Direct naar artikelinhoud
Eerbetoon

Weirdo of genie? AB start uitgebreid eerbetoon aan ‘folkhamsteraar’ Harry Smith

Harry Smith in 1969.Beeld Getty Images

Nooit van Harry Smith gehoord? Bob Dylan, Beck en Nick Cave zijn nochtans grote fans. Gelukkig is er nog het Antwerpse trio The Golden Glows, dat op 21 maart in de AB een eerbetoon brengt aan de excentrieke Amerikaan die bijna zeventig jaar geleden de ‘bijbel van de Amerikaanse folk’ samenstelde. Het is de start van een langlopende ode aan een muzikale archeoloog. 

Het voorbije jaar waren The Golden Glows artist in residence in de AB. Een handvol keren speelden ze in het Salon voor een klein publiek, waar ze als in een eigen laboratorium met The Anthology of American Folk Music (1952) van Harry Smith aan de slag gingen. Geen betere laboranten denkbaar: het trio maakt al jaren omzwervingen langs americana, de roaring twenties en de blues. Eerder namen ze ook al de field recordings van Alan Lomax onder handen, maar in maart geven ze dus ook de meest invloedrijke mixtape ooit een grondige update. “De méést invloedrijke mixtape ooit?”, zien we u sceptisch fronsen. Welja!

Rolling Stone rekent Smiths Anthology tot één van The 500 Greatest Albums of All Time, maar ook muzikale helden als Bob Dylan, Jeff Tweedy van Wilco of Elvis Costello zijn enorme bewonderaars van Smiths verzamelwerk. Net als Beck, The White Stripes, The Black Keys en Nick Cave trouwens.

Hoort u het nog steeds donderen in Keulen? Moeilijk te geloven. Bewust of onbewust is zowat iedereen vertrouwd met Harry Smiths levenswerk. Toen Nick Cave en PJ Harvey elkaar even smachtend als sinister ‘Henry Lee’ toezongen, ging het bijvoorbeeld om een murder ballad die door Smith vereeuwigd werd op zijn Anthology, maar dan in de versie van Dick Justice uit 1932. ‘John The Revelator’ van gospel- en blueslegende Blind Willie Johnson werd 75 jaar later opnieuw leven ingeblazen door Depeche Mode. En ook The White Stripes coverden die song vaak en graag. Bob Dylans ‘Maggie’s Farm’ werd dan weer geïnspireerd door ‘Down on Penny’s Farm’ van The Bently Boys uit de jaren 20. En de versie van ‘Stackalee’ van Frank Hutchison uit ’27 inspireerde minstens vierhonderd artiesten tot een bewerking – Nick Caves ‘Stagger Lee’ is daar zowat de bekendste van.

Genie en enigma

Met The Golden Glows en Kurt Overbergh van de AB, de bezieler achter deze Harry-vaganza, willen we het hebben over het genie en enigma dat Harry Smith was. Voor het Antwerpse trio is hun concert in het Theater van de Brusselse concerttempel de kroon op een jaar werk. Voor AB is dat eindpunt dan weer het begin van een langlopend project. Zo maakte Overbergh inmiddels Patti Smith, Sam Amidon, Bill Callahan, Billy Bragg, Jeff Tweedy van Wilco, Guy Garvey van Elbow en Phil Elverum van Mount Eerie warm voor een soortgelijk eerbetoon aan Smith in Brussel.

The Golden Glows.Beeld RV - Charlie De Keersmaecker

Moeilijk bleek het niet om die artiesten aan te vuren. “Right up my alley”, riep Garvey naar verluidt meteen uit op Overberghs voorstel. De erfenis van Smith is dan ook niet te onderschatten voor muzikanten in hart en nieren. Maar hoe verklaar je die wereldwijde cultus, ook bij een legioen fanatieke muziekliefhebbers? Met wat slechte wil kun je Harry Smith immers net zo goed wegzetten als een volslagen weirdo. Een hamsteraar die obsessief-compulsief verzamelde en ogenschijnlijk per ongeluk muziekgeschiedenis schreef toen hij een collage van ‘vergeten songs’ maakte en zo op de Heilige Graal van de Amerikaanse folk stootte.

