Direct naar artikelinhoud
Muziek

"En op de hoes: de buurvrouw in bh": theatershow 'Plaatjes uit de Kringwinkel' brengt eerbetoon aan 'onderste gelederen van de Vlaamse muziekindustrie’

Bert Blommen en Jan De Smet.Beeld Eric de Mildt

Bing Barlow, Marco Reynders, Monja of Tony Geys. Stuk voor stuk namen die zelfs bij de grootste muziekkenner amper een belletje zullen doen rinkelen. Met hun theatershow Plaatjes uit de Kringwinkel willen Jan De Smet en Bert Blommen daar verandering in brengen. 

Jan De Smet kent u van De Nieuwe Snaar. Bert Blommen zag u dan weer opduiken in de rubriek De platenkast van het Eén-programma Iedereen beroemd. Vanaf dit weekend trekken ze samen door Vlaanderen. Met een missie: de verborgen parels uit hun platencollectie in ere herstellen. Beide heren koesteren sinds een aantal jaar namelijk een aan het ongezonde grensende fascinatie voor de platenbakken van kringwinkels allerhande en de schatten die daarin te vinden zijn. Al vullen Blommen en De Smet het begrip ‘schat’ net iets anders in dan de modale muziekliefhebber. Het duo is niet geïnteresseerd in klassiekers van grote namen. Neen, Blommen en De Smet zoeken vooral platen en singles uit wat ze zelf als de onderste gelederen van de Vlaamse muziekindustrie omschrijven. Muzikaal niet altijd even hoogstaand, maar wel bijna zonder uitzondering platen met een verhaal. Blommen zorgt tijdens Plaatjes uit de Kringwinkel voor de nodige tekst en uitleg. De Smet zorgt samen met zijn muzikanten voor een muzikale upgrade van al dat moois.

Bing Barlow – Volkse deuntjes

Bing Barlow – Volkse deuntjes
Beeld Eric de Mildt

De plaat waarmee de kringloopcollectie van Blommen begon. “Ik heb die gevonden in de kringwinkel van Heist-op-den-Berg. Vooral de hoes trok me aan. Maar toen ik op Facebook vroeg of iemand Bing Barlow kende, bleek de man vlak bij me in de buurt te wonen. Straffer nog, hij had met zijn orkest nog op het trouwfeest van mijn ouders gespeeld. Bing Barlow was in die tijd wereldberoemd in Booischot en wijde omgeving. Hij liet op een gegeven moment, bij wijze van promotiemateriaal, zelfs briefjes van 500 frank drukken met zijn hoofd erop. Alleen had hij er niet bij stilgestaan dat ze dat in politiekringen als valsmunterij beschouwden.

“Een speciale vermelding voor zijn outfit ook. Vandaag de dag proberen artiesten de trend te zetten. Zij dragen dingen die daarna door hun fans werden opgepikt. Bing Barlow deed net het omgekeerde. Hij ging ervan uit dat de meeste van zijn fans boerkes van den buiten waren, dus verkleedde hij zich op zijn platenhoezen zelf maar als boer. 

Monja – Mijn ouderhuis

Monja – Mijn ouderhuis
Beeld Eric de Mildt

“Monja is in het Pajottenland uitgegroeid tot een soort cultzangeres”, vertelt De Smet. “En dat dan vooral omdat ze eigenlijk helemaal niet zo goed kan zingen. Ze blijkt ook over een bijzonder talent voor timing te beschikken, waardoor ze met haar tekst telkens net naast het ritme uitkomt.” Er werden in de jaren 80 wel meer van die muzikaal twijfelachtige opnames gemaakt. “Loonpersingen heet dat in het vakjargon”, legt De Smet uit. “Zo’n plaatje werd helemaal op kosten van de artiest gemaakt, die er dan 500 exemplaren van mee naar huis kreeg. Het kon dan ook niemand in die studio iets schelen wanneer het nummer in kwestie niet klonk zoals het hoorde.” 

