‘Franse slachtoffervereniging heeft hier niets te zoeken’
Een procedurekwestie heeft het proces over de aanslag op het Joods museum al op de eerste échte dag tijdelijk stilgelegd.
Mehdi Nemmouche en Nacer Bendrer, de beschuldigden in het proces over de aanslag op het Joods Museum, arriveerden vanmorgen vroeg in een zwaar beveiligd Brussels Justitiepaleis. De directe omgeving is met pantserwagens afgezet, de politie en het leger patrouilleren permanent.
Vandaag is, nadat eerder deze week al de jury werd samengesteld, de eerste échte dag van het langverwachte proces over de aanslag die in 2014 aan vier mensen het leven kostte. Op de agenda staat het voorlezen van de akte van beschuldiging, zeg maar: een samenvatting van het onderzoek.
Procedurekwestie
Maar de vooropgestelde agenda heeft al meteen vertraging opgelopen. De advocaten van Mehdi Nemmouche tekenen verzet aan tegen de burgerlijke partijstelling van Franse slachtoffervereniging Association française des Victimes du Terrorisme (AfVT).
‘De vereniging heeft als maatschappelijk doel om de slachtoffers van terrorisme te ondersteunen’, zei Henri Laquay, advocaat van Nemmouche. ‘Zij toont niet aan dat zij hier een eigen, persoonlijk belang heeft. Zij kan dus naar Belgisch recht niet optreden als partij op dit proces. Ik zie niet in hoe haar burgerlijke partijstelling in dit proces enige hulp of steun zou kunnen bieden aan de slachtoffers van de aanslag, die zelf al verdedigd worden door hun eigen advocaten.’
‘Die vereniging heeft hier niets te zoeken’, voegde Laquay daar even later nog aan toe.
Op het eerste proces rond Salah Abdeslam, begin 2018, kwam een gelijkaardige kwestie op tafel. Toen ging het over de burgerlijke partijstelling van slachtoffervereniging V-Europe, die uiteindelijk niet mocht doorgaan.
Kinderopvang
De advocaten van AfVT zeiden op hun beurt ‘dat zij toegang moeten hebben tot dit proces’. ‘De AfVT strijdt tegen alle gevolgen van het terrorisme, zowel bij slachtoffers als in de gevangenissen, in de scholen’, klonk het. ‘We onderzoeken hoe Europa de aanslagen beleefd heeft, wat de oorzaken zijn, hoe we terrorisme in de toekomst kunnen vermijden.’ De advocaten benadrukten dat de AfVT niet alleen in dit proces, maar in terrorismeprocessen doorheen heel Europa als burgerlijke partij optreedt.
Volgens het Brusselse assisenhof moet de vraag of de slachtoffervereniging zich burgerlijke partij mag stellen niet opgeworpen en beoordeeld worden bij het begin van het proces. Het hof sprak zich dan ook niet uit over de kwestie en de vereniging mag het proces dus blijven bijwonen als procespartij en mag pleiten over de schuld van de twee beschuldigden, Mehdi Nemmouche en Nacer Bendrer.
Op deze eerste dag moest meteen ook een van de twaalf juryleden vervangen worden. Een vrouw kon geen opvang vinden voor haar kinderen.
Advocaat Nemmouche: ‘Ik ben in de eerste plaats een provocateur’
Wie is de advocaat die dinsdag op het proces zei dat de aanslag op het Joods museum ‘niets met IS te maken heeft’ maar alles met ‘een gerichte afrekening met Mossad-agenten’?
Zijn naam is Sébastien Courtoy. Een meesterlijk pleiter, volgens zijn collega’s. Maar wel iemand met een heel donker randje. Berucht omdat hij een provocateur is die die vaak tot op het randje en erover gaat. De koosnaampjes die zijn confraters voor hem hebben, spreken boekdelen ‘antisemiet, extreemrechts, Vlamingenhater'.
