Direct naar artikelinhoud
RecensieBoeken

‘Zo donker buiten’ van Marnix Peeters: een afscheid, geschreven met hartenbloed

Marnix Peeters, Zo donker buitenCOVERBeeld RV

In Zo donker buiten toont Marnix Peeters (53) zich een tedere registrator van het onttakelde leven van zijn moeder. Maar ook van zijn eigen fluctuerende gemoed.

Twee verschillende zielen huizen er in de schrijversborst van Marnix Peeters. Zelf weet hij ze ook niet altijd te verzoenen. Aan de ene kant heb je dat adrenalinegedreven, luidruchtige proza vol zwarte gal, scabreus vertoon en tegendraadse humor. Daartegenover staat de welhaast tedere, ingetogen Peeters, die hij vrij spel geeft in zijn Zeno-columns. Daar bespeelt het woelwater een heel ander register, al stuit je er ook weleens op ergernis of grimmige diagnoses. Maar toch: de grondtoon is milder én vooral veel persoonlijker, met een hoog ‘ruwe bolster, blanke pit’-gehalte.

Sluipdoder alzheimer spookte al enige tijd door de Zeno-columns. Vorig jaar overleed de moeder van Peeters aan dementie, na een lijdensweg van zeven jaar. Het was zonneklaar dat Peeters nog niet in het reine was met de ravage die de ziekte aanrichtte in zijn bestaan. Slechts het papier bood een bedding voor dat ‘verdriet in wisselende tinten’. 

Marnix PeetersBeeld Stefaan Temmerman

Zo donker buiten lijkt geschreven met hartenbloed, om ‘dat langzame geschraap, dat trage en meedogenloze krimpen’ van zijn moeder een definitief onderkomen te bieden. Toch is het geen larmoyante treurzang geworden. Er is ruimte voor de tragikomische facetten van dat ronddolen in ‘die rare, stille nevel die haar omgaf’. Bovendien rijst het besef dat we de dood – tot in haar afzichtelijkste details – onder ogen moeten durven komen. En passant schetst Peeters een kleine plattegrond van zijn Limburgs-Kempense afkomst, waar stille voorzichtigheid het leitmotiv was.

‘Gevangene in haar eigen hoofd’

Nog maar eens een getuigenis over alzheimer, denk je natuurlijk, wanneer je dit fraai vormgegeven boek(je) aanvat, na bijvoorbeeld John Bayley (het schitterende Elegie voor Iris), Nicci Gerrard (Woorden schieten tekort), Bernlef (Hersenschimmen), voetbalcolumnist Hugo Borst (Ma) en vooral Gestameld liedboek van Erwin Mortier. Bij die laatste haalde Peeters de mosterd voor zijn geslaagde werkwijze in korte fragmenten en aantekeningen.

‘Zo donker buiten’. Drie woorden die Peeters’ moeder om de haverklap herhaalt wanneer vanaf 2010 de ziekte haar tentakels uitspreidt. “Zij waste de boontjes in een vergiet, droogde haar handen af en zei: ‘Het is wel donker buiten.’ Het is als een mantra waar ze zich vergeefs aan vastklampt. Later wordt dat het krampachtige ‘Wa moet ich doen?’, wel honderd keer per dag.

Door het nietsontziende aftakelingsproces heen weeft Peeters een requiem voor de eenvoudige, toe­ge­wijde maar gedecideerde vrouw uit Beverlo, een voormalige verpleegster die ooit haar eigen demente va­der tot de laatste snik bijstond. Onthutst kijkt Peeters toe hoe de neergang millimeter per milli­meter voortschrijdt, zeker als haar fijne mentale motoriek het laat afweten. ‘Zij, de eeuwige leidster, was tot vra­gende partij herleid.’ Al denkt Peeters dat het besef haar soms pijnigde: ‘Ze voelde het onweer naderen, lang voor wij het minste geroffel konden horen.’

Nauw­ge­zet betrapt Peeters ook zijn eigen fluctuerende gemoed en overstijgt zo de context van het zoveelste alzheimer-relaas.

Moeder begon eruit te zien als ‘een oud meisje’, het grijze haar slordig bijeengebonden. ‘Een gevangene in haar eigen hoofd, en geen greintje pret’, noteert Peeters. En er is de paranoia, het gestuntel, mood­swings. Een oneindig scala aan emoties trekt voorbij, van lijdzaamheid, onrust, boosheid, somberheid en angst tot wankelmoedigheid. Die slaan over op de na­bije omgeving en vooral op haar moedige echtgenoot, de mantelzorger. Peeters pepert het er – terecht – nog eens goed in: elke dag in de buurt van een alz­hei­merpatiënt is een tantaluskwelling die alle hoop opslokt.

Troost biedt een verpleegster die meldt dat ‘uw moeder tot op het laatst een zeer fier vrouwtje is gebleven’. De schrijver aan het sterfbed weet wel beter. Hij ziet een ‘vogeltje, alleen nog knoken en wat oude veren in een witte, flanellen pyjama met roze hartjes erop’. Pogingen haar te herinneren nemen na haar dood vaak ‘een negatieve bocht, eindigen in duisternis’. Ook dát is herkenbaar: alzheimer overvleugelt de zoete herinneringen van weleer, omdat het langgerekte sterf- en rouwproces bij leven een dam opwerpt. ‘Het strekte zich uit over ruwweg 2.500 bange avonden, nachten en ochtenden. Een goede dood bestaat niet, maar dit was een hele slechte.’

Zelden schiet Zo donker buiten door in emoti­o­neel effectbejag of te gratuite observaties. Nauw­ge­zet betrapt Peeters ook zijn eigen fluctuerende gemoed en overstijgt zo de context van het zoveelste alzheimer-relaas. Want de zoon verandert: zijn angsten, zijn kijk op geluk, de verhouding met zijn geliefde. Wie het ooit met een waas voor de ogen heeft gedaan, weet hoe het je voorgoed tekent, schroomvol je wegdrijvende moe­der eten voeren. ‘Het houdt de on­vermijdelijkheid even staande. Merkwaardig ge­noeg remt het ook je ver­driet wat af, als je het doet. Het is heel intiem.’

Marnix Peeters, Zo donker buiten, Borgerhoff & Lamberigts, 114 p., 22,99 euro. Lees hier ook het interview van Mark Coenen met Marnix Peeters over het boek.