De Smet heeft niet alleen de vier singles van Monja in zijn collectie zitten, maar ook een cd waarop ze samen met haar dochter zingt. “Daar heb ik lang naar gezocht. Tot ik ten einde raad tijdens een optreden in Geraardsbergen gewoon heb gevraagd of iemand in het publiek soms die cd had. Toen dat het geval bleek te zijn heb ik die geruild voor een driedubbele cd van De Nieuwe Snaar. Ik moest die cd gewoon hebben, omdat ik had horen vertellen dat de dochter nog slechter zong dan haar moeder. Dat bleek helaas te kloppen. 

“Bij wijze van eerbetoon brengen we in de show het nummer ‘Mijn ouderhuis’, maar dan wel in een versie zoals Bob Dylan het in 1966 zou hebben opgenomen voor zijn album Blonde on Blonde.”

Marco Reynders – Liefste, ik heb aids

Marco Reynders – Liefste, ik heb aids
Beeld Eric de Mildt

“Een fantastisch nummer”, vindt De Smet. “Dat we daarom ook live in de show brengen. Het is eigenlijk een instrumental, een melodie dus, waarop de genaamde Marco Reynders een brief voorleest aan zijn lief waarin hij haar dus een pijnlijke mededeling moet doen. De tekst is echt hilarisch. Toen we het liedje voor het eerst brachten kwam onze toetsenist bijna niet meer bij van het lachen.” De Smet staat niet alleen in zijn bewondering voor Marco Reynders. Ook Mauro Pawlowski is fan. Net als Blommen. 

“Ik heb lang naar Marco gezocht”, vertelt die. “En uiteindelijk heb ik hem in Thailand kunnen opsporen.” Veel leverde dat contact echter niet op. “Hij heeft me een paar links gemaild naar de immoprojecten waarbij hij daar betrokken is, maar meer ook niet. Ik heb ook contact gezocht met Denise, het meisje op de hoes dat het refrein voor haar rekening neemt, maar ook dat draaide op niets uit. Ik denk niet dat zij nog zo fier is op haar bijdrage.” 

Niet alleen de titel van het nummer is behoorlijk fout, zo blijkt. Het nummer werd volgens het opschrift op de hoes uitgebracht ten voordele van de Stichting Aids Gezondsheidszorg. Maar het rekeningnummer dat erbij stond was op geen enkele manier gelieerd aan die stichting. 

Tony Geys – Hallo met

Tony Geys – Hallo met
Beeld Eric de Mildt

“Ik ben echt een fan van Tony Geys”, vertelt Blomme. “De man is ooit zijn professionele carrière begonnen als leraar. Alleen bleek het voor de klas staan moeilijk te combineren met zijn ambities in het nachtleven. Hij is uiteindelijk een café begonnen op de baan tussen Leuven en Mechelen. Die baancafés zijn voor mij de perfecte illustratie van de tijdsgeest van die periode. Het was nog voor de grote doorbraak van de tv, dus werden er aan het café van Tony elke avond bussen met mensen gedropt, op zoek naar een avondje bier en plezier. 

“De platen van Tony zijn ook meer dan enkel muziek. Hij bracht eigenlijk een soort volkstheater. Tussen het zingen door bracht hij ook sketches en zo. En omdat hij dat zonder al te veel hulp moest doen bedacht hij een originele oplossing voor zijn kostuumwissels. Hij trok al zijn outfits boven elkaar aan en deed die tussen zijn nummers één voor één uit.” 

Geys is ook een boegbeeld van wat Blommen het ‘zagen-over-je-vrouwgenre’ noemt. Met nummers als ‘Ik dans naar de pijpen van mijn vrouw’ als twijfelachtig hoogtepunt. “Die nummers staan trouwens in schril contrast met wat zich in het privéleven van de zanger afspeelt", weet Blommen. “Als negentigplusser is hij nog steeds samen met zijn eerste vrouw.”

