Direct naar artikelinhoud
Analyse

Wachten op de verrijzenis van Arne Sierens

Arne Sierens.Beeld Swa Van Damme

De broers Geboers, een tekst van Arne Sierens uit 1998, is een pareltje van tragikomische vertelkunst. Het contrast met Sierens’ meer recente producties is groot. Zijn aangekondigde vertrek om te willen herbronnen getuigt van gezond zelfinzicht.

Arne Sierens (°1959) is een van onze meest unieke theaterauteurs. Wanneer in de woelige theaterjaren 80 de tekst aan belang verliest, blijft hij het woord trouw. Soms schrijft hij aan tafel maar vaker nog laat hij zich omringen door een groep vertrouwde acteurs, improviseert met hen op de vloer, plukt uit het materiaal de mooiste kleinmenselijke bloemen en maakt er theaterliteratuur van. Hij creëert vanuit het lijf, vanuit de ziel van zijn spelers, maar draait dat alles door de molen van zijn eigenzinnige schrijverschap. Zijn stukken krijgen de geuzennaam ‘tranches de vie’ mee. In De broers Geboers, momenteel hernomen in een nieuwe bezetting, voel je het leven vechten.

Voor de tekst tekende Sierens verhalen op uit de Brugse Poort, de verarmde wijk in de 19de-eeuwse gordel van Gent, waar hij opgroeide. De broers Geboers zijn marginale prutsers, vorte klootzakken en rechtse rakkers, maar voor alles overlevers die wanhopig uit de valkuilen van hun verwekkers trachten weg te blijven – tevergeefs. Die mix van low life-panache, humor, determinisme en de eeuwige worsteling met het lot doordesemt de tekst en wordt evenwichtig en aangrijpend op de planken gebracht door de nieuwe cast met daarin onder meer Wim Willaert, Sebastien Dewaele en Marijke Pinoy.

Het voelt als een opluchting om deze vintage Sierens terug te zien, want de laatste jaren begonnen de Sierens-creaties ‘in het dialect van de ziel’ beangstigend veel op hun kluchtige amateurbroertje te lijken

Het voelt als een opluchting om deze vintage Sierens terug te zien, want de laatste jaren begonnen de Sierens-creaties ‘in het dialect van de ziel’ beangstigend veel op hun kluchtige amateurbroertje te lijken. Met de locatievoorstelling Zingarate (2017) leek de fond – de diepmenselijke, universele tragiek – al behoorlijk ver zoek: een schare trouwe acteurs moest zichzelf overschreeuwen bij gebrek aan interessant spelmateriaal. Dieptepunt was echter Heilig Hart (2018) waarin elke vorm van dramatische stof leek te ontbreken. Het resulteerde in een platte, pijnlijk ongrappige opvoering waarin wanhopige acteurs de inhoudelijke leegte trachtten te verdoezelen met tergend geschmier. Het contrast met de ideeënrijkdom en de subtiele vertolkingen van De broers Geboers kon niet groter zijn.

“Na twaalf jaar bij hetzelfde gezelschap begon er bij mij ook wat routine in te sluipen”, zo verklaarde Sierens vorige week in een interview, maar er is misschien nog een reden aan te wijzen voor zijn sluimerende bloedarmoede. Los van zijn kwaliteiten als auteur en regisseur lijkt het behoorlijk moeilijk om met Arne Sierens in één gezelschap te blijven zitten. DAS-theater, in 2001 opgericht met Johan Dehollander en Stef Ampe, viel al na enkele jaren uiteen door onderling gekrakeel. Ook van de stichtende leden van Compagnie Cecilia (2006) blijft vandaag alleen Sierens over. Niet de petite histoire achter deze breuken is interessant, wel de vaststelling dat Sierens al een aantal jaren vooral met zichzelf in gesprek is. En wie te lang zonder tegenspraak blijft, dreigt niets meer te vertellen te hebben.

Dat die analyse ook intern is gemaakt, wil het gezelschap niet gezegd hebben, maar vorige week communiceerde Compagnie Cecilia dat Arne Sierens aftreedt als artistiek leider, om te herbronnen en om ruimte te maken voor vernieuwing en verjonging. Voor het gezelschap komt de verbredingsoperatie niets te vroeg. Sinds het vertrek van Johan Heldenbergh in 2015 was de perceptie ontstaan dat Compagnie Cecilia samenviel met de figuur van Arne Sierens. Een gevaarlijk uitgangspunt, ook vanuit beleidsoogpunt: de subsidieverstrekker gaf in het verleden al dikwijls aan niet te houden van structuren rond één kunstenaar.

‘Na twaalf jaar bij hetzelfde gezelschap begon er bij mij ook wat routine in te sluipen’
Arne Sierens, theatermaker

Oervader lossen

Een gezelschap los of losser maken van zijn oprichter(s) is niet eenvoudig. Hoe kan je nieuwe adem scheppen maar er tegelijkertijd over waken dat de compagnie haar identiteit niet verliest? Er zijn twee bewegingen te maken: het aantrekken van vers bloed (liefst met een beetje gelijkaardig theater-DNA) enerzijds, en het lossen van de oervader anderzijds. Met Chet (2016) bewandelde Compagnie Cecilia al eens succesvol het eerste pad: de voorstelling rond Chet Baker voelde aan als een ‘echte’ Cecilia-productie maar werd geregisseerd door Koen De Sutter. Recent nog zette acteur Sebastien Dewaele met muzikant Peter Bultink het geslaagde kapersverhaal Marinus (2018) op. In de nabije toekomst zullen onder meer Jan Sobrie en Yahya Terryn werken onder de vleugels van Cecilia: twee Gentse theatermakers met een voorliefde voor de menselijke prutser, en daarmee perfect in lijn met het ‘Cecilia’-profiel.

En dan dat lossen van de oervader… Het siert Sierens dat hij de beslissing heeft genomen om afstand te nemen van ‘zijn’ gezelschap. Zijn interesse in ‘alternatieve’ podiumvormen als circus, musical en opera is geen geheim – Sierens valt meer dan welke regisseur dan ook te zien als toeschouwer in de zalen van collega’s. Ook in zijn eigen werk durfde hij al te experimenteren met bijvoorbeeld dans (Lacrima, 2012) of circus Gloria (in den hoge) (2013). Dus neen, Arne Sierens is nog niet uitgeschreven, bijlange niet, bijlange niet. Met een beetje geluk is het slechts wachten tot er een nieuwe Sierens verrijst.

De broers Geboers, nog tot 12/01 in De Expeditie, Gent. Daarna op tournee. compagnie-cecilia.be