Direct naar artikelinhoud
Asielaanvraag

Gewelddadige Saoedische familie? Niet vanzelf een grond voor asiel

De Saoedische vrouw Rahaf Mohammed al-Qunun maandag in Bangkok.Beeld AP

Kan huiselijk geweld een grond zijn voor asiel? Die vraag is aan de orde, nu Australië en Canada zich buigen over de vraag of ze de Saoedische vrouw Rahaf Mohammed al-Qunun asiel gaan verlenen. Het hoofd van de Thaise immigratiedienst verwachtte eerder vandaag volgens Reuters dat vanavond duidelijk zal zijn “naar welk land ze gaat”.

Woensdag 9 januari kreeg de 18-jarige Saoedische al-Qunun van de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR al de officiële vluchtelingenstatus. Afgelopen weekend had ze zich opgesloten in haar hotelkamer in Bangkok, om te voorkomen dat ze zou worden teruggestuurd naar Saoedi-Arabië. Zij vreesde de wraak van haar familie, die zij kort daarvoor was ontvlucht.

Niet bekend is op welke gronden al-Qunun asiel gaat aanvragen in Australië of Canada. De UNHCR doet geen mededelingen over individuele gevallen, zo zegt een woordvoerder. Mogelijk zal de vrouw aanvoeren dat zij – zoals ze tegen de BBC zei - de islam heeft afgezworen. Internationale persbureaus, met wie ze sprak, maakten echter geen melding van geloofsafval.

Klopt het bericht, dan kan de kwestie eenvoudig zijn. Afvalligheid van de islam is in Saoedi-Arabië een ernstig vergrijp en kan zelfs leiden tot de doodstraf. De zaak van de jonge vrouw valt dan rechtstreeks onder het Vluchtelingenverdrag, dat vervolging wegens religie noemt als een van de gronden voor asiel.

Ingewikkelder wordt het wanneer godsdienst geen rol speelt. In dat geval moet de vrouw aanvoeren dat zij thuis het slachtoffer was van huiselijk geweld en dat zij vreest voor haar leven indien ze naar huis terugkeert.

Volgens het Vluchtelingenverdrag kan er ‘gegronde vrees voor vervolging’ bestaan om vijf mogelijke redenen: politieke overtuiging, religie, ras en nationaliteit (of etnische groep). De vijfde grond is een soort vangnetcategorie: ‘lidmaatschap van een bepaalde sociale groep’.

Wat dat behelst staat niet vast, zegt migratie-onderzoeker Carolus Grütters van de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Vrouwen’ als zodanig als vervolgde groep, dat gaat ongetwijfeld te ver. Lhbt’ers daarentegen zijn inmiddels wel in veel landen doorgedrongen tot de vangnetcategorie.

Asielzoeker met bijzondere noden

Woordvoerder Andrej Mahecic van UNHCR in Genève antwoordt zonder meer ‘ja’ op de vraag of huiselijk geweld een reden voor de vluchtelingenstatus kan zijn. “Volgens onze standaardprocedures worden vrouwen die het slachtoffer zijn van seksueel of huiselijk geweld, en vrouwen die risico lopen vanwege culturele, sociale of economische omstandigheden, beschouwd als asielzoekers met bijzondere noden.”

‘Volgens onze standaardprocedures worden vrouwen die het slachtoffer zijn van seksueel of huiselijk geweld, en vrouwen die risico lopen vanwege culturele, sociale of economische omstandigheden, beschouwd als asielzoekers met bijzondere noden.’
Andrej MahecicWoordvoerder UNHCR

Hoewel ‘gender’ niet voorkomt in het Vluchtelingenverdrag, aldus de richtlijnen van de organisatie, is het “breed geaccepteerd” dat het van invloed kan zijn op het ondervonden leed of de wijze van vervolging. “Daarom omvat de definitie van vluchteling, mits goed geïnterpreteerd, gender-gerelateerde claims.”

Maar juist die interpretatie maakt de kwestie lastig. Het zijn uiteindelijk nationale overheden die beslissen, en lang niet altijd worden vrouwen toegelaten die zeggen thuis gevaar te lopen. Immigratiediensten beschouwen geweld in de familie maar al te vaak als privékwestie. Huiselijk geweld komt wereldwijd op grote schaal voor en dan zou het hek van de dam zijn.

De praktijk verschilt van land tot land, en van geval tot geval. Toen de Amerikaanse minister van Justitie Jeff Sessions in juli vorig jaar zei dat geweld tegen vrouwen op zich geen reden kan zijn voor asiel, werd dat door mensenrechtengroepen in de VS beschouwd als een grote stap terug.

Voormalig Amerikaans minister van Justitie Jeff Sessions.Beeld EPA

Bescherming overheid

Een belangrijke factor in veel opvanglanden is de vraag of de bedreigde vrouw kan rekenen op de bescherming van de overheid van haar land. Zij moet aannemelijk maken dat die bescherming ontbreekt, zegt Hemme Battjes, hoogleraar Europees asielrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

De Nederlandse praktijk is niet eenduidig. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) stelt op zijn website dat slachtoffers van huiselijk en eergerelateerd geweld in aanmerking kunnen komen voor een verblijfsvergunning. Een vanzelfsprekende toegang tot asiel is het echter niet. “Het hangt sterk af van de omstandigheden”, volgens hoogleraar Battjes.

In 2016 werd de asielaanvraag afgewezen van een Georgische vrouw die zei bang te zijn voor haar gewelddadige, alcoholistische echtgenoot. In haar beroepszaak noemde de IND het een privékwestie. De rechter schoof dat argument terzijde, hoewel hij het beroep ongegrond verklaarde: de vrouw had de dreiging onvoldoende hard kunnen maken.

In Europese landen kunnen bedreigde vrouwen zich overigens, naast het Vluchtelingenverdrag, op nog een wetstekst beroepen. Artikel 3 van het Europees mensenrechtenverdrag (EVRM) is een nadere verscherping van het beginsel “niet terugzenden als een persoon gevaar loopt”, mede als de staat onvoldoende bescherming biedt.

Australië

In Australië geldt het Europees mensenrechtenverdrag EVRM uiteraard niet. Waarom zou de Saoedische vrouw uitgerekend daar asiel aanvragen? Australië staat bekend om zijn stringente asielbeleid. “Een ramp”, volgens migratie-onderzoeker Grütters.

Dat betekent echter geenszins dat al-Qunun geen kans maakt. Australië heeft ‘vrouwen die gevaar lopen’ toegevoegd als categorie die beroep kan doen op de asielprocedure – de vijfde categorie ‘lidmaatschap van een bepaalde sociale groep’ uit het Vluchtelingenverdrag.

Het hof van beroep in Australië stelde onlangs een Turkse asielzoekster in het gelijk, niet omdat zij al een paar keer het ziekenhuis in was geslagen door haar man (dat was een ‘privézaak’), maar omdat de Turkse staat te weinig doet voor vrouwen en omdat delen van de Turkse samenleving eerwraak kennen.

Dus ook in Australië geldt: alles hangt af van de omstandigheden. In dit geval zal de slechte reputatie van Saoedi-Arabië inzake vrouwenrechten ongetwijfeld een rol spelen. Volgens het voogdijsysteem moeten vrouwen voor allerlei zaken de toestemming vragen van hun vader of echtgenoot. Ook hier kan worden gekeken naar de beschermende rol van de staat.

Met het toekennen van de vluchtelingenstatus door UNHCR heeft al-Qunun in ieder geval de eerste hobbel genomen. Daardoor krijgt zij vrijwel automatisch toegang tot de Australische asielprocedure.