Direct naar artikelinhoud
IS

“Ik zal mijn trouwring nooit meer uittrekken”: Alexander Naessens verloor zijn vrouw bij de IS-aanslag in New York

“Ik zal mijn trouwring nooit meer uittrekken”: Alexander Naessens verloor zijn vrouw bij de IS-aanslag in New York

Toen een IS-terrorist op 31 oktober 2017 met een truck over een fietspad in New York raasde, richtte hij een enorme ravage aan. Er vielen acht doden, onder wie Ann-Laure Decadt (31), uit Staden bij Roeselare, die er op reis was met haar mama en twee zussen. Ze werd met opzet aangereden en weggerukt uit het leven van haar man Alexander Naessens en hun twee zoontjes - de oudste drie jaar, de jongste drie maanden. In oktober start in de VS het proces tegen de dader, maar het verdriet is nog lang niet gesleten. “Ik voel me zo eenzaam zonder Ann-Laure, het is absurd. Maar ik zal mijn kinderen leren om geen wrok te koesteren.”

Ann-Laure vertrok eind oktober 2017 met grote verwachtingen op citytrip naar New York, samen met haar mama en twee zussen. “Ze had het verdiend”, zegt haar man Alexander Naessens. “Eindelijk was er tijd om even te bekomen na een druk jaar.” Hij kon onmogelijk bevroeden dat hij op 11 november, net voor hun vijfde huwelijksverjaardag, haar afscheidsrede zou houden, in dezelfde kerk waar ze waren getrouwd. Op grote schermen was tot buiten te volgen hoe hij op emotionele wijze het woord voerde. “Ik vrees ervoor, maar ik hoop dat je vanop een of andere plaats meekijkt hoe het met de kindjes gaat, hoe zij volwassen mannen zullen worden en hoe hun vader er alles aan zal doen om hen gelukkig te maken. Ik beloof dat je trots op mij zult zijn. Het gemis zal immens zijn, de liefde zal voor altijd even groot blijven. Vaarwel, liefste schat, het ga je goed.”

‘Het is het grootste verdriet denkbaar, maal twee. Het is een gevoel dat je je pas kunt voorstellen als je het zelf hebt meegemaakt’

Naessens: “Het was altijd de droom van mijn schoonmoeder geweest om New York te bezoeken. Ze had al twee keer kanker overwonnen, en nu haar drie dochters volwassen waren, wilde ze eindelijk die droom waarmaken en eens écht van het leven genieten.

“Voor Ann-Laure en mij was het een druk jaar geweest. We hadden de bouw van ons huis afgerond en ons tweede kindje gekregen. Die eerste drie maanden hadden we moeilijke, uitputtende nachten beleefd. Maar omdat Ann-Laure net was gestopt met het geven van borstvoeding, kon ze ingaan op de uitnodiging van haar moeder. Ze verdiende het om er eens even tussenuit te zijn. Ik heb haar met veel plezier zien vertrekken, op zaterdag in alle vroegte. Ik lag nog in bed toen ze mij een kus kwam geven. ‘Schat, ik ben weg’, zei ze. Dat was de laatste keer dat ik haar levend heb gezien.”

Hebben jullie daarna nog telefonisch contact gehad?

“Ja, ze belde me elke dag, om te vertellen wat ze allemaal had gedaan in New York. Tijdens een van onze laatste gesprekken zei ze dat ze enorm had genoten van de musical van The Lion King. ‘Overweldigend’, zei ze.

“Een dag later waren ze aan het fietsen van Ground Zero richting Central Park. Normaal gezien zouden ze een andere weg nemen, maar op aanraden van een Amerikaan hebben ze dat niet gedaan. Hij zei dat het veiliger was via dat fietspad, maar net daar zijn ze aangereden. De dader is het fietspad opgereden met een truck, is beginnen te zigzaggen en heeft tientallen mensen geraakt. Nadat mijn vrouw was aangereden en op de grond was gevallen, dachten mijn schoonmoeder en schoonzussen dat ze nog leefde. Ann-Laure was buiten bewustzijn, maar ze dachten dat ze haar hartslag hadden gevoeld. Zelf raakten ze niet gewond, alleen mijn jongste schoonzus hield er wat schaafwonden aan over. Mijn vrouw werd overgebracht naar het ziekenhuis, waar ze is overleden.”

