Direct naar artikelinhoud
Staking

Daarom komen zij vandaag op straat: “Ik moet steeds meer doen, maar krijg er geen extra tijd voor”

Brandweerman Dirk Vandenboer komt vandaag op straat.Beeld ID/Dieter Telemans

Te weinig middelen, meer werk, een te laag loon en een hogere pensioenleeftijd. Drie stakers over de redenen waarom ze vandaag op straat komen.

Dirk Vandenboer, brandweerman 

“Privatisering ten koste van kwaliteit”

Dirk Vandenboer werkt sinds 1990 bij de brandweer. Eerst als verpleegkundige, maar sinds enkele jaren springt hij ook geregeld in als brandweerman. "Als er een tekort is, maar dat gebeurt nogal vaak." Het is volgens hem tekenend voor de manier waarop er met de openbare sector wordt omgesprongen. "Er is een volledige afbouw van het openbaar bestuur bezig. Dat zie je overal: bij De Lijn, bij de NMBS, bij de brandweer. Met alle gevolgen van dien. Er zijn te weinig middelen en personeel. Ze willen zo veel mogelijk privatiseren. De privé heeft niet de bedoeling om mensen te helpen, maar om geld te verdienen. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van de dienst- en de hulpverlening. Dat is ontoelaatbaar in een land waar we al zo veel belastingen betalen.

‘Als mensen niet inzien dat wij staken omdat we hen niet meer ten dienste kunnen zijn, dan zijn ze zelf deel van het probleem’
Dirk Vandenboer

"Met de middelen die ze mij nu ter beschikking stellen, kan ik mijn engagement naar de bevolking niet volbrengen. Ik ben bij de brandweer om de mensen te helpen, ervoor te zorgen dat iedereen veilig is en goed verzorgd wordt, maar door de manier waarop ze ons nu laten werken, kunnen we dat niet meer. Als mensen de brandweer bellen, zal die ook komen, daar kan je zeker van zijn. Maar je weet nooit vanwaar die komt, en hoe lang dat dus zal duren." 

Kritiek op de staking begrijpt Vandenboer niet. “Als mensen niet inzien dat wij staken omdat we hen niet meer ten dienste kunnen zijn, dan zijn ze zelf deel van het probleem", klinkt het fel.

Lees ook

Lees ook
Beeld AP

Lage lonen profiteren niet van gestegen koopkracht

Conny Walraeve, poetsvrouw

“Ze kunnen ons niet blijven uitpersen”

“Alles wordt duurder, maar het loon gaat niet mee omhoog. We hebben al eens een indexstop gehad, en nu willen ze weer beknibbelen. Ze kunnen ons niet blijven uitpersen als citroenen.” Conny Walraeve is 57 jaar en werkt al veertien jaar als poetsvrouw in een school. Ze zag de werkdruk de afgelopen jaren almaar toenemen.

“Ik moet steeds meer doen, maar ik krijg er geen extra tijd voor. Integendeel. Poetsen is een zwaar beroep, ook al wordt dat niet aanvaard. Dagelijks moeten wij in de klaslokalen die we poetsen alle stoelen op de tafels tillen en weer op de grond zetten. En dan heb ik het nog niet over de rest van onze taken. Wij moeten ons voortdurend bukken, tillen en sleuren. Veel van mijn collega’s krijgen last aan hun polsen, schouders of rug. Twee maanden geleden heb ik zelf thuis gezeten met rugproblemen. Ik lijd ook aan artrose, waarschijnlijk door een verkeerde houding aan te nemen. Ik ga daarvoor wel bij een kinesist, maar als de tijdsdruk zo groot is, neem je onbewust toch weer die slechte houding aan.

Conny Walraeve.Beeld Wouter Van Vooren

“Poetsen weegt enorm door. Maandag en dinsdag gaat het nog, maar vanaf woensdag begin je dat toch serieus te voelen. Die job volhouden tot je 65 bent, dat gaat niet. De regering wil de leeftijd voor landingsbanen optrekken van 55 naar 60 jaar, maar dat zien wij niet zitten. Als je je hele leven gepoetst hebt, moet je op je 55ste op pensioen kunnen, vind ik.”

Christophe Naudts, tram- en buschauffeur

“Flexibiliteit wordt nooit beloond”

“Men vraagt steeds meer flexibiliteit, maar als werknemer word je daar nooit voor beloond”, zegt Christophe Naudts, die al negen jaar tram- en buschauffeur is voor De Lijn. “We hebben sterk wisselende werkuren. Ik start mijn week bijvoorbeeld met een late dienst, tot middernacht, de dag nadien heb ik een middagdienst, en dan twee vroege. Ik heb nog geluk, want ik werk volgens een vast stramien, maar bij andere collega’s kan dat tot een dag op voorhand veranderen.”

Naudts is er dan ook niet over te spreken dat de regering-Michel de pensioenleeftijd optrok tot 67. “Met onze uren is dat echt niet evident. Er is een afbraak van de sociale zekerheid bezig, maar we krijgen er zeer weinig voor in de plaats.”

Christophe Naudts.Beeld ID/James Arthur

Naudts beseft dat niet iedereen begrip heeft voor een staking. “Dat ligt altijd wat gevoelig. In de openbare sector staan we ten dienste van de bevolking, en op zo’n dag ‘gijzel’ je hen, zoals critici zeggen. Zo’n staking is nochtans echt maar een laatste middel. We proberen zo veel mogelijk in dialoog te gaan.”

Hij merkt onder zijn collega’s een grote bereidwilligheid om actie te voeren. “We zitten met een regering die liever kibbelt over het Marrakech-pact dan bezig te zijn met de welvaart van de bevolking. Terwijl alles duurder wordt. De prijzen van brandstof en elektriciteit liggen erg hoog. Voor veel mensen, zelfs als je met twee voltijds werkt, is het soms moeilijk om op het eind van de maand nog rond te komen.”