Direct naar artikelinhoud

De Groote Oorlog achterna

Reizen naar de plekken van de Eerste Wereldoorlog is herinneren, herdenken, nadenken. Zes gidsen zetten u goed op weg.

Oog voor de kleintjes

De reisgids van Sam Van Clemen heeft een weloverwogen opzet. De auteur geeft eerst een helder overzicht van de oorlogshandelingen in een welomschreven periode, waarna een alfabetische opsomming van de locaties en een beknopte omschrijving van de 'attracties' volgt. Als illustratie dienen simpele zwart-witfoto's.

Mooi is ook dat Van Clemen de reiziger wijst op de interessantste facetten, ook al neemt hij hier iets te vaak het woord 'uniek' in de mond. Behalve aan de klassiekers besteedt Van Clemen ook aandacht aan zogoed als onbekende oorlogsoverblijfselen.

Sam Van Clemen, Reisgids naar de Eerste Wereldoorlog in België, Manteau, 432 p., 24,99 euro.

Origineel mozaïek

Tekstschrijver Luc Corremans en fotografe Annemie Reyntjens kiezen nu en dan eveneens voor een minder voor de hand liggend reisdoel. Voor de rest werken ze hun Sporen van de Grote Oorlog op een totaal andere manier uit. Ten eerste richten de auteurs zich enkel op drieëndertig trekpleisters in West-Vlaanderen.

Eén keer steken ze de grens naar Henegouwen over, voor het Ploegsteert Memorial to the Missing. Ten tweede heeft het op glanspapier gedrukte boek een bijzonder cachet door de talloze kleurenfoto's. En ten derde beloven ze de bezoeker zoveel mogelijk te verrassen door "de uit levenloze materie bestaande monumenten en begraafplaatsen te bezielen met persoonlijke verhalen en geschiedschrijving".

Komen de auteurs hun belofte na? Ze doen meer dan dat. Zo onderstrepen ze ook het contrast tussen de pompeuze oorlogsretoriek en de diepmenselijke tragedie die burgers en soldaten trof.

Het is jammer dat Corremans en Reyntjens enkel een gedetailleerde routebeschrijving geven. Waarom geen praktische informatie? Het is toch belangrijk om te weten dat het Treurend ouderpaar van Käthe Kollwitz op de Duitse militaire begraafplaats in Vladslo van december tot en met maart tegen de vorst wordt ingepakt. Een kleine smet op een origineel mozaïek van boeiende weetjes, aangrijpende anekdoten en hartverscheurende verhalen.

Luc Corremans en Annemie Reyntjens, Sporen van de Grote Oorlog, Davidsfonds, 271 p., 29,95 euro.

Licht chauvinistisch

Aan een diepgaand verslag van de slachtingen aan het front heeft de Gids voor de slagvelden 1914-1918 van Michelin geen boodschap. Net zoals alle andere reisgidsen van deze Franse bandenfirma staat het vertrouwde recept op het menu: secure routebeschrijvingen, adressen van toeristische diensten, logiesmogelijkheden en eetgelegenheden, en voorts summiere historische overzichten en compacte beschrijvingen van de bezienswaardigheden.

En natuurlijk is er ook het sterrensysteem. Eén ster? Interessant. Twee sterren? Een omweg waard. Drie sterren? De reis waard. Het blijft wel een groot geheim op welke basis een ster wordt toegekend. Waarom krijgt het Treurend ouderpaar van Käthe Kollwitz bijvoorbeeld geen ster? Een meesterwerk, aldus de gids. "Het beroemdste grafbeeld uit de Eerste Wereldoorlog".

En waarom krijgt de stad Ieper maar één ster, net zoals Montreuil-sur-Mer, een vlek ten zuidoosten van Le Touquet, waar enkel de citadel en de stadsmuur de moeite waard zijn? Frans chauvinisme, zoveel is wel duidelijk.

Speciaal voor deze uitgave heeft Michelin gegrasduind in zijn Guides illustrés des Champs de Bataille, waarvan de eerste druk al in 1917 verscheen. Tientallen bladzijden uit deze oude gidsen worden afgedrukt: beelden van verwoeste steden en kapotgeschoten landschappen, van zeeën van kruisen en pompeuze troepenschouwingen. Griezel die nooit zal wennen.

Michelin, Gids voor de slagvelden 1914-1918, Lannoo, 357 p., 22,50 euro. Vertaling: Doreen Espeel.

Beeldende griezel

De griezel onder ogen zien doen ook Bart Debeer en Steven Slos. Achter de banale omslag van hun gids verschuilt zich een vlot geschreven, uitstekend gedocumenteerd en fraai geïllustreerd verhaal. Reizen met de auto, daar zijn hun plannen op geënt, al ruimen ze hier en daar tijd in voor een wandeling. Voorts beseffen ze dat praktische informatie een absolute noodzaak is.