Hoe bent u dat te weten gekomen?

“Om twintig voor negen kreeg ik telefoon van Ann-Laure, dacht ik. Ik nam op, maar ik kreeg een Amerikaanse aan de lijn, van een ziekenhuis in Manhattan. ‘Who are you?’, vroeg ze. Eerlijk gezegd: ik dacht eerst dat Ann-Laure een grap aan het uithalen was. Dat deed ze weleens vaker, met een raar stemmetje bellen. Toen ik tegen die vrouw zei dat ik Ann-Laures man was, hoorde ik: ‘Oh my God, he is the husband.’

“Ik moest de volledige naam van mijn vrouw spellen, en haar geboortedatum en nationaliteit geven. Ik begreep er niets van, maar ik had wel door dat er iets ergs was gebeurd. Ik bleef maar vragen wat er aan de hand was. Ik kreeg een dokter aan de lijn: hij vertelde dat ze was aangereden door een truck. ‘We did what we could, but I am afraid, sir, she passed away.’ Op dat moment stortte mijn wereld in elkaar.

“Toen ik ophing, zag ik dat ik twee oproepen van mijn schoonzus had gemist, dus belde ik haar onmiddellijk terug. ‘Ann-Laure is gestorven’, herhaalde ik alsmaar in paniek. ‘Ze is dood!’ Mijn schoonzus was nog niet op de hoogte. We zijn samen in tranen uitgebarsten.

“Daarna ben ik naar buiten gelopen, naar mijn schoonvader, die twee huizen verder woont. Ik belde aan en blééf bellen tot hij de deur opendeed. ‘Ann-Laure is gestorven in New York, Ann-Laure is gestorven in New York’, riep ik. We hebben de televisie meteen op CNN gezet.”

Waar waren jullie kinderen op dat moment?

“Onze oudste zoon was bij mijn moeder, onze jongste lag bij mij te slapen, terwijl ik naar vrienden en familie belde om hen op de hoogte te brengen. Even later begonnen ze bij ons thuis toe te stromen. Iedereen was aan het huilen, maar we probeerden ook zoveel mogelijk info te verzamelen. We kwamen te weten dat er acht dodelijke slachtoffers waren: vijf Argentijnen, twee Amerikanen en één Belgische. Ann-Laure.

“Mijn wereld stortte in elkaar. Alle fundamenten vielen weg. De uren en dagen die volgden, leken op een film.”

Kon u nog slapen die nacht?

“Neen, we zijn tot vier uur ’s nachts bezig geweest met de repatriëring. Ann-Laure zo snel mogelijk terugbrengen naar België, dat was het enige wat telde op dat moment. We hebben meteen contact opgenomen met de hospitalisatieverzekering en dankzij onze burgemeester kregen we de geboorte- en huwelijksakte nog diezelfde nacht vertaald. We hebben alle documenten snel naar New York kunnen verzenden. Veel mensen en instanties hebben ons geholpen die eerste november, ook al was het een feestdag en werd er eigenlijk niet gewerkt. Daar ben ik zeer dankbaar voor.

“We hebben die dag ook zelf een persbericht opgesteld, om de media op afstand te houden. De Amerikaanse media hadden me al gebeld, omdat ze mijn nummer op internet hadden gevonden, en ik wilde voorkomen dat de Belgische pers bij ons thuis kwam aanbellen. In het persbericht hebben we gemeld dat Ann-Laure gestorven was bij de terreuraanslag in New York, en dat we met rust wilden worden gelaten. We voegden er zelf enkele foto’s bij, zodat journalisten niets moesten gaan plukken van het internet of van haar Facebook-profiel.

“Diezelfde dag heeft koning Filip me gebeld om zijn deelneming te betuigen. Hij heeft geen grote woorden gebruikt en vooral naar mij geluisterd. Het was een warme babbel, waar ik veel aan heb gehad. Ik voelde ook dat het geen voorbereid gesprek was: hij zocht naar zijn woorden en was duidelijk geëmotioneerd.

