Het creatieve lab van Marcel Vanthilt: "Ik zit daar wel mee: ineens ben ik oud"

“Ha, je werkt voor de nieuwsdienst”, zegt Marcel Vanthilt als ik binnenkom, “is daar geen werk voor mij?” Het nieuws verslaan, het zal een van de weinige dingen in de media zijn die hij nog niet gedaan heeft. TV-presentator, quizmaster, frontman van verschillende groepen, MTV-Deejay, jurylid bij muziekwedstrijden, schrijver, en sinds kort ook solozanger, het Duracellkonijn deed het allemaal. Nu hij zestig geworden is wil hij niet stilvallen, maar hij voelt dat de belangstelling vermindert. Hij is bang om irrelevant te worden. En openhartig genoeg om dat in dit Creatieve Lab ook ronduit toe te geven. 

Dit is seizoen drie van "Het creatieve lab", een wekelijkse reeks over creatieve  mensen. Beluister hieronder de podcast.

Bekijk hieronder het volledige interview (je vindt het ook op VRTNU):

Videospeler inladen...

Marcel Vanthilt, wanneer begint een dag voor jou?

Geen enkele dag is dezelfde, maar ik ben graag vroeg op: als de kinderen hier zijn sowieso om kwart voor zeven, anders om kwart over zeven. Ik vind het leuk om tegen de middag al iets achter de rug te hebben. Ik verpruts niet graag mijn tijd.

Wat is het eerste wat je doet als je opstaat?

Douchen en een koffie. Hoe ouder ik word, hoe vaker ik ‘s morgens zeg: “waar ben ik in godsnaam mee bezig?” Ja, ik kan wel bezig blijven hé. Maar een goeie douche, een beetje koud op het einde, en een koffie, dan ben ik er weer helemaal bovenop. Daarna, als het echt niet anders kan, mails beantwoorden. Daar kruipt veel tijd in, maar als kleine zelfstandige moet ik dat echt wel doen. Er kan altijd een vraag tussen zitten: “kan je niet morgen dit doen of dat doen?” Daarna begin ik zo snel mogelijk aan wat er echt toe doet. 

Which is? 

Elke dag is dat anders. Dat kan zijn: teksten schrijven. Ik presenteer de taaldag voor VRT overmorgen, dus vanmiddag ga ik allerlei presentatieteksten schrijven, die interviews voorbereiden. Dat gaat wel de hele dag vergen. Ze hebben dan ook langs hun neus gezegd: “Kan je niet een kleine standup doen, iets komisch van tien minuten aan het begin”. (zucht even) “Ja tuurlijk, dat valt hier zomaar uit mijn mouw”. Makkelijk is dat niet. Maar ik kijk daar wel naar uit dat ik daarop moet zwoegen. 

Maar dat verzinnen, hoe doe je dat? Zijn dat ingevingen van het moment als je op het toilet zit, of op een vliegtuig wacht? Of is dat hard werken?

Over het algemeen is het hard werken. Je kan losse ideeën hebben, … wandelen is daar heel goed voor. Maar soms begin ik naar de duiven te kijken, het cruiseschip dat hier op de Schelde voorbij komt, daar mag ik niet aan denken. Ik moet denken aan wat ik straks moet opschrijven. Dus het is echt gewoon gaan zitten. Je begint iets te tikken, en als je een woord intikt, denk je “ha, wat een leuk woord”, en dat ene woord triggert een volledig universum. Ik was een tekst aan het maken over Karen Damen die een plaat maakt dit jaar. Ik zat naar die plaat te luisteren, en ik dwaalde volledig af, een soort van vacuüm in mijn hoofd. Ik dacht: vacuüm, dat is een leuk woord. Rijmt dat ergens op? Geranium, pessarium, aquarium. Dan heb je opeens een heel verhaal over “waarop rijmt vacuüm?” 

Moet je je daarvoor een eigen uurrooster opleggen?

Ja, echt wel. Vroeger dacht ik ‘s avonds: ik ga schrijven, en je trekt een fles wijn open, en een eerste glas, je denkt: “geniaal”, tweede glas: “nog beter”, derde glas “het beste”, totdat je het ‘s anderendaags terugleest, man, veel te veel wijn gedronken gisteravond. 

