Jolien D'hoore: "Doel is olympische carrière in Tokio afsluiten met titel in ploegkoers"

door
Belga
Leestijd 2 min.

Jolien D'hoore blikte vandaag op de BOIC-stage in Lanzarote vooruit naar 2019. Dat jaar staat al volledig in het teken van de Olympische Spelen in Tokio in 2020. "Ik zit maar met één wedstrijd in mijn hoofd: de ploegkoers in Tokio. Daar wil ik goud winnen", liet D'hoore optekenen. "Het is altijd leuk om de andere atleten terug te zien in Lanzarote", opende D'hoore. "Ik was de vorige jaren één van de jongere atleten hier, maar nu al één van de anciens. Dat verschil is enorm. Maar de tijd gaat nu eenmaal snel vooruit."

Het grote doel van D'hoore is de ploegkoers in Tokio in 2020, maar ook in 2019 wil ze nog prijzen pakken. "Ik wil op het WK in het Poolse Pruszkow (27 februari-3 maart 2019) graag minstens het podium halen op de ploegkoers. De wereldtitel opnieuw halen (na 2017) moet eigenlijk het doel zijn, maar we zullen zien. Mijn partner, Lotte Kopecky, is ook opnieuw klaar. Ze heeft een pechjaar met veel blessures achter de rug, maar is opnieuw in orde."

"Vervolgens begint de weg naar Tokio. Het worden hoogstwaarschijnlijk mijn laatste Spelen. Ik zal er 30 jaar zijn en zie mijzelf eigenlijk niet tot mijn 34e en de Olympische Spelen van 2024 in Parijs doorgaan. Ik wil in Japan mijn olympische carrière afsluiten met goud op de ploegkoers. België is een land met traditie in de ploegkoers en dat wil ik verderzetten."

Voor het komende wegseizoen ruilde D'hoore in ploegverband Mitchelton-Scott voor Boels-Dolmans. "Het beste team ter wereld", aldus D'hoore. "Ze laten mij bovendien mijn zin doen op de piste. Ze begrijpen dat ik alles op Tokio zet. Tussendoor hoop ik ook nog een klassieker te winnen in het voorjaar. De Ronde van Vlaanderen is geen obsessie. Dat is een moeilijke wedstrijd voor mij, iets te zwaar eigenlijk. Ik mik eerder op de Driedaagse De Panne, Gent-Wevelgem en Nokere Koerse. Ik zal ook geen uitgesproken kopman zijn binnen het team, maar ik verwacht in eigen land wel mijn eigen kans te kunnen gaan."

Bron: Belga