“Wat later heb ik even in mijn bed gelegen en geprobeerd om te slapen, maar dat lukte niet. Ik lag de hele tijd te piekeren. Ik kon niet geloven dat Ann-Laure er niet meer was.”

Wanneer bent u het gaan geloven?

“Toen mijn schoonmoeder mij opbelde, terwijl ze bij het lichaam van Ann-Laure stond. Tot dat moment had ik gehoopt dat het een vergissing was, dat ze misschien nog leefde en dat ze de gsm van iemand anders hadden gevonden. Maar toen mijn schoonmoeder naast haar stond, wist ik het zeker. Ook voor haar was het bijzonder pijnlijk. Ze was vertrokken met haar drie dochters, en zou terugkeren met slechts twee.

“Toen mijn schoonmoeder en twee schoonzussen enkele dagen later aankwamen op de luchthaven, vielen we in elkaars armen. We konden alleen maar huilen. Het is het grootste verdriet denkbaar, maal twee. Het is een gevoel dat je je pas kunt voorstellen als je het zelf hebt meegemaakt. Iemand die je zo graag ziet die van de ene seconde op de andere wordt weggerukt: dat gaat heel diep.

“Enkele dagen later werd Ann-Laure gerepatrieerd. Dat was sneller dan verhoopt, omdat we eerst hadden gehoord dat het twee à drie weken zou kunnen duren.”

Hoe verliep dat?

“De politie heeft ons geëscorteerd naar de luchthaven. We werden binnengelaten via de diplomatieke ingang. Even later stonden we op de tarmac en landde het vliegtuig. De mensen van Swissport stonden daar in hun gele hesjes, de lijkwagen stond klaar, het ruim ging open en de kist met het lichaam van Ann-Laure kwam naar beneden gerold. Het was één grote waas.

“We zijn toen meteen, opnieuw met een politie-escorte, naar het funerarium in Roeselare gereden. Daar ging de kist open en zag ik haar voor het eerst terug. Maar het was niet de Ann-Laure die ik kende. Ze was toegetakeld door de aanslag. Haar lichaam voelde koud. Ik raakte haar handen en haar haren aan, maar ik durfde haar niet te omhelzen. Ik staarde een beetje en was in schok. Dat was niet mijn vrouw, die voor me lag. (wijst naar foto’s van vroeger) Zó zag ze eruit, zó wil ik me haar herinneren. Kijk hoe mooi ze op die foto's staat, wat een pracht van een vrouw.

“Tegen mijn zoontje vertellen dat zijn mama dood was, is het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen. Hoe leg je hem uit dat de belangrijkste persoon in zijn leven er niet meer is? Kinderpsychologen hebben me aangeraden om het te vertellen zoals het is. ‘Je mama komt niet meer terug.’ Toen ik het hem probeerde uit te leggen, reageerde hij eerst niet, daarna begon hij te huilen. ‘Ik wil naar mama!’”

‘Tegen mijn zoontje vertellen dat zijn mama dood was, is het moeilijkste wat ik ooit heb moeten doen. Hoe leg je hem uit dat de belangrijkste persoon in zijn leven er niet meer is?’

Een week na de repatriëring heb je Ann-Laure begraven, op 11 november.

“Ik heb bewust die dag gekozen, ik vond de symboliek belangrijk. De gedachte van nooit meer oorlog was nog nooit zo veraf geweest. Mijn vrouw is het slachtoffer geworden van een moderne oorlog, die op een andere manier en met andere wapens wordt uitgevochten: een implosie vanuit het hart van de samenleving.”

Er kwamen 2.000 mensen naar de begrafenis.

“De kerk was niet groot genoeg, en dus hadden we buiten een groot scherm geplaatst, zodat iedereen kon meevolgen. Ik was op voorhand een beetje bang voor zo’n grote opkomst. Maar door de vele steunbetuigingen wilde ik een publieke begrafenis. Ik voelde dat er meer was, dat haar overlijden verder ging dan het rouwen van de mensen die haar hebben gekend. Een jonge vrouw van 31 met twee jonge kindjes die door een aanslag om het leven komt: dat raakt iedereen in zijn ziel.