Maar hem een doodgewone collectioneur noemen, is hetzelfde als suggereren dat Francis Bacon verftubes verzamelde, of Ernest Hemingway Montegrappa vulpennen. Het lijkt eerder zo dat deze zelfverklaarde antropoloog eerder een muzikale archeoloog was, die muziek bewaarde om ze door te geven aan volgende generaties. “In de jaren 40 verzamelde hij 78-toerenplaten op schellak, omdat die anders tot oorlogsmateriaal zouden omgesmolten worden tijdens WO II,” weet Overbergh. 

Natuurelementen

De benaming Anthology doet deze collectie trouwens oneer aan: de compilatie is zo divers qua stijl en klankkleur dat ze beter collage genoemd zou worden. Dat beamen beide partijen: “Hij noemde het kennelijk ook zélf zo,” zegt Overbergh. “Doelbewust deelde hij songs onder in drie thema’s: ‘Ballads’, ‘Social Music’ en ‘Songs’. Die associeerde hij op zijn beurt met de natuurelementen water, vuur en lucht, wat zich op zijn beurt reflecteerde in de kleur van de platenhoes die respectievelijk groen, rood en blauw kleurde. Ook de manier waarop hij de songs rangschikte, was uitzonderlijk. Vaak verwezen songtitels naar elkaar, of borduurden ze verder op een bepaalde gitaarrif. Op die manier maakte Harry Smith – al dan niet bewust – dé ultieme mixtape.”

‘Smith geloofde oprecht dat als je de patronen in een samenleving kan blootleggen er energie vrijkomt. Dat wilde hij ook via muziek doen’
Bram Van Moorhem, frontman The Golden Glows

Die Anthology is een heel curieus object, vindt ook Golden Glows-frontman Bram Van Moorhem. “In die zin dat Smith heel subjectief een selectie maakte uit zo’n twintigduizendtal platen. Het ging hem niet om authenticiteit. Hij was vooral geïnteresseerd in patronen. Misschien werd die dada aangevuurd door amfetamines, (lacht) maar hij geloofde oprecht dat als je de patronen in een samenleving kan blootleggen er energie vrijkomt. Dat wilde hij ook via muziek doen. Toen hij in 1997 een Grammy kreeg voor zijn Anthology, zei hij dan ook letterlijk: ‘My dream came true: I saw the world change through music.’”

Papieren vliegtuigjes

Smith verzamelde wel meer, trouwens. Kleren van één welbepaalde indianenstam, maar ook Oekraïense paaseieren, draadfiguurtjes van de Inuït of papieren vliegtuigjes die hij oppikte in de straten van New York. Hij legde dan nauwkeurig vast op papier hoeveel keer zo’n vliegtuigje was gevouwen voor hij die toevoegde aan zijn verzameling. Wilde Smith gewoon alles vangen wat er in de wereld omging, of is er méér aan de hand? Wie zijn levensverhaal volgt, krijgt namelijk de indruk dat Smith nogal obsessief-compulsief verzamelde. “Terechte bedenking,” lachen de Glows. “Maar niemand die weet wat er speelde. Hoewel zijn leven vaak bestudeerd werd, is hij altijd een mysterie gebleven. Ook wij hebben niet het idee dat we hem nu beter begrijpen, zelfs al hebben we zo lang op zijn muziekcollage gewerkt. Smith was ook niet voor één gat te vangen. In de jaren 30 en 40 was hij schilder, en experimenteel filmmaker in de jaren 50 – daarvoor wordt hij nog steeds bewonderd in avant-garde middens.”

The Golden Glows.Beeld RV - Charlie De Keersmaecker

Hield hij eigenlijk oprecht van muziek? Die suggestie klinkt bijna als heiligschennis, maar zijn schijnbaar willekeurige verzamelwoede, tot aan zijn dood in 1991, lijkt dat idee te ondersteunen. “Aan zijn pure liefde voor muziek kun je inderdaad twijfelen,” knikt Overbergh. “Hij koos bijvoorbeeld vaak niet de béste versie van een song uit, maar wel de meest markante.” Van Moorhem pikt meteen in: “Zo is Son House’s versie van ‘John The Revelator’ twintigduizend keer beter dan de versie van Blind Willie Johnson, maar toch haalde die laatste de Anthology. Volgens mij wilde hij met die collage vooral een punt maken over Amerikaanse cultuur: Smith was ook de eerste die blanke en zwarte muziek kleurenblind bij elkaar gooide. Ongezien voor de fifties. Hij wilde wellicht sociale veranderingen doorvoeren via muziek. Alsof hij van lood goud wilde maken. Wat wij het mooist vinden, is dat hij in de jaren 50 Amerika opnieuw in contact bracht met hun erfgoed.”

