Wat moet een mens daarvan denken? In september en oktober eindigde BMW telkens op de eerste plaats wat betreft het aantal inschrijvingen van nieuwe personenwagens in ons land. Een premiummerk dat de volumemerken aftroeft, totaal onverwacht is dat niet. Over een periode van meer dan tien jaar hebben de premiummerken hun marktaandeel in ons land fors vergroot. In het geval van Porsche en Jaguar met 300 procent.
Het gaat goed met de premiummerken, op het eerste zicht tenminste. Nooit eerder hebben ze meer wagens geproduceerd en meer winst gemaakt. Nemen we de evolutie van de inschrijvingen van nieuwe personenwagens in ons land onder de loep, zien we dat de Duitse premiummerken hun marktaandeel in ons land sinds 2005 fors hebben vergroot: van 4,9 naar 6,1 % voor Audi, van 4,2 naar 6,8 % voor Mercedes en van 5,1 naar 7,7 % voor BMW.
Premiummerken hebben grote symboolwaarde
Die positieve evolutie heeft volgens Febiac-woordvoerder Joost Kaesemans te maken met de toegenomen welvaart en een veranderend bestedingspatroon. Wat dat laatste betreft ziet hij een duidelijke verschuiving… “De consument kiest hetzij voor de grootst mogelijke value for money hetzij voor een sterk imago, lees premium.”
De premiummerken profiteren ook van de oververtegenwoordiging van bedrijfswagens in ons wagenpark. Die zijn meestal gekoppeld aan een leasingcontract waarbij de huurprijs sterk afhankelijk is van de restwaarde. Zoals bekend ligt die bij de luxemerken doorgaans hoger. Premiummerken hebben ook een grote symboolwaarde: een Audi, BMW of Mercedes op de oprit wijst in de richting van een bovengemiddeld inkomen.
Ondertussen heeft de Duitse top drie het gezelschap gekregen van onder andere Jaguar, Land Rover, Porsche, Tesla en Volvo. Opvallende afwezige zijn de Franse en Aziatische merken. Lexus probeert al jaren aansluiting te vinden maar is daar nog altijd niet in geslaagd. Sinds kort ondernemen ook het Franse DS en Zuid-Koreaanse Genesis een poging. Voornoemde merken zijn dochterondernemingen van respectievelijk de Groupe PSA en Hyundai/Kia. Alfa Romeo en Maserati willen wel, maar kunnen niet.
Aston Martin, Bentley, Bugatti, Ferrari, Lamborghini, Maybach, McLaren en Rolls-Royce zijn hors catégorie, wegens onredelijk duur. Zo kost een Bugatti Chiron meer dan 2 miljoen euro, voor een set banden betaal je 25.000 euro en voor een oliebeurt 20.000 euro. Dat het nog duurder kan bewijst het prijskaartje van 2,275 miljoen euro dat aan de Mercedes AMG Project One hangt.
Waar herken je premium aan?
Aan welke criteria moet een premiumauto voldoen? Om te beginnen moet die technologisch vooruitstrevend zijn, kwaliteitsvol afgewerkt en voorzien van de allernieuwste assistentie- en infotainmentsystemen. Connectiviteit, alternatieve aandrijving en autonoom rijden zijn de nieuwe ijkpunten. Vanzelfsprekend moet die ook comfortabel en veilig zijn, over voldoende ruimte beschikken voor passagiers en hun bagage én uitstraling bezitten. Want een auto is en blijft een emotioneel geladen statussymbool.
Een auto is en blijft een emotioneel geladen statussymbool.
Premiummerken hebben hun gamma sterk uitgebouwd
Om hun positie te consolideren én rendabel te blijven, hebben de premiummerken hun modellenaanbod in de breedte uitgebouwd en zelfs nichesegmenten gecreëerd – tot ergernis van de grote volumemerken. Die hebben een tegenaanval ingezet door het kwaliteitsniveau van hun modellen zichtbaar te verhogen en/of door startups in de markt te zetten, zoals Hyundai/Kia met Genesis en Groupe PSA met DS.
.
Nieuwkomers hebben het echter moeilijk om de premiumstatus te verwerven. Recentelijk is enkel Tesla daarin geslaagd. Het paradepaard van Elon Musk bestaat amper 15 jaar en bezat vorig jaar een beurswaarde die de Duitse premiummerken deed verbleken. Ondertussen is de hype voorbij en heeft de Amerikaanse constructeur veel van zijn krediet en vertrouwen verloren. Ook bij de verkoop gaat het de verkeerde richting uit. In ons land daalde de Tesla-verkoop de eerste negen maanden van het jaar met 21,15 procent, in de voorbije maand oktober zelfs met 44,44 procent.
