Overheid lanceert website voor mensen met atypische geslachtskenmerken

© An Nelissen

Mensen die met atypische geslachtskenmerken geboren zijn, hebben bovenal nood aan informatie zonder vooroordelen en taboes. Daarvoor kunnen ze voortaan terecht op een website. Experts pleiten voor minstens twee expertisecentra.

Eva Berghmans

Is het een jongen of een meisje: dat is vaak de eerste vraag die jonge ouders na de geboorte krijgen. Maar wat als dat niet helemaal duidelijk is? Wat als een penis kleiner is dan verwacht, of een clitoris opmerkelijk groter dan doorsnee? In de jaren zestig bespaarden dokters de ouders van een kind met zo’n intersekse­conditie de verwarring. Ze opereerden zo snel mogelijk en ‘maakten’ van het kind in de meeste gevallen een duidelijke meisjesbaby, wat later vaak bleek te botsen met het gendergevoel van het kind.

Het voorbije decennium groeit daarom de consensus dat het beter is om operaties uit te stellen tot het kind in de puberteit komt en mee kan beslissen. In Malta goot men dat inzicht zelfs in een wet die genitale heelkunde bij kinderen verbiedt tenzij ze levensnoodzakelijk is.

Binair denken

Martine Cools, afdelingshoofd kinder­endocrinologie aan het UZ Gent, pleit voor omzichtigheid en uitstel waar mogelijk, maar niet voor een absoluut verbod op genitale heelkunde bij kinderen. ‘In de jaren zestig zijn fouten gemaakt omdat de medische wereld niet wist wat het effect van vroeg ingrijpen was. Maar vandaag weten we nog onvoldoende wat de psychologische impact is van opgroeien met een geslachtsdeel dat er anders uitziet. We mogen niet experimenteren met een generatie kinderen. Als de overheid wil dat er minder geopereerd wordt, moet ze de alternatieve aanpak financieren. Ik kan in één consult uitleggen wat er medisch aan de hand is, maar voor een goed gesprek over de gevolgen van al dan niet ingrijpen, heb ik aan tien consulten nog niet genoeg. Laat staan om ouders en kinderen te helpen om genoeg zelfvertrouwen op te bouwen om voor een niet-chirurgisch alternatief te kiezen. Vergeet niet dat hier veel sociale druk bij komt kijken. Onze samen­leving denkt nog altijd heel binair over mannen en vrouwen.’

Ingesleten ideeën

Voor Cools moet de overheid in de eerste plaats werk maken van de erkenning van hooguit twee expertisecentra voor België. In die centra zouden ook psychologen en seksuologen een volwaardige rol moeten spelen, vanaf de geboorte. ‘Nu is het vaak nog de chirurg die na de diagnose met de ouders gaat praten’, zegt psychologe en seksuologe Nina Callens (UGent), die de ervaringen van mensen met een intersekseconditie in kaart brengt. ‘Dat kan de indruk wekken bij ouders dat chirurgie de beste oplossing is. Als er ook meteen een gespecialiseerde psycholoog bij betrokken wordt, zouden de andere opties bespreekbaarder zijn, opties die meer focussen op het kind als persoon dan op het atypische lichaam.’

En zelfs als meteen voor een operatie wordt gekozen, blijft psychologische begeleiding aangewezen, zegt Callens. ‘Doorgaans volstaat chirurgie niet als “oplossing”. Sowieso moet er nog veel gepraat worden met het kind. We moeten ook wrikken aan ingesleten ideeën en bijvoorbeeld uitleggen dat er heel veel variatie in penissen en vulva’s bestaat. Het is redelijk arbitrair wat we als normaal beschouwen. De website die we ontwikkeld hebben, wil die natuurlijke variatie in de verf zetten.’

Alle informatie voer intersekse/DSD is na te lezen op de nieuwe website die de Universiteit Gent ontwikkelde met steun van Vlaams minister voor Gelijke Kansen Liesbeth Homans (N-VA).