"Duurste vestiaire ter wereld”: prestigieuze nieuwe museumtoegang in Berlijn
Het Berlijnse Museumeiland met 2,5 miljoen bezoekers per jaar heeft een nieuwe entree: de James Simon-galerie, langs de Spree. Met veel vertraging gebouwd en eens zo duur als begroot.
Het Museumeiland van Berlijn - Unesco-werelderfgoed - herbergt vijf musea: het Pergamon (met de beroemde Ishtar-poort uit Babylon), het Neues Museum (met een bekende buste van de Egyptische koningin Nefertiti), de Alte Nationalgalerie (met kunst uit de 19e eeuw), het Altes Museum (archeologie) en het Bode-Museum (vooral beeldhouwwerk). Ook de Dom van Berlijn ligt op het eiland in de Spree.
Nu is een nieuwe toegang gebouwd, met een opvallende strakke zuilenrij. In het gebouw van 4.600 vierkante meter zitten een boekhandel, een café, een auditorium, een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen, net als de ticketverkoop en de vestiaire voor alle vijf de musea op het eiland.
Budget verdubbeld
Het gebouw is ontworpen door de Britse architect David Chipperfield, die eerder al het Neues Museum heropbouwde, en daarvoor internationaal gelauwerd werd. De nieuwe entree heet de James Simon-galerie, naar een beschermheer van de Berlijnse musea. Vandaag is de sleutel overhandigd; het wordt volgende zomer in gebruik genomen.
Directeur Michael Eissenhauer noemt het nieuwe gebouw "een geschenk uit de hemel". In de Berlijnse volksmond wordt het “de duurste vestiaire van de wereld” genoemd, omdat het budget bijna verdubbelde, van 71 naar 134 miljoen euro. De bouw liep ook jaren vertraging op.
