coalitie om zich heen met landen als Marokko en de Verenigde Arabische Emiraten, die met luchtaanvallen begon. De coalitie kreeg daarbij aanzienlijke logistieke steun van de VS en Groot-Brittannië.

Momenteel zijn al acht miljoen mensen afhankelijk van noodhulp om in leven te blijven en sterven er iedere dag 130 kinderen jonger dan vijf

Al snel werd duidelijk dat de bombardementen de burgerbevolking allerminst spaarden. Een rapport waarin de VN twee maanden geleden alle strijdende partijen van oorlogsmisdaden betichtte, stipte klaar en duidelijk aan dat de Saudische bommencampagne voor het merendeel van alle burgerslachtoffers zorgt. Intussen zijn al zeker 6.592 doden en 10.470 gewonden geteld. Het VN-rapport noemde zestig luchtaanvallen waarbij burgers stierven zonder dat enig militair doelwit in de nabijheid viel te bespeuren. Het ging daarbij om bombardementen op huizen, markten en zelfs ziekenhuizen. Het dodelijkste was een luchtaanval op een begrafenisplechtigheid in oktober 2016, met 137 burgerdoden als gevolg.

Soms werd een eerste aanval gevolgd door een tweede, die toegesnelde hulpdiensten trof – een tactiek die eerder al berucht geraakte in Syrië. Een incident dat het VN-rapport niet eens heeft gehaald omdat het na het verschijnen gebeurde, is het bombardement dat op 29 augustus een schoolbus trof in rebellengebied. Daarbij stierven veertig kinderen en elf volwassenen. Onderzoek van bomfragmenten wees uit dat het gebruikte wapen door de VS was verkocht aan Saudi-Arabië. Ook op de grond begaat de coalitie trouwens gruweldaden. Zo meldt het VN-rapport verkrachtingen en folterpraktijken in de gevangenissen die de coalitie runt.

Een ondervoed Jemenitisch kind in een ziekenhuis in Abs.Beeld AFP

Zin voor sarcasme

Aan het nijpende voedselprobleem droeg de coalitie bij door een grensblokkade in te stellen. Daarvoor beriep ze zich met de nodige zin voor sarcasme op een wapenembargo van de VN. Maar terwijl het eigen wapentuig natuurlijk nog wel de grens over geraakt, viel andere import grotendeels stil, wat een ramp betekent voor een land dat vóór de oorlog al voor 90 procent van alle voedsel, medicijnen en brandstof op invoer moest rekenen en de binnenlandse productie zag halveren door het oorlogsgeweld. De gevolgen laten zich voelen: zo is de kostprijs van basisvoorzieningen gestegen met 140 tot 204 procent ten opzichte van de vooroorlogse tijd, terwijl brandstof 280 tot 357 procent duurder werd.

De VN becijferden dat er 2,6 miljard euro nodig is voor humanitaire hulp, waarvan momenteel nog 830 miljoen ontbreekt. België zegt al meer dan 25 miljoen te hebben bijgedragen en gisteren deed het daar dus nog 5,5 miljoen bovenop. Dat laatste bedrag is echter maar een kleine 3 procent van wat ons land vorig jaar aan wapens naar Saudi-Arabië heeft uitgevoerd. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open Vld) is dan ook scherp voor het Waalse gewest, dat die wapenverkopen blijft steunen. “Zolang we dit conflict blijven voeden, zal de humanitaire waanzin niet stoppen”, beklemtoonde hij. “Het is aan elke overheid om de gepaste maatregelen te nemen. Maar men moet goed beseffen waarmee men bezig is.”