De bosmierspringspin vermomt zich als mier om aanvallers af te schrikken. Ze gebruikt meestal slechts drie van haar vier potenparen om te lopen en houdt haar eerste potenpaar in de lucht, zoals de antennes van een mier.

De bijzondere mierennabootsing is de belangrijkste reden waarom de bosmierspringspin verkozen werd tot Europese Spin van het Jaar, zegt Natuurpunt. ‘Via een initiatief als de Spin van het Jaar hopen we niet alleen een minder populaire diergroep als de spinnen onder de aandacht te brengen. We hopen ook dat een breder publiek deze soort zal melden, zodat onderzoekers nieuwe gegevens ontvangen over de huidige verspreiding van de bosmierspringspin.’

De bosmierspringspin behoort tot de familie van de springspinnen die met 6.100 verschillende soorten wereldwijd de grootste spinnenfamilie vormt. ‘Veel springspinsoorten hebben een eerder compacte lichaamsbouw. De bosmierspringspin heeft een langwerpig lichaam van 5 tot 6,5 mm lang, dat op dat van een mier lijkt. Het achterlijf is met het kopborststuk verbonden door een smalle taille, vergelijkbaar met die van een mier’, zegt Natuurpunt.

Dekmantel om te overleven

‘Bosmierspringspinnen bootsen niet alleen het uiterlijk van mieren na, maar ook de bewegingen. Zo lopen ze op een ‘mierachtige’ manier in intervallen, alsof ze een feromonenspoor volgen’, zegt Hendrik Moeremans van Natuurpunt. ‘De bosmierspringspin bootst weliswaar mieren na, maar niet om die dan ook op te eten. Haar belangrijkste voedsel zijn namelijk kleine vliegjes en mugjes, met regelmatig ook plaaginsecten zoals bladluizen. De soort profiteert vooral van het feit dat mieren door hun agressiviteit relatief weinig vijanden hebben, waardoor de spinnen ook minder het slachtoffer worden van wespen en vogels.’

Mier-nabootsende springspinnen kunnen gedurende het hele jaar worden gevonden, maar de belangrijkste activiteitsperiode loopt van april tot augustus. De bosmierspringspin komt van nature voor in Europa en werd ook ingevoerd in de Verenigde Staten. De spin is niet zeldzaam en wordt over het algemeen niet als bedreigd beschouwd.