‘Aan zijn pure liefde voor muziek kun je inderdaad twijfelen. Hij koos bijvoorbeeld vaak niet de béste versie van een song uit, maar wel de meest markante’
Kurt Overbergh van de AB

Ook The Golden Glows doen dat al jaren op hun eigen manier. Soms lijkt het wel alsof ze twee eeuwen te laat zijn geboren “Toch niet,” schudt Van Moorhem het hoofd. “Zonder een moderne uitvinding als het internet had ik die parels nooit ontdekt, zeker niet als blanke Vlaming. Ik ben deze groep begonnen uit liefde voor die tijdloze songs. Die lyrics alléén al, over opiumdromen van een schoorsteenveger of een ridder die rondwaart zonder hoofd: dat bedenkt niemand vandaag nog. Dylan zei ooit dat je die ballades met de beste wil van de wereld nooit meer kan schrijven. Die songs werden indertijd ook van generatie op generatie doorgegeven, en werden zo op punt gesteld. En nu kunnen wij die muziek op onze beurt doorgeven. Bewijzen dat je met die tijdloze songs nog steeds iets avontuurlijks, mind blowing en sexy kan maken.”

Overbergh knikt bewonderend. “Eigenlijk loopt hun proces parallel met wat Echo Collective heeft gedaan met Amnesiac van Radiohead in onze zaal. Dat was ook een voortdurend work in progress, tot ze die plaat eigen hadden gemaakt. Als toeschouwer kon je bij elk concert zien hoe hun interpretaties evolueerden en tot volle wasdom kwamen. Bij The Golden Glows heb ik dat ook gezien.”

Guidelines

Tien jaar geleden hoorden we Overbergh al praten over zijn plannen met Smiths Anthology. Dat het zo lang duurde voor dat project tot wasdom kan komen, blijkt een bewuste keuze. “lk wilde die Anthology zélf eerst doorgronden, voor ik er iemand op zou aanspreken. Zo bleef dat idee jaren lang broeien en malen in mijn hoofd. En zo hoort het ook: ik zou nooit op iemand als Jeff Tweedy durven afstappen, en hem onvoorbereid vragen om zo’n gunst. Die Anthology moest eerst helemaal in mijn lijf zitten, zodat zij zouden voelen dat ik het serieus meen. Géén gebluf. Voor mei heeft Sam Amidon nu als eerste internationale act toegezegd, en Tweedy geef ik binnenkort ook een box van Smith cadeau als teken dat mijn intenties oprecht zijn. Ook Patti Smith reageerde enthousiast. Heel maf trouwens: Ann Demeulemeester stelde me aan haar voor, en toen bleek dat ze nog een tijdje met Harry Smith in Chelsea Hotel te hebben gewoond!”

Harry Smith in het Chelsea Hotel in New York, 1969.Beeld Getty Images

“Mijn plan is om tot 2023 Anthology-concerten te programmeren: dan zou Smith 100 geworden zijn. We kunnen zeker zo lang doorgaan met die reeks. Omdat mijn guidelines zo vrij zijn, voelen veel artiesten zich ook meteen aangesproken.”

Guidelines? Overbergh blijkt zowaar tien geboden uitgebeiteld te hebben, die samen een manifest vormen voor alle artiesten. “Het eerste gebod is: bovenal, bemin Kurt. (lacht) Nee, ik geef die richtlijnen mee aan de artiesten, ter inspiratie. Zo druk ik iedereen op het hart dat het hen volledig vrij staat om radicaal andere versies van die classics te boetseren. Een ander gebod is: wees origineel. Er is zo veel mogelijk met zijn Anthology. Je mag, nee, moet de spelregels ombuigen in je eigen laboratorium. Zo ben ik erachter gekomen dat een paar muziekfreaks alle originele versies uit de Anthology hebben opgesnord, en de B-kantjes van die singles ook hebben toegevoegd aan de collectie. Dat soort initiatieven zorgt ervoor dat zijn nalatenschap levend blijft.”