Direct naar artikelinhoud
Filmrecensie

‘Spider-Man: Into the Spider-Verse’: Sony heeft een verbluffend nieuw genre uitgevonden

‘Spider-Man: Into the Spider-Verse’: Sony heeft een verbluffend nieuw genre uitgevonden
Beeld RV

Het is volstrekt begrijpelijk dat u Spider-Man intussen kotsbeu bent. We waren de tel zelfs even kwijtgeraakt: deze Spider-Man: Into the Spider-Verse is alweer de vierde incarnatie sinds 2002. Maar zelfs de grootste cynicus moet inzien: deze frisse animatiefilm is een complete én geslaagde tabula rasa.

Voor een goed begrip: die totale overkill aan Spidey-films is een rechtenkwestie. Spider-Man is dan wel een Marvel-figuur, het is Sony die de superheld mag exploiteren. En na een doorstart met Homecoming vorig jaar, die aansloot bij de laatste Avengers, kiest Sony nu voor een compleet nieuwe, alleenstaande vertelling in tekenfilmvorm.

De studio had zich er makkelijk vanaf kunnen maken door een beroep te doen op de vandaag traditionele computeranimatiestijl. In plaats daarvan onderzocht hij nieuwe technieken, met als rechtstreekse inspiratie de Marvel-comics zelf. Het resultaat oogt onwaarschijnlijk fris, als pop-art, waarbij elk oppervlak wordt ingekleurd door subtiele lijnen en Ben-Day-stippen. Met deze geslaagde combinatie van 3D en ogenschijnlijke 2D-tekeningen heeft Sony Pictures Animation een verbluffend nieuw genre uitgevonden. Alleen al daarom verdient deze film alle denkbare sterren.

‘Spider-Man: Into the Spider-Verse’: Sony heeft een verbluffend nieuw genre uitgevonden
Beeld RV

Maar ook het verhaal is geen doorslagje, geen vijfde hervertelling van dezelfde ontstaansgeschiedenis met flinterdunne tienerromance. In het kort: in een alternatieve Marvel-realiteit komt Peter Parker ofte Spider-Man om het leven wanneer hij villain Kingpin wil beletten een toegangspoort tot een andere dimensie te openen. Maar geen nood, tezelfdertijd wordt de Afro-Latino-tiener Miles Morales (Shameik Moore) gebeten door een - jawel - radioactieve spin, en wordt zo de nieuwe spinnenheld.

Goed, die Kingpin weet van geen ophouden. En elke poging om zijn deeltjesversnellerachtige machine weer op te starten, dreigt New York City dwars doormidden te splijten. Maar het heeft ook een voordeel. Het zorgt ervoor dat een hele rits Spider-wezens uit andere parallelle werelden hun weg naar de onze vinden. Inclusief die overleden Peter Parker (Jake Johnson), de Looney Tunes-versie Spider-Ham (John Mulaney), too-cool-to-date Spider-Gwen (Hailee Steinfeld), manga-met-robot Peni Parker (Kimiko Glenn) en vintage Spider-Man Noir (Nicolas Cage).

‘Spider-Man: Into the Spider-Verse’: Sony heeft een verbluffend nieuw genre uitgevonden
Beeld RV

Die overdaad aan spinnenhelden is natuurlijk een handig excuus om nog jarenlang uit dat onbegrensde universum - Spider-verse, heeft u ’m? - te putten. Maar het mooie is dat elke variant een eigen visuele stijl uitdraagt. Dat Miles een kleurtje heeft, is geen statement maar een narratief interessant gegeven. Nooit eerder zagen we zo’n fijn, overtuigend portret van een mixed family in een tekenfilm. Elk detail klopt, van de nergens geforceerde dialogen tot de compleet met hiphop doordrongen soundtrack. Zelfs Black Panther durfde niet zo ver gaan.

Spider-Man: Into the Spider-Verse werd geproducet door regisseursduo Phil Lord en Christopher Miller (21 Jump Street, The Lego Movie), dat vorig jaar door Disney aan de deur werd gezet na meningsverschillen over de Star Wars-spin-off Solo. Lord schreef ook mee aan dit verhaal. Bedenk u even dat die Solo in hun handen wél de moeite kon zijn. Dus kunnen we alleen maar hopen dat Disney/Marvel/Lukasfilm deze heren weer in de armen sluit. Want soms kunnen ze daar wel wat inspiratie gebruiken.

Vanaf 19/12 in de bioscoop.