Direct naar artikelinhoud

STANDPUNT

Het leven zoals het is: Jean-Luc Dehaene. U kan er de volgende dagen niet omheen. De interviews op radio, tv en in de kranten. De analyses. En voor wie er niet genoeg van krijgt natuurlijk de aanleiding voor al die aandacht: 950 pagina's memoires.

De gewezen premier kwam de voorbije maanden en jaren vooral in het nieuws door de royale bonussen en aandelenopties die hij opstreek als bestuurder in grote bedrijven. Door zijn job als voorzitter van Dexia.

Wie verder kijkt dan die episodes uit zijn loopbaan of de uithalen naar partijgenoten als Yves Leterme en politieke tegenstanders als Didier Reynders - altijd goed voor een vette quote of krantenkop - botst op de analyses van een man die 45 jaar lang een sleutelrol speelde in ons politieke bestel. Dat is meer dan 'bompa vertelt'.

Het gaat over de macht, maar ook over de onmacht van de politici. Over de maatschappij die niet in de eerste plaats verandert door de politiek, maar vooral door sociologische en technologische evoluties. Politici kunnen dat proces alleen maar begeleiden.

De CD&V'er aarzelt ook niet de media een spiegel voor te houden. Hoe je tegenwoordig meer steekvlammen ziet dan toen hij nog de dienst uitmaakte. Hoe politici daarop ingaan en steekvlammaatregelen nemen die niet aangepast zijn.

Een van zijn grootste stokpaardjes is het verschil tussen de capaciteiten die nodig zijn om politicus te worden en om politicus te zijn. En dat het vandaag bijna uitsluitend de kwaliteiten om het 'te worden' zijn die tellen. Dehaene benadrukt graag dat hij, net zoals Herman Van Rompuy, minister kon worden zonder ooit verkozen te zijn.

Daarbij gaat hij er wel aan voorbij dat minister-president Kris Peeters, de populairste CD&V'er op dit moment, een gelijkaardig parcours heeft afgelegd. Peeters werd rechtstreeks in de Vlaamse regering gedropt zonder ooit aan verkiezingen te hebben deelgenomen. Steven Vanackere is evenmin federaal vicepremier omdat hij veel stemmen haalt.

Het toont aan dat de essentie in de politiek nog steeds niet zozeer is hoe je aan de macht komt, maar wat je ermee doet. Of je vooral inzet op mensen die willen houden wat ze hebben, dan wel nastreeft wat de samenleving op iets langere termijn nodig heeft.

Het gaat over de vraag of politici doen wat er volgens hen moet gebeuren, dan wel volgen wat Bruno Tobback ooit verklaarde als milieuminister: "Ik weet wat ik moet doen om het klimaat te redden, maar dan raak ik niet meer verkozen."