Direct naar artikelinhoud
Libische fondsen

België veegt VN-oordeel over Libisch geld van tafel

Laurent Arnauts, advocaat van prins Laurent. Die laatste is een klokkenluider in dit dossier.Beeld Eric de Mildt

Mochten de interesten op de Libische tegoeden in ons land worden vrijgegeven? De VN oordeelden van niet, maar de Belgische overheid doet alsof haar neus bloedt. Dat blijkt uit de procedure die prins Laurent tegen de staat aanspande bij de Raad van State.

en

Het regime van de Libische dictator Muammar Kadhafi parkeerde zo’n 14 miljard euro in ons land. Toen de burgeroorlog in 2011 volop woedde, lieten de VN de tegoeden bevriezen om te voorkomen dat het geld in foute handen terechtkwam. Toch werden de interesten op dat geld tussen 2013 en 2017 door ons land vrijgegeven. 

Een VN-expertenpanel kwam na een doorlichting in september vorig jaar tot het besluit dat dit niet had mogen gebeuren. Dat werd in december bevestigd door het VN-sanctiecomité. Ons land veegt dat oordeel nu van tafel, zo blijkt uit documenten uit de rechtszaak die een vzw van prins Laurent heeft aangespannen en waar De Morgen de hand op kon leggen.

De prins fungeerde als een soort klokkenluider in deze hele zaak. Een herbebossingsproject van zijn vzw was gekelderd door Libië, waardoor de overheid daar een schadevergoeding van 50 miljoen euro moest betalen, zo oordeelde een Belgische rechter in 2014. De vzw zag haar geld nog altijd niet, waarop de advocaten van de prins vroegen om de bevroren fondsen te ontdooien. De staat weigerde, daarom startten ze een procedure voor de Raad van State. 

Lees ook:

Muammar Kadhafi.Beeld AFP

Het verdwenen Libische geld: wanneer vallen de puzzelstukken in elkaar?

Juridisch pleidooi

In haar schriftelijk weerwoord verantwoordt de overheid nu waarom de interesten werden gedeblokkeerd, ondanks het oordeel van het VN-expertenpanel. Volgens België zegt dat panel niet dat de ‘ontvriezing’ onwettig was. De experts gaven enkel aan dat er “verschillende interpretaties” mogelijk waren, en dat die “allemaal legitiem” waren. Ook stellen de advocaten van ons land de geloofwaardigheid van het panel in vraag. “Het was voornamelijk samengesteld met ‘technische mensen’, die waarschijnlijk geen juristen waren”, is er te lezen.

Voorts bouwt de overheid voor het eerst een uitgebreid juridisch pleidooi op waarom de gelden konden worden vrijgegeven. Zo beschouwt ze de interesten als ‘nieuwe inkomsten’, die dateren van na de bevriezing van de fondsen. 

Volgens België zegt dat panel niet dat de ‘ontvriezing’ onwettig was. De VN-experts gaven enkel aan dat er ‘verschillende interpretaties’ mogelijk waren

Bovendien werd ‘de geest van de resolutie’ gevolgd, klinkt het. Het vrijgegeven geld was bedoeld voor de heropbouw van Libië, maar intussen zijn er aanwijzingen dat het mogelijk terechtkwam bij lokale milities. 

De advocaten van de prins zijn verongelijkt. “Het VN-panel wordt weggelachen”, zegt Laurent Arnauts. “En over de argumenten valt juridisch te redetwisten. Ze gaan voorbij aan het doel van de sancties: zorgen dat het geld niet in verkeerde handen belandt.”

Maar wat hen vooral stoort is dat al deze argumenten nooit eerder zijn opgedoken, ook niet in het parlement. Tot nu toe werd steeds verwezen naar een beslissing van een vergadering onder Europese diplomaten in 2011, waarvan geen schriftelijk spoor bestaat.

Intussen heeft premier Michel, zoals beloofd, twee interne rapporten overgemaakt aan de Kamercommissie Financiën. Daarin wordt een chronologisch overzicht gegeven van de acties die er zijn ondernomen omtrent het Libische geld in ons land. Toch blijft een aantal vragen onbeantwoord. Hoeveel geld werd er vrijgegeven? Wie was politiek verantwoordelijk voor de beslissing? En vooral: waar ging het geld uiteindelijk naartoe? Een reeks hoorzittingen moet vandaag meer opheldering brengen. 

Ook twee juridische adviseurs van de prins worden gehoord.