Direct naar artikelinhoud
Opinie

Een feministische kreet uit het oerwoud (of waarom ik staak op Vrouwendag)

Hanna DesmetBeeld Jordan De Deken

Hanna Desmet (1994) studeerde vorig jaar af als master Schrijven aan RITCS School of Arts. Ze is projectmedewerker in de Bibliotheek van Dendermonde en woont in Gent.

Ik ben zes en wild van de Disneyfilm Tarzan. Liever dan de knappe Jane, speel ik al slingerend aan de wasdraad de stoere Tarzan na. Ergens in het voorjaar probeert mijn moeder mij ter gelegenheid van mijn eerste communie in een wit jurkje te wurmen. Ik weiger pertinent om het ding aan te trekken, mijn moeders pogingen om mij er schattig te doen uitzien ten spijt. In een wit jurkje kan je onmogelijk ravotten, laat staan dat je lianen kan bedwingen. Uiteindelijk bereikt mijn moeder een compromis met mij: ik zal een jurkje dragen, maar mag daaronder een witte driekwartsbroek aan. Het is een mooie meidag, ik kijk de VHS van Tarzan tweemaal.

Enkele collega’s, in hoofdzaak vrouwen, schudden meewarig het hoofd toen ik meldde dat ik vrijdag niet kwam werken

Een kleine twintig jaar later draag ik uit vrije wil en zelfs met plezier jurkjes. Maar ik stel vast dat de verwachtingen van hoe een meisje zich moet gedragen, hebben plaatsgemaakt voor die van hoe een vrouw hoort te zijn, al verschillen die soms weinig. Enkele collega’s, in hoofdzaak vrouwen, schudden meewarig het hoofd toen ik meldde dat ik vrijdag niet kwam werken. Op 8 maart vond de Internationale Dag van de strijd voor Vrouwenrechten plaats. In navolging van een vijftigtal landen verspreid over alle continenten, organiseerde Collecti.e.f 8 maars voor het eerst een Vrouwenstaking in België. Vrouwen legden niet enkel het werk neer, maar studeerden, deden geen huishoudelijke taken en kozen ervoor niet te consumeren. Maar ik stel mezelf de vraag: is de strijd voor Vrouwenrechten bij ons niet al geleverd?

Na de twee eerste Feministische golven, waarin eerst gestreden werd voor stemrecht en vervolgens voor economische zelfstandigheid, zijn we in het westen bij het Nieuw Feminisme aanbeland. Dat vrouwenrechten in een groot deel van de rest van de wereld nog geen evidentie zijn, is een aanname die niet te betwijfelen valt. Onlangs ging de Oscar voor ‘Best Short Documentary’ naar ‘Period. End of Sentence’, een documentaire over Indische vrouwen in een dorpje nabij Delhi die besloten zelf maandverband te produceren om zo het taboe rond menstruatie te omzeilen. Maar ook in landen die we niet onmiddellijk als vrouwonvriendelijk beschouwen, zoals België, vinden vrouwen en mannen het nodig om die dag op straat te komen. Maar hoe kwamen die stakingen er precies? Een korte terugblik dringt zich op.

Eerste vrouwenstakingen

De eerste vrouwenstakingen dateren, naar wat ik terugvind, van het begin van de twintigste eeuw. Deze vinden op verschillende data plaats, maar 8 maart wordt door de VN uitgeroepen tot Vrouwendag naar een socialistische staking die in 1917 in Rusland plaatsvond. Een van de vrouwenstakingen met grootste deelname werd in 1975 gehouden in IJsland. Zo’n negentig procent van alle vrouwen besloot toen het werk neer te leggen, als reactie op de loonkloof die 60% bedroeg.

Enkele jaren geleden protesteerden in Polen 30.000 vrouwen voor het recht op abortus. Op de Vrouwenstaking die vorig jaar op 8 maart werd gehouden, kwamen in Spanje naar verluid 5 miljoen vrouwen op straat. Opvallend is dat zij niet enkel streden voor concrete maatregelen (nl. gelijke lonen), maar ook tegen het ‘machismo’: de patriarchale houding die bepaalde mannen aannemen. Een van de directe gevolgen die mentaliteit is een opvallend hoog cijfer van partnergeweld jegens Spaanse vrouwen.

Tegenwoordig lijkt er bij veel mannen én vrouwen een soort cynische houding tegenover feminisme te zijn gegroeid. ‘Zijn alle rechten niet al verworven?’, is de vraag die zij luidop stellen.

