Populariteit schietsport in Vlaanderen piekt na aanslagen
Na de terreuraanslagen in Parijs en Brussel is de interesse in de schietsport opvallend gestegen. Veel Vlamingen zien in de schietsport een achterpoortje om legaal een wapen in huis te halen, rapporteert het Vlaams Vredesinstituut.
Het aantal wapens in Vlaanderen is de laatste jaren gestegen tot 304.000. Een derde daarvan is in de handen van sportschutters: mensen die lid zijn van een schietclub (sportief schieten), mensen die regelmatig in een schietclub te vinden zijn (recreatief schieten) of mensen die een keer per jaar willen kennismaken met vuurwapens (occasioneel schieten). De eerste twee groepen kunnen zelf een wapen bezitten.
Volgens een nieuw rapport van het Vlaams Vredesinstituut is er echter onvoldoende toezicht op de sportschutters. Vooral dan op de tussengroep van recreatieve schutters. “We merken dat in die groep nu veel mensen bijkomen die eigenlijk niet geïnteresseerd zijn in de schietsport, maar die wel een eigen vuurwapen willen hebben om zichzelf veiliger te voelen”, zegt Tine Destrooper, directeur van het Vredesinstituut. “De controle door de provincies laat te wensen over. Het is geen prioriteit.”
Een licentie als sportschutter is de snelste weg naar legaal wapenbezit in Vlaanderen. De statistieken bevestigen dit. Tussen januari 2014 en augustus 2018 werden maandelijks gemiddeld 263 sportschutterslicenties uitgereikt in Vlaanderen. Na de aanslagen in Parijs in januari 2015 tegen het blad Charlie Hebdo steeg dit cijfer naar 447. Na de aanslagen in Parijs tegen onder meer het Stade de France en de concertzaal Bataclan in november 2015 zelfs naar 680. Ook in de nasleep van de terreur in Brussel op 22 maart 2016 is een lichte stijging zichtbaar in de cijfers.
‘Veel mensen zijn eigenlijk niet geïnteresseerd in de schietsport, maar willen wel een eigen vuurwapen hebben om zichzelf veiliger te voelen’
“We moeten voorzichtig zijn omdat het aantal afgeleverde schietlicenties in het begin van het jaar steeds het hoogst ligt”, zegt Destrooper. “De cijfers worden echter duidelijk vastgesteld bij de twee grote schietfederaties in Vlaanderen. En ze liggen zo hoog, zelfs in vergelijking met dezelfde maanden in andere jaren, dat ze suggereren dat er inderdaad meer sportschutters zijn bijgekomen als gevolg van terroristische aanslagen. Zeker na de aanvallen op 13 november 2015 in Parijs.” Die dag maakten IS-terroristen eerst zoveel mogelijk doden met kalasjnikovs, waarna ze zichzelf opbliezen. Hierbij vielen 129 doden en ruim 350 gewonden.
Achterpoort in wapenwet
Ook de federale politie heeft het gevoel dat de wettige reden van het recreatief schieten wordt gebruikt door personen die gewoon graag een wapen in huis hebben. Een vertegenwoordiger van de Vlaamse provinciale wapendiensten noemde het recreatief schieten op een studiedag in 2017 nog de “grote achterpoort in de wapenwet”.
Nog verontrustender is dat Het Laatste Nieuws meldt dat ook misdadigers en zelfs terroristen misbruik maken van de schietsport. Volgens de krant heeft de federale politie aanwijzingen dat zij de gaten in de wetgeving voor het occasioneel schieten uitbuiten om hun schietkunst bij te schaven. Criminelen en terroristen kunnen dat gemakkelijk doen omdat een schietstand niet verplicht is om naar een uittreksel van hun strafblad te vragen bij occasionele sportschutters. De wel verplichte registratie wordt vaak laks uitgevoerd en nauwelijks gecontroleerd.
Die laksheid zou bekend zijn tot over de landsgrenzen heen, want uit controles van de Federale Wapendienst blijkt dat er buitenlanders zijn die de hele regio doorkruisen om als occasionele schutters met wapens te trainen.
