Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Met IS-vrouwen praten is niet hetzelfde als hun misdaden goedpraten

Met IS-vrouwen praten is niet hetzelfde als hun misdaden goedpraten
Beeld Tim Dirven

Tine Peeters is journalist bij De Morgen.

Waarom gaat onze overheid niet gewoon praten met de Belgische IS-vrouwen in de Koerdische kampen? De vraag, opgeworpen door onderzoekster Marion Van San in een interview in deze weekendkrant, is akelig simpel. 

De Nederlandse IS-vrouwen kregen al herhaaldelijk ondervragers van de militaire inlichtingendienst op bezoek. De Belgen zagen nog niemand met een officiële titel. Journalisten, zoals Rudi Vranckx, of academici, zoals Van San, die praten met hen in de kampen. Maar Belgen die bij de politie, het parket, of de Staatsveiligheid werken? Hoe eigenaardig is het dat nog niemand van deze instanties naar deze kampen is afgereisd om vast te stellen hoe deze vrouwen er mentaal en fysiek aan toe zijn? Er is al zoveel over hen getweet en gescandeerd, maar nog nooit ten gronde mét hen gesproken.

Alsof met hen praten betekent dat de Belgische staat hun daden goedpraat, laat staan goedkeurt. Eerder het tegendeel gaat op. Als de juiste professionals deze vrouwen ondervragen, zal dat alles behalve een vrijblijvend gesprek zijn. Deze vrouwen stonden op de eerste rij bij de IS-gruwelen, zij kunnen cruciale informatie geven aan de inlichtingendiensten. Die kan helpen om hier netwerken op te rollen en potentiële terroristen op te pakken. Wat houdt de Belgische politiek tegen? 

Gesprekken met deze vrouwen ginds kunnen het hier veiliger maken

Is het – alweer – angst voor de publieke opinie? De IS-moeders en weduwen krijgen dezelfde behandeling als hun mannen. Voor de meeste kiezers zijn zij allemaal – zonder uitzondering – schurken van het allerlaagste allooi. De ‘most wanted’ van de hele wereld. 

Op minder dan honderd dagen voor de verkiezingen wil de regering dus zo min mogelijk met hen geassocieerd worden. Hoe langer de discussie aansleept, hoe meer de oppositie de regering ook uitdaagt en opjaagt. N-VA keurt zelfs de doodstraf voor de Belgische IS-strijders goed. De radicalisering van Bart De Wever, wars van elke ratio, is daarmee een feit.   

De regering mag zich daar niet door laten tegenhouden. Gesprekken met deze vrouwen ginds kunnen het hier veiliger maken. Bovendien gaat het grootste risico tegenwoordig niet uit van de Syrië-strijders die een paar jaar geleden vertrokken zijn naar het kalifaat. Wel van de IS-aanhangers die heel de tijd in België bleven. Daar moeten we ons het meest zorgen over maken, zegt het antiterreurorgaan OCAD al maanden, zo niet jaren. 

Ten onrechte verengt de politiek nu het debat. Ze focust op de groep Syrië-strijders ver weg zodat ze een excuus heeft om weg te kijken van de problemen dichtbij. Misschien weten de politici niet genoeg hoe ze die radicalen van eigen kweek kunnen bereiken. Nog een reden om de Belgische IS-vrouwen uit te horen.