Direct naar artikelinhoud
Antarctica

Belgen gaan vissen vangen op de Zuidpool

‘Stormen kunnen in de beruchte Drake Passage snel de kop opsteken’, weet expeditie­leider Bruno Danis (ULB). ‘Maar als ervaren duikers zijn we wel wat gewend.’Beeld Tim Dirven

Drones, duikpakken en labomateriaal: negen wetenschappers zijn met hun koffers vertrokken voor een expeditie naar Antarctica. Vanop een zeilboot willen ze meer te weten komen over de impact van de klimaatverandering op de biodiversiteit.   

De laatste keer dat een Belg het lumineuze idee had om met een zeilboot te gaan rondvaren tussen de ijsschotsen op Antarctica, was 121 jaar geleden. Landgenoot Adrien de Gerlache kwam vast te zitten in een dik pak ijs en deed er uiteindelijk twee jaar over om de haven van Antwerpen weer binnen te varen.

“Laat ons hopen dat het bij ons zo lang niet duurt”, knipoogt Franz Heindler, een jonge geneticus van de KU Leuven, net voordat hij aan boord stapt van het vliegtuig naar Madrid, waarna het via Buenos Aires naar Ushuaia gaat. Daar, vanop het meest zuidelijke tipje van Argentinië, vertrekt hij binnen enkele dagen met een zeilboot naar Antarctica. Aan boord: een Australische kapitein, een stuurman, een kok en negen wetenschappers die verbonden zijn aan Belgische universiteiten. Het gaat om Belgen, Fransen, Duitsers en Italianen.

“Ons vertrek uit Argentinië hangt af van het weer”, vertelt expeditieleider Bruno Danis (ULB), die zijn team gisterenmiddag nog een laatste briefing gaf op de luchthaven van Zaventem. Tussen Ushuaia en de Zuidpool ligt de beruchte Drake Passage, een zeestraat waar de golven bijzonder woelig zijn. “Stormen kunnen er snel de kop opsteken”, weet Danis, die geen onnodige risico’s zal nemen. “Al zijn de meesten onder ons ervaren duikers. Die zijn wel wat gewend.”

‘De grote vraag is hoe de opwarming het leven op de Zuidpool beïnvloedt’
Franz Heindler, geneticus (KU Leuven)

Dat een expeditie wel altijd een zeker risico inhoudt, ondervonden de onderzoekers vorig jaar. Bij hun eerste poging liet de transmissie van hun motor het afweten toen ze nog maar net vertrokken waren. Een Chileens schip moest hen te hulp schieten voor de kust van Zuid-Amerika, waarna de expeditie vroegtijdig werd afgeblazen.

De naam van de expeditie – Belgica 121 – is niet voor niets een knipoog naar de Belgische ontdekkingsreis van De Gerlache, die samen met zijn crew van de Belgica eerst twee jaar moest afzien voordat hij zijn heldenstatus verwierf.

Twee jaar, zo lang hopen Danis en co. niet weg te zijn. Als alles goed gaat, komen ze binnen vier weken terug. In tussentijd zullen ze onderzoek doen naar de impact van de klimaatverandering op de biodiversiteit in Antarctica. Want de Zuidpool warmt razendsnel op, zegt Heindler. “De grote vraag is hoe die opwarming het leven er beïnvloedt. Ik ga bijvoorbeeld vissen vangen en sta­len van hun DNA nemen.”

Een andere deelnemer, post-doctoraal onderzoeker Quentin Jossart (VUB), hoopt dan weer informatie te verzamelen over de evolutie van zeesterren en de manier waarop zij zich aanpassen aan de opwarming van het water.

In de tweede plaats zullen de onderzoekers nagaan hoeveel microplastics (plastic deeltjes die niet biologisch afbreekbaar zijn) in het water zitten, net zoals in de organismen die met de deeltjes in aanraking komen. Uit eerder onderzoek bleek dat stukjes plastic zich vasthechten aan koralen. De Belgische wetenschappers willen te weten komen in welke mate de waterkwaliteit op Antarctica is aangetast.

De metingen, die tot op 100 meter diepte gebeuren, beloven een serieuze uitdaging te worden. “Het water heeft een temperatuur van min twee graden”, zegt Danis. Ze nemen extra warme duikpakken mee.

Dat de start van de expeditie trouwens samenvalt met de internationale conferentie Climat Change and Oceans Preservation, die gisteren in Brussel werd georganiseerd, is geen toeval. De expeditie is grotendeels gefinancierd door de Belgische staat. De bedoeling is dat ze niet alleen informatie vergaart over de impact van global warming, maar ook bij het brede publiek aandacht voor de problematiek losweekt.

Onderwaterbeelden

Zo kregen de wetenschappers een opleiding om lucht- en onderwaterbeelden te maken tijdens hun werk, onder andere met een drone. Achteraf worden de beelden door een Londense filmmaker in een docu gegoten. “We hebben een lijst gekregen met de shots die we zeker moeten schieten”, licht Heindler toe.

Ook opvallend is dat de onderzoekers zelf zo groen mogelijk te werk gaan. In tegenstelling tot andere expedities werken ze niet vanop een groot onderzoeksschip, dat vervuilend is, maar vanop de ‘Australis’, een zeilboot van 23 meter. Die is beter voor het milieu en valt ook makkelijker te manoeuvreren tussen ijsschotsen.

Nadeel is dat de onderzoekers wekenlang dicht op elkaar zullen leven. Met enkel een klein stapelbed, een gedeelde badkamer en eetplaats is dat niet evident. “Het zal niet altijd makkelijk zijn”, beseft Heindler. “Maar we hebben allemaal het gevoel dat we met iets groots bezig zijn. We hopen met veel info naar huis te komen.”