Direct naar artikelinhoud
Postuum

Jean-Pierre Van Rossem, de man die hebzucht tot kunst wist te verheffen

Jean Pierre Van Rossem.Beeld Photo News

Econoom, beursgoeroe, oplichter, politicus en wat nog allemaal. Jean-Pierre Van Rossem (73) is niet meer. Van de grootste rijkdom, weliswaar met andermans geld, tot de ogenschijnlijk grootste armoede, een gewoon leven was sowieso nooit aan hem besteed.

Jean-Pierre Van Rossem maakte graag indruk. Toen ik hem twee weken geleden contacteerde om te polsen of hij zin had in een interview naar aanleiding van de docureeks over hem op VIER, kreeg ik vrijwel onmiddellijk antwoord. ‘L.S.’, zo luidde de verouderde aanhef van zijn mail. Lectori salutem. Gegroet, lezer. Gevolgd door zijn telefoonnummer.

- “Rossem.”

- “Dag Jean-Pierre. Kan ik hieruit opmaken dat ik mag langskomen?”

- “Boh ja. Ik zit toch maar de hele dag thuis, ik heb niets meer te doen. Maar ’t gaat wel mijn laatste interview zijn.” Weer die indruk.

- “Hoezo?”

- “Het is genoeg geweest. Het is tijd dat ik publiekelijk afscheid neem.”

Ook tijdens het interview liet hij niet na om subtiel te imponeren met zijn lederen geldetui, dat hij schijnbaar achteloos had neergelegd op tafel en waaruit de briefjes van honderd euro puilden. “Zoals ge ziet, is Van Rossem nog niet failliet”, zo sprak hij, nadat ik had gezwegen toen hij het geld nadrukkelijk beroerde.

Volgens de huis-, tuin- en keukenpsychologie schijnt het van enig narcisme te getuigen wanneer mensen in de derde persoon over zichzelf spreken. Mij stemde het vooral droef. En het gesprek was ook al niet van die aard dat we een stuk hadden afgelachen.

Van Rossem was pas veroordeeld voor oplichting, fraude en witwassen, aflevering zoveel. De puf om in beroep te gaan, had hij niet meer. Het was op. De dood van zijn vriendin, zijn vader en zijn zus eerder dit jaar hadden er serieus ingehakt. In een appartementje waar zowat alles was aangeslagen, zat de voormalige beursbelegger, societyfiguur en libertair parlementair te wachten op wat onvermijdelijk komen zou.

Van Rossem heette een goeroe te zijn. In de jaren 80 en 90 schepte hij poen met het haast mythische Moneytron, een vehikel waarmee hij beweerde het beursverloop te kunnen voorspellen. In werkelijkheid was Van Rossem een gewiekste oplichter die met zijn flamboyante voorkomen de geldhonger wist te bespelen van de ouders van welgestelde studenten die hij bijles gaf in zijn repetitorenbureau. Met een goed geplaatste beursgok maakte hij naam, een ponzischema deed de rest.

Wat volgde – de vrouwen, de Ferrari’s, het formule 1-team, het liederlijke leven – was louter gericht op het vrijwaren van de illusie. Toen ik daar tijdens het interview naar vroeg, werd hij kwaad. “Ge gelooft mij precies niet? Er was nog veel meer!” En dat hij godverdomme jaren aan een stuk thesissen en doctoraten had geschreven, waarna hij de precieze bedragen uit de doeken deed: 10.000 tot 15.000 euro voor een thesis op maat, 200.000 tot 250.000 euro voor een doctoraat.

De vrouwen, de Ferrari’s, het formule 1-team, het liederlijke leven: het was allemaal louter gericht op het vrijwaren van de illusie

Van Rossem was geen idioot. Als econometrist had hij even uitzicht op een carrière aan de universiteit, maar hij koos voor een bestaan als oplichter. Een keurig leven, dat was niets voor hem. Zelfs toen hij met zijn libertijnse partij R.O.S.S.E.M. naar de kiezer trok, die hem nota bene het parlement in stemde, was dat niet zonder bijbedoelingen. Nadat een onderzoek was geopend naar zijn Moneytron-praktijken, wilde Van Rossem uit de handen blijven van het gerecht. Parlementaire onschendbaarheid, dat leek hem wel wat.

Veel fouten

Zijn privéleven verliep al even woelig. Van Rossem had een zwak voor rijke en getrouwde vrouwen, die hij, zoals Hugo Claus, een van zijn lievelingsschrijvers, maar al te graag toestond dat zij hém in vervoering brachten. Zelfs op zijn 73ste ging hij er nog prat op dat hij een relatie had gehad met een vrouw van veertig. Zo gulzig als hij was met geld, zo gulzig was hij in de liefde, in de liefhebberij van de literatuur en in het schilderen, waarmee hij zijn laatste jaren vulde. Dat zijn poetsvrouw hem er in zijn nadagen van beschuldigde haar seksueel te hebben benaderd? Nee toch! “Zo’n scharminkel!”

Hij had in zijn leven gruwelijk veel fouten gemaakt en verkeerde beslissingen genomen, bekende Van Rossem. “Ik ben een klootzak geweest, maar wel een interessante klootzak.” Misschien moeten we ons Jean-Pierre Van Rossem wel zo herinneren: dat hij er Gordon Gekko-gewijs in geslaagd was hebzucht tot een levenswijze, ja zelfs kunst te verheffen. ‘Greed is good!’

Herlees:

Het laatste interview van Jean-Pierre Van Rossem: “Ik heb er spijt van dat ik bijna heel mijn leven mijn vader heb gehaat om totaal verkeerde redenen”

“Ik heb een fantastisch leven gehad”, besloot hij. Dat het hem, totaal berooid en onder het wakend oog van de deurwaarder, toch nog was gelukt om te gaan dineren in de Villa Lorraine, waar zonder verpinken een fles wijn van 1.500 euro werd genuttigd, was voor hem de ultieme middelvinger.

Na de publicatie van het interview liet Van Rossem op zijn Facebook-pagina weten dat het “op geen kloten trok”. In zijn wereld was dat een godgeklaagd compliment.

Volg De Morgen op Instagram

Een foto die is geplaatst door null (@demorgen) op