Invoering WLTP-cyclus heeft de markt verstoord
Op uitzondering van BMW maakten ook de andere premiummerken een slechte beurt in oktober. Dat heeft wellicht te maken met de invoering van de WLTP-cyclus op 1 september die voor een verstoring van de markt heeft gezorgd. Aan de ene kant werden tijdens de zomermaanden tienduizenden stockwagens met recordkortingen op de markt gegooid, aan de andere kant konden de meeste constructeurs geen nieuwe wagens inschrijven omdat die (nog) niet voldeden aan de nieuwe WLTP-normen. Een en ander zorgde voor onrust op de markt en voor onzekerheid bij de premiumklant. Die rijdt doorgaans meer dan 15.000 km per jaar, legt vaak lange trajecten af en bezit meestal met een pk-sterke wagen. In principe opteert hij voor een dieselmotor, maar die is vandaag kop van jut. In die mate zelfs dat almaar meer stadsbesturen overwegen om een dieselverbod in te voeren voor hun grondgebied en de regering de accijnzen op diesel fors heeft verhoogd. Dieselrijders moeten plots ook meer BIV en rijtaks betalen en dreigen met de vinger te worden gewezen. Een hoogst ongemakkelijke situatie voor een merk als Mercedes met nog altijd 70 procent dieselrijders. Dat beseft ook woordvoerster Helen Van Nuffelen: “Wij gaan ervan uit dat tegen 2025 nog altijd 75 procent van de voertuigen door een verbrandingsmotor zal worden aangedreven.”
Resoluut kiezen voor hybride of elektrische aandrijving lijkt een aanlokkelijk alternatief maar is dat inderdaad ook zo? Een plug-in hybride kost veel geld, een e-auto is zo mogelijk nog duurder en het aanbod in het premiumsegment beperkt zich in Europa tot welgeteld drie modellen: de Jaguar I-Pace en Tesla S en X. De Audi e-tron kan weliswaar al worden besteld, maar de uitlevering aan de klanten loopt naar verluidt vertraging op. Hoeveel dagen of weken is niet bekend. Wie droomt van een elektrisch aangedreven BMW, Mercedes, Porsche of Volvo zal nog (veel) langer moeten wachten. De feiten zijn wat ze zijn, het verdict is navenant: de Duitse premiummerken maken hun beloften niet waar! Dat geldt overigens ook voor dé elektromobiliteit politiek. Van een voluntaristisch, innovatief en gecoördineerd beleid op Europees vlak inzake elektromobiliteit en autofiscaliteit is nog altijd geen sprake. Ook dat is een trieste waarheid.
De feiten zijn wat ze zijn, het verdict is navenant: de Duitse premiummerken maken hun beloften niet waar!
Made in Germany niet langer heiligmakend
Er is nog meer slecht nieuws op komst. In september zakte de autoverkoop in China met 12 procent. Zet die terugloop zich door kan dat dramatische gevolgen hebben voor de Europese premiummerken. Die realiseren een kwart van hun verkoop én winst op de Chinese markt die met 27 miljoen auto’s op jaarbasis de grootste automarkt ter wereld is. De inzinking heeft te maken met een nieuwe wet die auto’s kopen op afbetaling moeilijker maakt en met tegenvallende resultaten op de Chinese geldbeurzen. Bovendien is er grote ongerustheid ontstaan over de afloop van de handelsoorlog met de Verenigde Staten, wat niet bevorderlijk is voor het consumentenvertrouwen in China.
Blijft de groei in China de komende weken en maanden beneden de verwachtingen, zal dat de winst van de buitenlandse automerken hypothekeren. Volgens analisten zullen met name de Chinese constructeurs voordeel halen uit de situatie. Voor wie nog twijfelt aan hun slagkracht: van de top 10 meest verkochte elektrische modellen komen er vijf uit China en drie uit de VS (Tesla). Japan is vertegenwoordigd door Nissan en Toyota. Terzelfdertijd sturen Mercedes en BMW de ene winstwaarschuwing na de andere uit. Winst en verlies liggen soms kort bij elkaar, made in Germany is niet langer heiligmakend.
Tesla spurt BMW voorbij
Na maanden van vrije val heeft het Tesla-aandeel zich de voorbije maand hersteld met een stijging van 38,5 procent in de maand oktober. Daardoor is de beurswaarde van Tesla gestegen tot 52,8 miljard euro, of 1 miljard euro méér dan BMW dat alleen al in 2017 bijna 16 procent aan beurswaarde verloor en nu gewaardeerd wordt op 51,8 miljard euro.
Zet de hausse zich door voor Tesla komt ook Mercedes in zicht met een beurswaarde van momenteel 54,4 miljard euro.
Het verleden heeft geleerd dat beurswaarden relatief zijn. Dat geldt ook in dit geval. Tesla produceerde tijdens de drie voorbije kwartalen zo’n 151.000 voertuigen, bij BMW rolden in dezelfde periode 1,6 miljoen auto’s van de band.
Dankzij de explosieve stijging van het Tesla-aandeel in oktober is Tesla opnieuw nummer één onder de Amerikaanse merken, voor General Motors, Ford en Fiat-Chrysler (FCA).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
