Turkse politie slaat betoging uiteen

De oproerpolitie heeft traangas afgevuurd op demonstranten in de Oost-Turkse stad Van, waar woensdagavond de tweede beving binnen een maand plaatsvond. De 200 demonstranten protesteerden tegen het gebrek aan hulp in de stad. De politie gebruikte ook de wapenstok om de menigte te verspreiden.

Bij de beving van woensdagavond zijn tien personen omgekomen, onder wie een arts van een Japanse hulporganisatie. Honderd mensen worden nog vermist, 26 mensen konden worden gered.

"Hoe kun je traangas gebruiken tegen mensen die al zoveel hebben geleden?", vroeg Abdulrahim Kaplan zich af. Hij was naar het crisiscentrum gegaan om een tent te vragen, toen de politie traangas afvuurde. Reddingswerkers in Van zoeken nog naar tientallen mensen die onder het puin liggen.

De aardschok van woensdagavond had een kracht van 5,7 op de schaal van Richter en deed 25 gebouwen instorten. In drie daarvan waren mensen aanwezig. In één gebouw, het Bayram Hotel, verbleven journalisten en reddingswerkers. Zij waren daar aan het werk vanwege de aardbeving van 23 oktober in hetzelfde gebied, die het leven kostte aan 600 personen.

De beving is een ramp voor de tienduizenden overlevenden van de eerste schok. Zij bivakkeren nog altijd in tenten of in de open lucht tijdens de ijskoude nachten. Vicepremier Besir Atalay heeft gezegd dat de lokale autoriteiten de gebouwen niet volledig hebben geïnspecteerd op de schade die de vorige aardbeving heeft aangericht. Het advies aan alle bewoners luidt nu buiten te blijven.

De boze demonstranten eisten gisteren het ontslag van gouverneur Munir Karaloglu toen hij de puinhopen bezocht. Karaloglu werd uitgejouwd toen hij met bewoners in gesprek probeerde te gaan. Daarop liep hij boos weg, en werd de menigte uiteengejaagd door de politie. (VK)