“Na de begrafenis viel er een loden gewicht van mijn schouders: alles was vlot verlopen, het was een mooie dienst, ik had mijn tekstje goed voorgedragen. Het laatste wat ik nog voor haar kon doen, had ik goed gedaan. Ik voelde haast een soort euforie. Tot ik de volgende ochtend wakker werd en het rouwen pas écht begon. Ik besefte ineens dat ons leven was verwoest, en het leek me een onmogelijke taak om het weer op te bouwen. Ik besliste om wat te gaan werken, om toch een béétje structuur te hebben en onder de mensen te komen. Achteraf bekeken ben ik blij dat ik me niet heb weggestoken. Iedereen rouwt anders, er is geen goede manier. Voor mij was het goed om te werken.”

Alexander Naessens: “Er is geen goede manier om te rouwen, iedereen doet het anders. Voor mij was het goed om te werken, om toch een béétje structuur te hebben en wat onder de mensen te komen.”

Hoe kijkt u vijftien maanden later terug op deze dramatische gebeurtenissen?

“Ik heb mezelf beter leren kennen. Ik ben er vrij rationeel mee omgegaan, ondanks het grote verdriet, en dat had ik niet verwacht. Het gaat natuurlijk met hoogtes en laagtes, en ik heb veel slechte momenten gehad, maar soms ook leuke momenten. Nu, ik mis haar elke dag. Ik denk elke minuut aan haar.”

Hoe gaat u daarmee om?

“Er is een stuk van mezelf weg. Ik heb lang verlangd naar 31 oktober 2018, omdat ik dacht dat ik me één jaar na haar dood beter zou voelen. Maar dat is helemaal niet het geval. Het is een illusie geweest.”

Hoe voelt u zich nu?

“Zeer slecht. Het leven is complex geworden. Mijn toekomstbeeld is weg, terwijl mensen net nood hebben aan perspectief. Ann-Laure en ik dachten: we gaan onze kinderen zien opgroeien, we gaan genieten van het leven en samen oud worden. Maar dan overkomt je zoiets en valt alle houvast weg. Daarom begon ik ook meer aan mezelf te twijfelen, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak. Maar ik probeer niet verbitterd te raken. Dat lukt me redelijk goed, al is het op zwakke momenten soms moeilijk om me niet in zelfmedelijden te wentelen.

“Weet je, hoe langer het geleden is, hoe meer afstand ik voel tussen mijn leven en het leven van anderen. Hun leven gaat gewoon voort, terwijl het onze is verwoest. Ze hebben een keer naar mij omgekeken en gezegd: ‘Zo erg, dat zou ik niet willen meemaken.’ Maar bij mij is dat wél gebeurd. Alles verandert, niets is nog hetzelfde. Ook je sociale relaties niet. Soms spreken mensen me aan over hun problemen en denk ik: ‘Och, is het dat maar?’”

‘Ik probeer niet verbitterd te raken. Dat lukt me redelijk goed, al is het op zwakke momenten soms moeilijk om me niet in zelfmedelijden te wentelen’

Voelt u zich gehard?

“Niet gehard, maar soms denk ik: ‘Waarover maak jij je zorgen? Had ik maar zulke onbenullige problemen.’

“Rouwen is iets zeer vreemds. Ik heb onlangs Option B van Sheryl Sandberg gelezen, ze is COO van Facebook en ook zij heeft haar partner verloren. In haar boek beschrijft ze op treffende wijze hoe de fases van rouw verlopen wanneer je een partner of een naaste verliest. Het gaf me een verlossend gevoel.”

Is dat uw trouwring die u draagt?