De auteurs vertellen op een tegelijk onderhoudende, beeldende en laconieke manier. Zo hebben ze het in Fort Loncin, een van de forten rond Luik, over de stalen koepels die bij de explosies "als champagnekurken uit het beton omhoog (zijn) geschoten". Af en toe vergeten ze de bezoeker weliswaar te vertellen waarom het de moeite loont uit de auto te stappen. Schoonheidsfoutjes die niet wegnemen dat Onder ogen zien een absolute aanrader is.

Chrisje en Kees Brants, Velden van weleer, Nijgh & Van Ditmar, 413 p., 24,95 euro.

Oprecht en oerdegelijk

Van de Westhoek naar de Frans-Zwitserse grens, dat is het reisplan van Chrisje en Kees Brants. Of een tocht van achthonderd kilometer langs de loopgraven, van de IJzer tot de zuidelijke uitlopers van de Vogezen.

Velden van weleer is aan de achtste druk toe. Het succes van deze gids is allereerst te danken aan de no-nonsenseaanpak van de auteurs, die zich vrank en vrij uitspreken over de gruwelijke slachting die 14-18 was. Even-min sparen ze hun kritiek op de groteske en obscene herinneringscultus die de lieux de mémoire her en der in zijn greep houdt. Hun commentaar over Verdun is vernietigend. "Te druk, te vermoeiend, te georganiseerd, te veel." Het verleden als kermis.

Voorts zijn de auteurs ongelooflijk goede vertellers. Hun relaas van de veldslagen, van de menselijke ellende en 'alledaagse gekte' tintelt niet alleen van frisheid, maar maakt ook messcherp duidelijk hoe de Europese beschaving collectieve zelfmoord beging.

Ten slotte bezorgen de auteurs de lezer talloze extra's: ze citeren uit dagboeken en gedichten van Cocteau, Dos Passos, Fournier, Hemingway en anderen, ze hebben aandacht voor de Duitse standpunten en ze snijden verrassende aspecten van het frontleven aan (de schunnige taal van de Britse soldatenliederen, de gewoonte van terugtrekkende troepen om de achtergelaten dug-outs vol te schijten.

Maar Velden van weleer maakt nog de meeste indruk door het oprechte medeleven met het lot van de gewone soldaat. Voor de Belgische piotten bloedt zelfs hun hart. Op een enkeling na konden die immers niet met verlof naar huis. Gelukkig konden ze brieven schrijven naar 'marraines'. "Menig soldaat werd door zijn marraine gered van de slopende depressies."

Tegelijk betonen ze diep respect voor de herinnering aan de verschrikkingen. Wilt u het oorlogsmonster recht in de ogen zien? Bekijk dan de vues stéréoscopiques in het Sanctuary Wood Museum Hill 62 of achter de tapkast van Queen Victoria's Rifles Café in Zillebeke. De auteurs verwijzen er in alle eenvoud naar. In het besef dat wat u daar te zien krijgt 'elk voorstellingsvermogen' te boven gaat.

Als een detective

Korneel De Rynck doet er nog een schepje bovenop. Hij stapt, rijdt en fietst door twintig locaties in Europa, van Sarajevo en Lemberg via Gallipoli en Corfu tot Brest-Litovsk en Verdun. Dat betekent: vanaf de moord op de Oostenrijkse kroonprins tot en met de ondertekening van de wapenstilstand in de voiture restaurant van een trein op de open plek van een bos bij Compiègne.

IJzeren oogst heet zijn reisverhaal. En inderdaad, De Rynck trekt door velden waar de overblijfselen van 14-18 een eeuw later nog letterlijk voor het oprapen liggen. Maar de auteur vindt veel meer dan granaatscherven of uniformknopen. Hij neemt zogoed als volledig vergeten episodes onder de loep en klopt aan bij nazaten van soldaten, bij historici, bij journalisten en museumsuppoosten. Al die kenners leiden hem enthousiast rond, zodat hij als het ware in de tijd terug kan reizen.

De Rynck is een uitstekend verteller én een doordacht strateeg. Als hij zich in de gevechten mengt, beperkt hij zich tot de grote lijnen, opdat de lezer zich niet in de dichte mist van het slagveld zou verliezen. Met citaten is hij spaarzaam maar efficiënt. Ook is hij in staat een persoonlijke opinie of een ingewikkelde materie gevat samen te vatten.

Wie met de auteur mee wil reizen, zal wel zelf initiatief moeten tonen. De Rynck klimt vaak door onherbergzaam gebied, en soms moet hij een beroep doen op zijn beste detectivetalenten. Wie toch thuis op de bank wil blijven zitten, zal in elk geval in gedachten naast deze gids lopen.

Korneel De Rynck, IJzeren oogst, De Bezige Bij Antwerpen, 411 p., 24,99 euro.