Voor het Brusselse hof van assisen is het assisenproces tegen Mehdi Nemmouche echt begonnen. En met het proces Nemmouche maakte prompt de met voorsprong meest controversiële advocaat uit Franstalig België zijn opwachting voor de televisiecamera’s: Sébastien Courtoy (43). Courtoy is al jaren de favoriete advocaat van alle jihadi’s en moslim-extremisten in alle grote terrorismedossiers. Tientallen verdedigde hij er al, met de Syrische sjeik Ayachi Bassam, haatprediker Jean-Louis Denis en nu ook Mehdi Nemmouche als bekendsten.
De Standaard sprak in 2014 met hem, toen hij net de advocaat van Nemmouche was geworden. Dit is het portret dat we toen van hem maakten.
In Franstalig België is Courtoy al een aantal jaar berucht. Zeker sinds hij met zijn kompaan-advocaat Henri Laquay – een ¬ex-medewerker van het Front National – ¬advocaat werd van de omstreden Franse komiek Dieudonné.
Samen met Dieudonné deden Courtoy en Laquay in 2012 de omstreden ‘quenelle’. (Dat is de door Dieudonné uitgevonden, omgekeerde Hitlergroet.) De ‘quenelle’ leverde Dieudonné de beschuldiging van antisemitisme op.
Courtoy zal het worst wezen. ‘De quenelle van Dieudonné is een anti-establishmentgroet. Een opgestoken middenvinger tegen de macht. Het is pas toen een Franse Joodse organisatie van Dieudonné ten ontrechte een antisemiet heeft gemaakt, dat de quenelle een andere connotatie kreeg. Ze doen maar. Het kan me niet schelen.’
Courtoy leerde de stiel bij de legendarische linkse Brusselse advocaat Michel Graindorge. En laat links nu een omschrijving zijn die niet van toepassing is op Courtoy. Integendeel.
De meningen die over Courtoy op het Brusselse justitiepaleis de ronde doen, laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Antisemiet, extreemrechts, geen afstand tegenover zijn cliënten, Vlamingenhater, provocateur die niet tot het randje gaat, maar er ver over.
Door zijn gedrag doet Courtoy niet veel moeite om de beweringen te ontkrachten. ‘Laten we zeggen dat ik een provocateur eerste klasse ben. Ik vind dat een advocaat tegen de schenen van de macht moet schoppen. Ik ben anti-establishment. Behalve mezelf ken ik niet veel advocaten die dat zijn’, zegt hij in een gesprek met De Standaard.
Perfect Nederlandstalig
Courtoy is niet gemakkelijk in een hokje te stoppen. In Brussel zul je niet snel een Franstalige advocaat vinden die beter Nederlands spreekt. Dat is het resultaat van zes jaar middelbaar onderwijs in een gerespecteerd Brussels Vlaams college.
Nochtans zijn de Vlamingen niet zijn beste vrienden. Dat blijkt uit de eerste keer dat hij in het nieuws kwam, in 2006.
Courtoy werd opgepakt toen hij, volgens de politie, in Sint-Genesius-Rode op het parcours van de Gordel duimspijkers uitstrooide. In zijn wagen werden achteraf drie lege verpakkingen gevonden. Bizar gedrag, voor een advocaat.
‘Dat verhaal klopt niet, ik was de duimspijkers aan het oprapen’, zegt Courtoy daar later over, wel met pretlichtjes in zijn ogen. ‘En die dozen waren zwerfvuil dat ik heb opgeraapt. Trouwens, het parket heeft de zaak geseponeerd. Een teken dat ze beseften dat ik onschuldig was. Toch?’
Maar over De Gordel heeft Courtoy een uitgesproken mening. ‘Met 100.000 rondfietsen om te zeggen dat een stuk land van u is. Daar kan ik niet tegen. De aarde is van iedereen.’
Dezer dagen haalt Courtoy met forsere uitspraken en minder onschuldig vermaak het nieuws. De wet die negationisme verbiedt, is een fascistische wet. Het is maar één van zijn vele gecontesteerde uitspraken.
Hij deed die uitspraak tijdens zijn pleidooi enkele jaren geleden voor Asabyle.com, de extremistische website van Raphaël Gendron en Abdel Rahman Ayachi, de zoon van sjeik Bassam.