“Ja, ik zal hem nooit meer uittrekken. Officieel zijn we niet meer getrouwd: het huwelijk stopt wanneer één van de twee partners overlijdt, maar ik zal die ring blijven dragen, wat er ook gebeurt. Ann-Laure is de vrouw van mijn leven, of ze er nu is of niet. We waren voor elkaar gemaakt, we waren zielsverwanten. We begrepen elkaar en keken op dezelfde manier naar de dingen. Mijn klankbord is verdwenen, en ik moet daarmee leren omgaan. Als ik vroeger met iets zat, voelde ik me al meteen veel beter door het simpele feit dat ik bij Ann-Laure terechtkon.”

En nu?

“Niemand kan haar plaats innemen.”

‘Mijn vrouw is het slachtoffer geworden van een moderne oorlog, die op een andere manier en met andere wapens wordt uitgevochten: een implosie vanuit het hart van de samenleving’

IS-moeders

Ondertussen hebben de slachtoffers van de aanslag een klacht ingediend tegen de stad New York. Ze eisen een schadevergoeding omdat de stad geen actie ondernam, hoewel er al herhaaldelijk adviezen waren uitgesproken om het fietspad van het verkeer af te schermen met betonblokken. Eén dag na de aanslag plaatste ze in allerijl wel zulke betonblokken.

Hebben jullie snel vernomen dat IS achter de aanslag zat?

“Ja. Nadat de neergeschoten dader was ontwaakt in het ziekenhuis, vroeg hij om een IS-vlag in zijn kamer op te hangen. Hij vroeg ook hoeveel doden hij had gemaakt. Hij was teleurgesteld toen hij hoorde dat het er ‘maar’ acht waren.

“Advocaat Walter Van Steenbrugge zal onze belangen behartigen, maar we kunnen ons geen burgerlijke partij stellen in de VS. Daar voert de overheid gewoon de rechtszaak tegen de dader. Het federaal parket heeft ons gezegd dat hij ofwel levenslang krijgt, ofwel de doodstraf.”

Bent u meer gaan opzoeken over de dader en de ideologie van IS?

“Nee.”

Een bewuste keuze?

“Eerder onbewust. Ik ben vooral bezig geweest met mijn eigen verdriet. Met het weinige beetje energie dat ik nog had, kon ik beter proberen om mijn eigen leven weer op te bouwen.

“In het begin kon ik alleen maar bezig zijn met mezelf. Wat anderen te vertellen hadden, interesseerde me even niet meer, omdat ik vond dat ik zelf al genoeg problemen had. Pas wanneer je zelf mentaal en lichamelijk gezond bent, kun je met anderen praten en luisteren naar wat ze te vertellen hebben.”

De plaats van de aanslag in New York. “Toen de dader ontwaakte in het ziekenhuis, was hij teleurgesteld dat hij ‘maar’ acht mensen had gedood.”

Maar binnen enkele maanden komt er een confrontatie met de dader in de rechtbank.

“In oktober begint het proces, inderdaad. De kans is ook groot dat wij worden opgeroepen om te getuigen in dezelfde ruimte.”

Ziet u dat wel zitten?

“Ik weet het niet goed. Die man heeft onze levens verwoest. Ik hoop dat ik zeer kalm zal kunnen reageren en dat ik mijn verhaal zal kunnen doen. Voor mijn vrouw.”

Welke vraag zou u hem stellen?

“‘Waarom laat u uw familie in de steek?' Hij heeft zelf een vrouw en kinderen. Ik zou hem vragen waarom hij hun dat aandoet, en waarom hij andere families kapot wil maken. Wegens een bepaalde ideologische overtuiging?”

Hebt u minder begrip voor religieuze mensen na wat er allemaal gebeurd is?

“Nee, want voor veel mensen vormt religie een mooi houvast. Maar je mag extremisme niet gelijkstellen aan religie. Extremisten misbruiken hun geloof om zich af te zetten tegen de westerse samenleving. Nu, vaak zijn het mensen die zwak staan in de samenleving die vatbaar blijken voor IS-propaganda. De dader moet ook gefrustreerd zijn geweest. Anders doe je zoiets toch niet?

“Eigenlijk is het zeer cynisch. Ann-Laure deed zo veel voor mensen die het moeilijk hadden, ongeacht hun geloof of afkomst. Ze zette inzamelacties op voor goede doelen, ze heeft nog vrijwilligerswerk gedaan in een weeshuis in Benin... Dat uitgerekend zij dan het slachtoffer wordt, is bijzonder pijnlijk.”

