Direct naar artikelinhoud
in memoriam

De man die Hitlers atoombom saboteerde

De Noorse verzets­held Joachim Ronneberg doet het verhaal van zijn sabotage­actie aan de BBC.Beeld Norwegian Independent Company 1

Drieëntwintig was hij pas, toen zijn verzets­team in Noorwegen de fabriek opblies waar de nazi’s zwaar water maakten. Ze verijdelden het plan van de Duitsers om als eerste een kernbom te ontwikkelen. “We hebben hoeren­chance gehad”, zei Joachim Ronneberg achteraf.

Het is een van de beroemdste sabotage­daden uit de Tweede Wereld­oorlog, met alle klassieke ingrediënten. Negen jongemannen – er was geen tijd om te streven naar gender­gelijkheid – werden gedropt op 60 kilometer van de zwaar­water­centrale. Ze skieden ’s nachts, rustten overdag en werden opgehouden door sneeuw­stormen. Toen kregen ze eindelijk de fabriek in zicht waar de nazi’s sleutelden aan hun mysterieuze, super­geheime project.

Een Brits team van 35 man had een jaar eerder, in 1942, al geprobeerd de fabriek te saboteren. Ze hadden roemloos in het zand gebeten. “Er was geen gemakkelijke manier om daar binnen te geraken”, zei Ronneberg achteraf. “We hadden geen plan. Er waren zoveel factoren die puur met geluk te maken hadden. We konden alleen maar het beste hopen. En vertrouwen op de cyanide­capsule die elk van ons bij zich had, voor als het verkeerd ging.”

Ze glipten langs barakken vol Duitse soldaten, kropen langs trein­sporen en besloten het langs de achterdeur te proberen. Ronneberg knipte het hang­slot van een hek door met een knip­schaar die hij in een ijzerwinkel gekocht had. Binnen bleken alle ­deuren potdicht, maar ze vonden een schacht voor leidingen en buizen waarlangs ze naar binnen konden kruipen. “Die leidde naar een hal, zo groot als een grot. Het bleek het hart van de centrale: een wirwar van slangen en elektrische kabels rond achttien roestvrij­stalen cilinders. De containers voor het zwaar water! Er waren geen bewakers; achter een bureautje zat alleen een werkman te suffen.”

‘Zonder onze ingreep had Londen er misschien wel zoals Hiroshima uitgezien’
Joachim Ronneberg

Onder bedreiging met zijn pistool verzocht Ronneberg de man vriendelijk om geen kik te geven. Zijn team bracht spring­ladingen aan, waarvan ze de lont ouderwets met lucifers in brand staken. Toen zetten ze het op een lopen. Ter hoogte van de barakken met soldaten hoorden ze het hart van de centrale ontploffen. Sirenes begonnen te loeien. De Duitsers ­stonden zo perplex dat de saboteurs konden ontkomen. Zelfs een ­klopjacht met 2.800 soldaten kon hen niet meer achterhalen.

Na een tocht van bijna 500 kilo­meter over besneeuwde berg­flanken, bereikten ze het neutrale Zweden. Alle leden van het team bleken ongedeerd; er was zelfs geen schot afgevuurd bij de raid. Maar het kostte de Duitsers een half jaar om de schade te herstellen.

Pas achteraf kwam Ronneberg te weten hoe cruciaal zijn daad geweest was: “Na Hiroshima begreep ik wat een atoombom was – en dat Londen er zonder onze ingreep misschien wel zo had uitgezien.”