Moet je op een vaste plek zitten, of maakt het niet uit waar je zit met je laptop?

Nee, ik heb wel gemerkt: op caféterrassen in de stad, dat  werkt niet. Veel te druk, dat is wel leuk om wat losse dingetjes op te schrijven. Daar staat het bureau met allemaal losse dingen: nog te doen, alreeds gedaan, misschien ooit eens te doen. Maar eigenlijk zit ik het liefst hier, de witte tafel in de keuken. Heel geconcentreerd. Aan zee gaat het goed, omdat je daar die uitgestrektheid hebt van de zee. Maar wel rust en een plek zonder rommel.

Lees verder onder het videofragment:

Videospeler inladen...

Ik wil even naar je plaat gaan, Cashcash. Het baslijnbrein, een nummer met een intrigerende titel. Daar zing je: “mijn brein is de baslijn, en het buskruit dat in mij zit, het is het vuurwerk dat mij overhit.” Dat buskruit, dat is een belemmering?

Dat is vermoeiend. Het is soms moeilijk om mijn hoofd af te zetten. Maar ik kan er niets aan doen. Je kan jezelf drogeren, of jezelf lam drinken, of iets nemen dat je brein,... maar dat is niet gezond, dus dat doe ik niet. Je moet iets doen waar je rustig van wordt: wandelen, zwemmen of naar de film gaan. Je kan daar vanalles mee doen: verhalen verzinnen, liedjes maken, mensen daar desgevallend mee amuseren. En dat ben ik de laatste tijd aan het doen: we zijn al een hele tijd aan het optreden, we doen nu de culturele centra, en dan spelen we niet gewoon de plaat, want dat vind ik snel vervelend. We doen nu een show van anderhalf uur, en daar  zit een kwartier-twintig minuten in dat ik gewoon vertel. Dat begint direct heftig, we zetten een plaat op, die plaat stopt, en dan zeg ik: ik heb nog twee jaar te leven. Het publiek schrikt: “oei, we mogen niet applaudiseren”. Ja, dat is heel goed, dan kan ik direct een heel verhaal doen. (abrupt) Ik zit daar wel mee, ineens ben ik oud, sinds vorig jaar ben ik oud.

Omdat er een zes is voor komen te staan? Je hebt daar wel last mee?

Ja, ik vind dat raar. Ik voel me niet anders dan dertig jaar geleden, niet lichamelijk versleten. Ik vind dat beangstigend: de mensen die nu twintig of dertig zijn, die luisteren eigenlijk niet naar wat je zegt. Je bent voor hen echt oud, en niet interessant. Puur op basis van die leeftijd. Dat is een raar gevoel. Hoe noem je dat? Leeftijdsdiscriminatie. 

Je MTV-imago bestaat bij die mensen niet meer, die hebben je niet gezien.

Tuurlijk niet. Ik heb nu tien jaar die zomershow gedaan (Villa Vanthilt, JH). Toen was ik echt superbekend. Elke dag wat Lieven Van Gils nu doet. Maar dat is intussen ook weer zes-zeven jaar geleden. Op een bepaald moment bestaat zelfs dat verleden niet meer. Dat is het gevoel dat ik nu voor de eerste keer heb in mijn leven. Op een gegeven moment ben je niemand meer, je verdwijnt in de mist van de geschiedenis. En dat is toch heel erg confronterend. 

Je bent bang om je publiek te verliezen?

Op het podium staan is “zie mij graag, zie mij graag”. Maar op een dag gaat men je niet meer vragen, omdat je er gewoon niet meer toe doet. Dat heb ik nu voor de eerste keer: dit gaat gebeuren. Dus ik verdwijn gewoon tussen de plooien, men zal zich eerder Bart Peeters en nonkel Bob herinneren dan Marcel Vanthilt. Ik ben maar een voetnoot in de geschiedenis van Bart Peeters om het zo te zeggen. Ik heb daaruit geleerd: geef die ijdelheid maar op. 

