Het Belgische feuilleton van linguïstische zelfmoord: we verliezen de taalstrijd

OPINIE- ‘Vijfentwintig jaar geleden spraken we Vlaams en kenden we Frans, vandaag spreken we geen Nederlands en het Frans hebben we verleerd’. Het is een citaat van de veel te vroeg gestorven wispelturige Vlaamse chroniqueur Johan Anthierens. Hij schreef dat in Knack, in 1980. Een kleine veertig jaar later is onze talenkennis er zeker niet op vooruit gegaan.

Het aantal Vlamingen dat een vreemde taal studeert in het volwassenenonderwijs, blijft onverminderd dalen. Dat blijkt uit cijfers die N-VA-parlementslid Vera Celis opvroeg bij onderwijs­minister Hilde Crevits (CD&V). De werkgeversorganisatie VOKA maakt zich zorgen, omdat talenkennis nodig is om de vele vacatures in te vullen.

Cijfers van de VDAB tonen aan dat in bijna de helft van de vacatures de kennis van een of meerdere talen wordt gevraagd. Vooral in de kennis van het Frans werd een forse daling genoteerd.

Er zijn vandaag ongeveer 20 procent minder cursisten Frans dan vijf jaar geleden  Tussen 2013 en 2017 daalde het aantal inschrijvingen voor een vreemde taal met ongeveer een vijfde. Vooral talen als Frans, Engels en Duits delen in de klappen. Spaans en Italiaans doen het dan weer lichtjes beter. Volgens VOKA was talenkennis in het verleden een troef van de Vlaming, maar dat is helaas vandaag niet meer zo.

Hoeveel Belgen zijn nog echt tweetalig?

Echte tweetalige Belgen blijken steeds dunner gezaaid. De vaak aristocratisch aandoende Mark Eyskens is zo’n zeldzaamheid. Misschien is hij een van de allerlaatste vertegenwoordigers van een Vlaamse elite die ook vloeiend Frans spreekt, zonder daarom zijn moedertaal te verloochenen.

In zijn mémoires, gebundeld in het boek ‘Mijn Levens. Een reis in de tijd’, vertelt de minister van Staat hoe hij met koning Boudewijn, noch met diens broer koning Albert II, ooit een woord in het Frans heeft gewisseld, tenzij in het gezelschap van buitenlanders. Deze door sommige politici van de nieuwe generatie als passé beschouwde éminence grise spreekt ook nog moeiteloos Engels. 

Tweetalige assistent(e) Frans/Nederlands? Onvindbaar…

De gevolgen hiervan voor het bedrijfsleven aan beide kanten van de taalgrens en vooral in Brussel zijn evident. Negentig procent van de Brusselse werklozen is eentalig Frans. In Vlaanderen is de situatie weliswaar beter, maar is er een terugval van het Frans ten voordele van het Engels. Vele bedrijfsleiders klagen over het feit dat mensen die vlot Frans spreken op de Vlaamse arbeidsmarkt praktisch onvindbaar zijn geworden. Omgekeerd is het nog erger. Veertig procent van de Brusselse bedrijven beweert al contracten te hebben gemist door de gebrekkige talenkennis van het personeel. Nochtans wordt een rijkere gemeenschap geboren uit slim handel drijven en het internationaal uitvoeren van mogelijkheden en opportuniteiten.

Noodzakelijkheid is de beste taalleraar? Niet meer…

Wanneer een land wordt gedefederaliseerd primeert de eigenheid van de regio’s. Waarom zou iemand nog de moeite doen om de taal van de andere gemeenschap te leren? Kwatongen beweren zelfs dat men in sommige Franstalige kringen liever ziet dat een werkloze eentalig én werkloos blijft, dan dat hij een baan krijgt aangeboden én een taalcursus Nederlands.

De noodzakelijkheid is de beste taalleraar, zei de Italiaanse historicus Pietro Giannone daarover, maar die noodzakelijkheid is door de defederalisering van ons land blijkbaar verworden tot een overbodige luxe die nog slechts een figurantenrol kan opeisen in het steeds langdradiger wordende Belgische feuilleton van linguïstische zelfmoord.

Wie geen talen spreekt belemmert de economische vooruitgang

Burgers -van welke afkomst ze ook mogen zijn- die niet bereid zijn een andere taal te leren belemmeren de economische vooruitgang en beletten een progressieve maatschappij om zich van binnenuit, met open vizier en met zelfvertrouwen te verjongen. Ze verzanden in parochialisme en blijven verstoken van het respect en de nederigheid die de anderstalige medemens betuigt wanneer je vlot zijn taal spreekt.

 Wie een vreemde taal beheerst dringt door tot het hart en de geest van de anderstalige en de andersdenkende. Wie denkt dat hij de globalisering als eentalige aankan remt zo’n proces af. Volgens ­Stephan Devreese, algemeen directeur van CVO Kisp in Gent, “neemt het aantal mensen dat een inspanning wil doen om een taal te leren, af. “We voelen die noodzaak blijkbaar minder, terwijl er wel veel vraag is naar talen op de arbeidsmarkt.”

Belgisch imago van talenknobbel ligt op de grond

In het buitenland genoot België tot voor kort het imago van het land-waar-mensen-zoveel-talen-spreken. Hopelijk vallen we straks niet door de mand omdat we ons in misplaatste zelfgenoegzaamheid zijn blijven koesteren.

Meer