Direct naar artikelinhoud
Column

Een zoveelste fatsoenlijk getrimd scalpje aan haar riem

Frederik De Backer.Beeld Stefaan Temmerman

Frederik De Backer schrijft elke donderdag over de grauwe wereld die we zo veel mogelijk proberen te negeren.

Haar pijpen was zo mogelijk nog slechter dan het proza dat ze om de zo veel weken vanaf een vierkante meter podium een halfleeg café aandeed. Dan oreerde ze over het Vrouw-zijn, wat neerkwam op een combinatie van mannenhaat en de vele knallende orgasmes die ze de harige gehaten desondanks bezorgde, waarschijnlijk middels het met haar boventanden bijvijlen van dier eikelranden of wat het ook was wat ze momenteel op de zijne oefende. Een helse ervaring, zowel het pijpen als het proza, die ze vreemd genoeg steeds weer verkocht kreeg aan hun beider daarvoor bestemde publiek. Seks verkoopt, zelfs slechte.

Een helse ervaring, zowel het pijpen als het proza, die ze vreemd genoeg steeds weer verkocht kreeg aan hun beider daarvoor bestemde publiek

Hij voelde zich verslappen in haar mond in zijn auto om de hoek van de flat die ze deelde met haar vriend. Alles om niet te moeten denken aan het slagveld dat hij bij thuiskomst in zijn onderbroek zou aantreffen. Hij was geen kenner, maar godverdomme, zo moeilijk kon dat toch niet zijn?

Ze was al lang niet meer het leuke meisje van weleer, toen hij nog die ‘vriendin’ was met wie ze een weekendje ging uitwaaien aan zee. Net zeventien, twee bloedgeile pubers, haar vriend sliep toen nog gewoon thuis. Onnozelaar. Een gocart hebben ze niet gezien dat weekend. Godzijdank was oraal toen nog geen optie. Haar eerste boek zou voor geen meter hebben verkocht.

Hij was verliefd op die half voorbij alle onschuld gezweefde zeventienjarige, blakend van levens- en andere lusten, niet op de krassende vijfendertigjarige die de komende week een heel hoofdstuk zou wijden aan een staaltje dusdanig grensverleggend getutter dat zelfs de airbag het niet meer had gehouden. Een zoveelste fatsoenlijk getrimd scalpje aan haar riem. In haar boeken was ze Vrouw met een hoepel van schaamhaar permanent wentelend om haar perfecte poepje dat naast de bladzij gewoon als een knokige puistenreet stond geboekstaafd. Een grauwe rotswand, met hier en daar een doffe robijn blootgesteld aan de occasionele gure wind.

Of er iets scheelde, vroeg ze uiteindelijk. Hij ontspande zijn gezichtsspieren en antwoordde dat de Boekenbeurs er dit jaar misschien niet zou inzitten.