Lees verder onder het videofragment:

Videospeler inladen...

Als er iets is wat je aan jezelf wil verbeteren, wat zou dat zijn?

Ik zou beter willen kunnen schrijven. Ik heb heel veel respect voor Komrij en Gerard Reve, Hugo Claus, de manier waarop die met de Nederlandse taal omgaan. Ik wil me daarop  toeleggen de komende jaren. Kortverhalen, dingen uit je leven op een goeie manier verwoorden. Daar ben ik nu mee bezig. Vertellen is heel fijn. Zoals gisteravond, mensen gaan zitten, je vertelt iets en je kunt mensen met heel weinig woorden meepakken. Dat is heel leuk.

Heb je een levensmotto?

Dat vraagt men nu al jaren. Dat zijn die eindejaarsvraagjes. Ja, er was er een. Wat was het ook weer? Doe wel en kijk niet om, zoiets heel ouderwets.

Het komt vaker terug in dit soort gesprekken.

Kijk, televisie is heel onzeker, wat lang mijn voornaamste bron van inkomsten was. Dan moet ik toch wel weer gaan kijken naar iets anders. Dan doe je ook van die dingen: die plaat maken, niemand zit erop te wachten. Niemand draait die plaat ook. (lacht) Maar dat maakt niet uit. Ik ben heel blij met de optredens. Er zijn veel mensen in de zaal. Dan doe je het daarvoor, zonder veel rekening te houden met de buitenwereld. Dus: doe wel en zie niet om. Er is altijd wel iemand die het beter kan. Als je altijd met anderen rekening moet houden, dan doe je op de duur niks. Dat is heel verwaand, maar er is geen andere uitweg. Anders is het verlammend. Alles is al duizend keer beter gedaan. En toch blijven mensen altijd weer dezelfde nieuwe dingen doen, over liefde, dood en seks. 

Lees verder onder het videofragment:

Videospeler inladen...

We zijn vanmorgen opgestaan, we gaan slapen. Wat doe je als laatste ‘s avonds?

Ik kijk weinig televisie, maar ‘s avonds wel. Als ik niets anders te doen heb. Ik ben heel blij met Terzake en De afspraak. Ik ben heel blij dat die programma’s er zijn. Series? Ik heb daar nooit iets van gezien. Het interesseert me niet. Ik lees echt liever een boek. Ik weet niet hoe verwaand dat klinkt, maar tien bladzijden in een goed boek is beter dan vijftig minuten in een aflevering van televisie. Ik lees veel Engelse en Amerikaanse auteurs. Ik lees nog altijd graag Ian McEwan, dat blijft. En Harari schrijft de meest inspirerende boeken van heel mijn leven: eerst was er “Sapiens”, dan “Homo Deus”, en nu “21 lessons for the 21st century”. Het zou verplichte lectuur moeten zijn voor de middelbareschoolstudenten. Alle vraagstukken van deze tijd staan erin: migratie, religie, is er een god? Waar moeten we naartoe met de computers?  

Wanneer gaat het licht uit, diep in de nacht?

Nee, omdat ik altijd ‘s morgens fris wil opstaan, is het nooit veel later dan twaalf uur. Natuurlijk,  als er optredens zijn ben ik pas om één uur thuis, dan is het toch naar de vaantjes, dan kijk ik nog naar De afspraak, en dan is het toch twee uur. En als ik dan bij de laatste vragen van Bart Schols in slaap aan het vallen ben, dat is het moment: dag Mia Doornaert, en dan ga ik slapen. Maar ze was goed, ze zat bij "Alleen Elvis", ik heb het niet helemaal uitgekeken, maar stukken en brokken. Ook een goed programma, ik ben blij dat dat bestaat, dat zou meer mogen gebeuren vind ik, het langere gesprek.

Bij deze.

Videospeler inladen...

Dit was aflevering 1 van het nieuwe seizoen "Het creatieve lab". Volgende week neuzen we een dag lang in het creatieve rariteitenkabinet van cartooniste Eva Mouton. 

Meest gelezen