'Doorbreek de zitmarathon van kinderen'

© Unsplash

‘De stappennorm voor kinderen ligt niet op 10.000 maar op 13.000 stappen per dag’, zegt professor Jan Seghers van de onderzoeksgroep fysieke activiteit, sport en gezondheid aan de KU Leuven.

Marthe Saelens

‘Kinderen moeten dus nog meer stappen zetten dan volwassenen. Bovendien moet een aantal van die stappen met een “matige intensiteit” gezet worden, op een tempo van honderd stappen per minuut. Die stappen met matige intensiteit zijn van groot belang voor hun gezondheid. Om het zitten tijdens de lessen te door­breken, is stappen met een ­lage intensiteit voldoende. Maar tijdens de middagpauze ende turnles en bij de sport na school is het echt nodig om intensiever te bewegen.’

Voor de school

‘Het aantal stappen van de leerlingen is omgekeerd evenredig met het aantal uur dat ze stil­zitten tijdens de les. In de turnles en tijdens de middagpauze bewegen ze wel, maar nauwelijks de helft van die tijd zijn ze ook effectief in beweging.’

Lichaamsbeweging hangt ook af van de seizoenen. Zeker in de winter is het belangrijk dat de school haar leerlingen voldoende laat bewegen. Seghers: ‘De uren dat het klaar is en dat ze buiten zouden kunnen bewegen, brengen de kinderen op school door. Als ze thuiskomen, is het al snel donker en kunnen ze vaak niet meer naar buiten. Dan is het aan de school om dat aaneen­gebreide patroon van zitten te doorbreken door voldoende beweegpauzes te introduceren.’

De school houdt daarbij het best rekening met de interesses van de leerlingen om zo een gevarieerd aanbod te bieden. ‘De activiteiten mogen niet alleen de sportieve leerlingen aanspreken. Wordt de activiteit van tijdens de turnles nog eens tijdens de middagpauze aangeboden, dan zijn de kinderen bovendien sneller geneigd om mee te doen. Vriendjes trekken elkaar dan mee.’

Voor de ouders

‘Ouders mogen de zitmarathon van op school niet doortrekken naar thuis. Ze kunnen beter het “zitgedrag” ontmoedigen en hun kinderen aanzetten om te bewegen. Het is gemakkelijker om een bewegingsactiviteit te koppelen aan bestaande gewoontes, zoals een verplaatsing met de fiets of te voet doen. Beperk ook de mediatijd en de gecombineerde schermtijd van tablet, gsm en televisie. De norm daarvoor ligt op minder dan twee uur per dag. Op zich is dat niet zo weinig.’