Verandert dat uw kijk op de dingen niet?

“Weet u, het laatste wat we mogen doen, is bang worden en onszelf thuis opsluiten. IS is erop uit om onze samenleving te ontwrichten door angst te zaaien. We kunnen hen alleen maar verslaan door onze vrijheden en onze westerse waarden te blijven verdedigen.

‘Het laatste wat we mogen doen, is bang worden en onszelf thuis opsluiten’

“Wat me wél stoort, is het debat rond de IS-moeders die met hun kinderen willen terugkeren naar België. Wij moeten zogezegd meer beschaafdheid tonen dan zij ons lieten zien. Tja, dat is makkelijk gezegd vanuit een ivoren toren. Maar als je slachtoffer bent, ga je sneller inzien dat dit probleem te complex is om met de mantel der liefde van onze westerse waarden te bedekken. Waarom willen die IS-strijders en hun vrouwen eigenlijk terugkeren? Ze zijn tégen onze maatschappij. Bovendien weten we niet hoe hun kinderen zullen reageren als ze het gedachtegoed van hun ouders leren kennen. Misschien zullen ze zich wreken?”

Onderschatten we de risico’s, denkt u?

“Ik denk het wel. De zaken worden soms te idealistisch voorgesteld. ‘We moeten iedereen een tweede kans geven.’ Ik geloof ook in dat principe, maar als je je zodanig hebt afgezet tegen onze samenleving, hoor je er volgens mij niet meer in thuis.

“Ik vind wél dat we mensen kansen moeten geven, politieke vluchtelingen bijvoorbeeld. Maar als ik sommigen hoor zeggen dat die IS-moeders hier welkom zijn omdat ze niet gescheiden mogen worden van hun kinderen... Mijn kinderen zitten óók zonder moeder, maar daar wordt te makkelijk aan voorbijgegaan. Dáár heb ik het moeilijk mee! En ik niet alleen. De nabestaanden en slachtoffers van terreur zijn een stille groep, die helaas steeds groter wordt. Ze hebben veel verdriet en komen daar niet graag mee naar buiten. Maar als ze zulke zaken op tv zien of in de krant lezen, is dat telkens opnieuw een slag in hun gezicht. Ik denk dat velen van hen zich vergeten voelen.”

‘Waarom willen die IS-strijders en hun vrouwen eigenlijk terugkeren? Ze zijn tégen onze maatschappij’

Er wordt te weinig rekening gehouden met de gevoelens van slachtoffers in onze samenleving?

“Ja. Denk maar aan de beelden van Marc Dutroux, een kinderverkrachter en een moordenaar, die zich amuseert tijdens een wandeling in de gevangenis. Geloof me, zijn slachtoffers liggen daar wakker van.

“Of neem nu het programma Ex-gangster op VIER. Hoe is het mogelijk dat mensen als Danny Vanhamel een platform krijgen om hun criminele daden te verheerlijken? Programmamakers begrijpen niet welk leed de slachtoffers wordt aangedaan.”

Hoe komt dat volgens u?

“Mensen zoals wij krijgen snel sympathie, maar er is te weinig empathie. Ik durf zelfs stellen dat er soms meer empathie is voor IS-strijders dan voor slachtoffers van terreur en geweld.”

Houdt u er rekening mee dat uw kinderen ooit zullen vragen: ‘Papa, wat is er met mama gebeurd?’

“Absoluut, maar ik weet niet hoe ze erop zullen reageren.”

Welke raad zult u hun geven?

“Dat ze niet mogen meegaan in polarisatie. Ik zal hun duidelijk maken dat het beter is de andere wang toe te keren, zelfs als je zo’n onrecht wordt aangedaan. Ik zal erover waken dat zij niet radicaal gaan denken, of zich met extreem gedachtegoed inlaten. Ze mogen veel verdriet hebben, maar ik wil niet dat ze bepaalde bevolkingsgroepen gaan viseren.”

