Brugse priester is veroordeeld voor schuldig verzuim bij een zelfdoding

Priester Alexander Stroobandt. © simon mouton

Een Brugse priester is veroordeeld tot een maand gevangenisstraf met uitstel voor schuldig verzuim bij een zelfdoding. Hij gaat in beroep.

bbd

Op 1 oktober 2015 werd Alexander Stroobandt opgebeld door een 54-jarige kennis uit Gistel die al langer met depressies kampte. Tijdens drie telefoongesprekken en enkele sms-berichten gaf de man duidelijk aan dat hij zich van het leven wilde beroven. In de loop van diezelfde nacht verstikte de man zich in zijn wagen.

Toen de contacten met de priester aan het licht kwamen, diende zijn weduwe een klacht in bij de onderzoeksrechter.

Volgens de burgerlijke partij had de priester na die alarmerende telefoontjes altijd hulp moeten zoeken. Meester Patrick Bernard Martens verwees naar de telefoongesprekken die in totaal 49 minuten duurden. 'Ik zit in de auto, kan je met mij meebidden', schreef het slachtoffer in een sms.

Volgens de advocate van de weduwe had de priester op dat moment tijd genoeg om in te grijpen. Na een nieuw telefoongesprek stuurde hij enkel nog de berichten "ik bid met je mee" en "ik zal doen wat ik kan".

'Dat vind ik te gortig. Hij heeft niks gedaan met die kreet om hulp. De hulpverleningsplicht is er voor iedereen, al de rest is quatsch", verklaarde meester Martens.

Het openbaar ministerie legde uit dat de priester zich niet kon beroepen op het biechtgeheim. 'Iedereen moet een mens in nood helpen, op die regel bestaan geen uitzonderingen', aldus procureur Guy Billiouw. 'Hij had minstens iemand anders of de politie moeten verwittigen.'

De verdediging pleitte dat de priester geprobeerd heeft om de man op andere gedachten te brengen. De priester antwoordde bijvoorbeeld onmiddellijk op de sms-berichten. 'Daarnaast is er ook het zelfbeschikkingsrecht. Het was die man zijn volste recht om zijn leven te willen beëindigen', pleitte meester Bo Manderick.

Ook meester Jan Leysen benadrukte dat van schuldig verzuim eigenlijk geen sprake was. 'De priester heeft gedaan wat hij kon door te luisteren en te proberen om hem tot zijn zinnen te brengen.' Volgens de verdediging zat het slachtoffer in de put door zijn echtelijke problemen. 'Ik bekritiseer niet dat ze bij hem weg was, maar het is al te cynisch om nu de schuld te geven aan iemand die hem wilde helpen.' Meester Leysen vergeleek de situatie ook met de werking van de Zelfmoordlijn. 'Wat doen de mensen van Tele-Onthaal? Die luisteren ook, dat is wat men van hen verwacht.'

Over het biechtgeheim werd door de verdediging eigenlijk nauwelijks gepleit. De voorzitter gaf ook al aan dat hij niet gebonden is aan het kerkelijk recht. Meester Leysen probeerde echter te kaderen dat zijn cliënt door het biechtgeheim met een groot dilemma zat. 'Als u mijn biechtgeheim niet belangrijk vindt, dan is de onafhankelijkheid van de rechtbank ook niet belangrijk. Ik zit blijkbaar tussen twee stoelen, het is aan u om te oordelen', zei Alexander Stroobandt in zijn laatste woord.

Het biechtgeheim maakt volgens de rechtbank deel uit van het beroepsgeheim, maar dat beroepsgeheim is niet absoluut. 'De hulpverleningsplicht geldt voor iedereen, ook voor dragers van het beroepsgeheim', stelt het vonnis vandaag. In een dergelijke noodtoestand had de priester dus wel moeten ingrijpen.

De priester tekent beroep aan tegen de uitspraak. 'Het is een problematiek die een discussie meer dan waard is. Dit vonnis kan een belangrijk precedent zijn,' reageert zijn advocaat Jan Leysen.

Wie vragen heeft rond zelfdoding, kan terecht op de zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op www.zelfmoordlijn.be