De twee werden aangeklaagd wegens antisemitisme. De uitspraak veroorzaakte veel beroering op het proces. Courtoy werd op het matje geroepen door de stafhouder van de Brusselse advocaten. Zes keer is Courtoy ondertussen al bij de stafhouder langs geweest. Voor die ene uitspraak over negationisme en andere vergelijkbare. Zoals die keer toen hij in de rechtszaal zei dat ‘president Assad in Syrië een holocaust ontketende.’
Zes keer is een record. Maar het kan hem niet veel schelen. ‘Ik had niet mogen zeggen “fascistische wet”, schijnt het. Ik had moeten zeggen, “een wet die niet democratisch is”. Dan was er niks aan de hand geweest. Dan had ik braaf in de pas gelopen. Maar ik provoceer graag. Omdat ik dat plezierig vind – dat is waar – maar ook uit professionele verplichting. Ik wil de rechters verlossen van het gedachtengoed dat hen door de maatschappij wordt opgedrongen. Om dat te bereiken, moet je ver gaan.’
Courtoy vindt een wet die de ontkenning van de holocaust verbiedt, overbodig. ‘Waarom zou dat moeten? Ik heb in België nog niemand gezien die de holocaust ontkent.’
Mondreclame
Hoe controversieel hij ook mag zijn, zelfs de meest afgunstige confraters zijn het erover eens dat hij een begenadigd pleiter en een dossiervreter is. Courtoy haalt resultaten en zijn cliënten dragen hem op handen.
Stuk voor stuk zijn die cliënten extremisten: moslimextremisten zoals Mehdi Nemmouche of de Syrische sjeik Bassam. De jongste maanden komen zowat alle moslimextremisten die in België moeten terechtstaan – of ze nu terugkeren uit Syrië, Irak of Somalië – bij hem terecht. ‘Het gevolg van mondreclame. Ze voelen dat ik hen respecteer. Ik vind het moedig dat ze gaan vechten. Daarmee heb ik niet gezegd dat ik het ermee eens ben.’
Het zijn niet alleen moslimextremisten die Courtoy consulteren. Ook politicus Laurent Louis die op het spreekgestoelte van de Kamer Elio Di Rupo een pedofiel noemde en autopsiefoto’s van Julie en Melissa verspreidde, is een cliënt. Of andere extremisten, zoals Georges Tonnelier. Tonnelier is een ex-lid van het Belgische Front National. Hij stond terecht wegens slagen aan een migrant en antisemitisme, maar werd vrijgesproken.
‘Laten we wel wezen. Laurent Louis is een clown en de meeste van die FN-mensen zijn zielig. Niet waard om veel heisa over te maken. Maar dat men hen een proces aandoet vanwege hun gedachtegoed, daar ben ik tegen. Degenen die hen een proces aandoen, zijn veel erger dan de FN’ers.’
Rijk wordt Courtoy van die groep cliënten niet. Maar Courtoy is van rijke komaf.
Zijn tegenstanders – en dat zijn er veel – noemen Courtoy een pion van extreemrechts. Hij ontkent dat. ‘Ik ben niet extreemrechts. Ik ben ook geen antisemiet. Mijn halve familie is joods. Mijn idolen zijn Bob Dylan en Woody Allen, twee joden. Maar het klopt dat ik van links en extreemlinks niets moet hebben. Links bestaat uit moralisten die denken dat ze beter zijn dan een ander en dat zij, en zij alleen, de deugdzamen zijn.’
‘Alleen als je geld genoeg hebt, ben je niet verplicht om in de pas te lopen. Er zijn in onze maatschappij geen echt vrije mensen meer. Heel veel mensen hebben iets te verliezen. Ik niet.’
‘Ik ben ook nooit gaan stemmen. Ooit – één keer – heb ik op Roger Nols (de ex-burgemeester van Schaarbeek die aparte loketten voor Vlamingen opende, red.) gestemd, toen die al niets meer voorstelde. Over Van Rossem heb ik nog getwijfeld. Die gast, daar had ik nog respect voor.’