Tegenwoordig lijkt er bij veel mannen én vrouwen een soort cynische houding tegenover feminisme te zijn gegroeid. ‘Zijn alle rechten niet al verworven?’, is de vraag die zij luidop stellen. Het is inderdaad zo dat er de afgelopen decennia in België op wettelijk vlak al heel wat verwezenlijkt is, zoals bijvoorbeeld het recht op abortus of recenter beschermingsmaatregelen tegen ongewenst seksueel gedrag op de werkvloer, maar zelfs juridisch is de absolute gelijkheid er nog niet. De belangrijkste eis van het ACV, de eerste vakbond die een stakingsaanzegging indiende, is concreet het wegwerken van de loonkloof. Over het al dan niet bestaan hiervan wordt geregeld twijfel gezaaid, maar misschien is die vermeende loonkloof – of eender welke juridische hiaat - niet het grootste probleem. Net zoals lianen zich rond een grotere boom wikkelen, moeten we naar de woudreus kijken waarrond deze lange tijd konden woekeren.

We durven immers vergeten te erkennen dat seksisme en ongelijkheid op basis van gender in onze samenleving ook als houding nog steeds aanwezig is. Als we het er in de publieke opinie al eens over hebben, gaat het al snel over jongemannen van andere afkomst. Zelf studeerde ik de afgelopen jaren in Brussel en ik waagde mij ook wel eens in de buurt van de Lemonnierlaan, die sinds de documentaire ‘Femme de la Rue’ van Sofie Peeters berucht is. Het was pas toen ik daar zonder koptelefoon voorbijkwam, dat ik merkte dat ook ik werd nageroepen, wat op zich problematisch is. En meer: mocht er iemand besluiten met hetzelfde opzet een dag te filmen in de straten van een doorsnee Vlaamse parochie, zou het meest bruikbare materiaal wellicht van enkele clichébevestigende bouwvakkers komen.

Voelbaar seksisme

Seksisme is in Vlaanderen niet altijd even opzichtig in het straatbeeld aanwezig, maar het is wel voelbaar. Meisjes worden opgevoed binnen bepaalde gedragspatronen, en ze zijn bovendien gekend: zo ben je als vrouw bijvoorbeeld maar beter volgzaam en gedienstig, en is schoonheid nog steeds een belangrijke factor tot succes. Ook de gedragsregels zijn voor vrouwen anders: het is een kwestie van gezond verstand om ’s avonds niet alleen op stap te gaan of je anders te kleden naar gelang de plaats waar je heen gaat. De dubbele moraal treft zowel vrouwen als mannen, want diezelfde houding reduceert mannen de facto tot op seks beluste wezens, zonder al te veel oog voor het gezin.

Aangezien onze maatschappij een pak diverser is geworden in vergelijking met de tijd van de Dolle Mina’s, zou je bovendien kunnen stellen dat er niet langer iets bestaat als ‘het feminisme’. Elke groep of minderheid heeft zijn ‘stakes’: vrouwen met een andere huidskleur, religie of seksuele geaardheid zijn vaak meervoudig slachtoffer, want naast seksisme ondervinden zij ook de gevolgen van racisme en discriminatie.

De verwachtingspatronen over hoe een vrouw hoort te zijn, knellen soms evenzeer als de jurkjes die ik als meisje moest passen

Ik ben een jonge, hoogopgeleide vrouw, afkomstig uit een wit middenklassengezin, en ik ben alsnog kinderloos. Ik heb de kans gekregen mij te ontwikkelen, en behoor eigenlijk niet eens tot diegenen die op de arbeidsmarkt of in hun privéleven het hardste getroffen worden door seksisme. Maar wel ben ik nu al wat zenuwachtig over de dag dat ik moet kiezen tussen een gezin of een carrière, en die zal er – zoals de kaarten nu liggen - hoogstwaarschijnlijk komen. Structurele maatregelen om dit soort of-of verhalen tegen te gaan, zijn pas effectief als ze gedragen worden door degenen die ze moeten uitvoeren.

Misschien kan je beweren dat ik mijn strijd om het communiebroekpak nog niet helemaal heb verteerd. De verwachtingspatronen over hoe een vrouw hoort te zijn, knellen soms evenzeer als de jurkjes die ik als meisje moest passen. Het is de kunst om achter de dichtgroeiende lianen de boomstam te ontwaren waarrond ze zijn gegroeid. Voor mij ging de staking misschien nog het meest om het proces van bewustwording. Net zoals er al een resem aan maatregelen bestaan om seksisme, maar ook discriminatie en racisme in te dijken, zijn het de traditionele denkbeelden die voor de bijl moeten gaan. De boom moet eraan, de lianen zullen dan wel volgen.