De bikinibabes

De bikinibabes
Beeld Eric de Mildt

Veel van de kringloopplaten in de collectie van Blommen en De Smet zijn niet per se exemplaren om naar te luisteren. In de meeste gevallen liever niet zelfs. Ook een mooie, of in dit geval vooral opmerkelijke, platenhoes kan goed zijn voor een ereplaats in de platenkast. “Op een bepaald moment waren pin-uphoezen een ding”, vertelt De Smet. “Iemand als Fausto Papetti bijvoorbeeld, een Italiaanse saxofonist, heeft zeker dertig platen gemaakt met telkens een halfnaakte, bloedmooie griet op de cover. Die trend waaide ook over naar Vlaanderen. Alleen werd hier in plaats van zo’n bloedmooie griet te zoeken, bij de buurvrouw aangebeld. Die moest dan in hare soutien zo verleidelijk mogelijk poseren. Met een hele reeks platenhoezen als deze tot gevolg. In zijn knulligheid worden dat soort dingen toch weer schoon. Ik vind het dan een uitdaging om zo veel mogelijk gelijkaardige dingen op te sporen.” 

#MeToo

#MeToo
Beeld Eric de Mildt

Kringloopplaten illustreren ook perfect hoe zeden en gewoonten zijn veranderd. Een hoes als deze, waarop je kinderen ziet spelen op het bed van een sardonisch grijnzende pianist, zou vandaag waarschijnlijk de winkelrekken niet meer halen. Blommen: “Ook een nummer als De vrouwtjes hebben dat nodig, een klassieker uit het repertoire van Tony Geys, zou niemand nog pikken in MeToo-tijden.” 

De Smet heeft nog wel meer aangebrand materiaal in zijn platenbakken zitten. Het nummertje Magda Justine Agathe Marie van Frankie en de Trillers bijvoorbeeld. “Op het eerste zicht een wat vreemde titel met vier opeenvolgende vrouwennamen. Tot je die snel achter elkaar zegt en ze een heel andere betekenis krijgen. Niemand die daar in die tijd aanstoot aan nam. Integendeel zelfs. Er was aan het nummertje zelfs een wedstrijd verbonden. Wie Magda, Justine, Agathe of Marie heette kon een kaartje sturen en kreeg dan een singeltje opgestuurd.” 

#MeToo
Beeld Eric de Mildt

 Ley Memphis – Een kudde schapen

 Ley Memphis – Een kudde schapen
Beeld Eric de Mildt

“In de kringwinkel vind je heel veel verzamelaars”, vertelt Blommen. “En dit is er een die daar heel vaak tussenzit. Een plaat uit 1970, ten voordele van een of ander zorgcentrum. Mijn interesse ging vooral uit naar Ley Memphis, een Joe Cocker-lookalike die twee nummers mocht inzingen. Vooral ook dankzij het tekstje waarmee hij zichzelf op de achterkant van de hoes voorstelt. Een echt pareltje met zinnen als: ‘Hij wou als 14-jarige zanger worden in een rock-’n-rollgroep, maar hij mocht niet van thuis.’ 

“Ik heb heel lang gezocht en ik ben heel fier om te zeggen dat ik Ley Memphis heb gevonden. In Mexico, waar hij een eigen restaurant runt. Toen hij me zijn levensverhaal mailde dacht ik in eerste instantie dat ik met een fantast te maken had. Hij heeft in allerlei landen gewoond en allerlei dingen gedaan. Zo zou hij televisiekok zijn geweest in Mexico, maar ook vloerder in Spanje. Een ongelooflijk verhaal. Hij was trouwens onlangs ook bij ons nog in het showbizznieuws na zijn deelname aan The Voice Mexico. Hij is daar voorbij de blind auditions geraakt. Ik weet niet hoe hij dat heeft gedaan, want eigenlijk zingt hij helemaal niet zo goed.” 

Plaatjes uit de Kringwinkel, op tournee doorheen Vlaanderen. garifuna.be