Uw vertrouwen in de mens heeft geen knauw gekregen?

“Neen, ik ben van nature altijd een optimist geweest. Ik ben dat nog altijd.”

‘Mensen zoals wij krijgen snel sympathie, maar er is te weinig empathie. Ik durf zelfs stellen dat er soms meer empathie is voor IS-strijders dan voor slachtoffers van terreur en geweld’

Voelt u zich eenzaam?

“Enorm. Ik had zo veel mooie herinneringen met Ann-Laure opgebouwd die ik nu niet kan delen met iemand anders. Ik kan u wel vertellen over onze kinderen, of hoe we onze trouwdag hebben beleefd, maar dat is niet hetzelfde. Ik wilde dat ik dat allemaal nog met haar kon bespreken.”

Hoe gaat u om met dat gevoel van eenzaamheid?

“Niet. Er is ook een grote leemte ontstaan in mijn leven. Ik heb me nog nooit zo slecht gevoeld. Het is absurd.”

Alexander Naessens: “Officieel zijn we niet meer getrouwd: het huwelijk stopt wanneer een van de twee partners overlijdt, maar ik zal mijn trouwring nooit meer uittrekken. Ann-Laure is de vrouw van mijn leven, of ze er nu is of niet.”

Hebt u het gevoel dat u er alleen voor staat?

“Soms denk je dat je er alleen voor staat, maar er zijn veel meer mensen die weten wat het is om te rouwen. Ik ben naar sessies van vzw Bajoto geweest, waar jonge weduwes en weduwnaars samenkomen om hun verhalen te delen. Ik heb lang geweigerd om naar zulke meetings te gaan. Ik heb al genoeg leed, ik hoef dat van een ander niet te horen, dacht ik toen. Maar het heeft echt geholpen. Ik kwam te weten hoe andere mensen omgaan met hun verlies, en dat is haast voor iedereen anders. Er gaat een nieuwe wereld open als je rouwt. Soms zijn er mensen die plots naar je toestappen om te zeggen: ‘Ik weet wat het is, ik heb ook mijn partner verloren.’”

Naessens toont de rouwbrief. Daarop staat de eerste strofe van ‘Zeg me dat het niet zo is’ van Frank Boeijen.

“De eerste keer dat ik dat liedje hoorde, was ik er ondersteboven van. Ik bleef het maar herhalen. ‘Ga je mee / Vanavond naar ons lievelingsrestaurant / Een tafel voor twee / Ik heb gebeld, ze weten ervan / En we drinken / Totdat de zon opkomt / En we vergeten / De oneerlijkheid van het lot.’

“Mijn vrouw en ik vonden dat een prachtig nummer. Het gaat over een koppel dat iets meemaakt en het lot verdrinkt tot in de vroege uurtjes. Mijn vrouw en ik gingen graag iets eten. We genoten van het leven. Dat liedje is zo pakkend. ‘Als ik sterf, dan wil ik dat je dit liedje speelt op mijn begrafenis’, zei ik vaak. Dat is een van de enige keren dat we over de dood hebben gepraat.”

Praten we te weinig over thema’s als de dood in onze samenleving?

“Dat denk ik wel, ja. We praten sowieso te weinig over emoties en dingen als de dood. ‘Doen en doordoen’, zeggen ze in West-Vlaanderen. Maar ik raad iedereen aan om met zijn of haar partner te praten over emoties, en de dood. ‘Wat als ik er morgen niet meer ben?’ Dan weet je tenminste hoe je verder moet als ze er niet meer is, wat ze had gewild. Ik heb dat nooit gedaan. Toen we het over dat liedje hadden, sprak ik over mezelf, als ik zou sterven. Ik had nooit gedacht dat zij zou sterven. We waren bezig ons leven op te bouwen, naar de toekomst te kijken. Het mooiste moest nog komen: onze kinderen zien opgroeien.”

Waar ziet u zichzelf over een paar jaar?

“Ik hoop dat er een moment komt in mijn leven waarop ik me gelukkiger voel dan vandaag. Dat is wat me overeind houdt.”

© Humo