Direct naar artikelinhoud

Regering geeftgroen licht voor volkslening

Spaarders kunnen vanaf 1 november genieten van lagere roerende voorheffing als ze investeren in een aantal sociaal-economische en maatschappelijk verantwoorde projecten.

De federale regering keurt deze week via een elektronische ministerraad het ontwerp van minister van Economie Johan Vande Lanotte (sp.a) en minister van Financiën Koen Geens (CD&V) goed over de volkslening. Daarmee hoopt de regering een deel van de ruim 240 miljard euro die de Belgen op hun spaarboekjes hebben gedeponeerd, te kunnen mobiliseren om in de economie te investeren.

"Spaarders zullen veilig kunnen intekenen op specifieke, grootschalige projecten zoals de bouw van scholen en rusthuizen, maar ook in kmo's kunnen investeren", merkt Vande Lanotte op. "En dat aan een rendement dat hoger ligt dan dat van een spaarboekje en tegelijkertijd de economie stimuleert."

Om de Belg te verleiden wordt een fiscaal voordeel toegekend. In plaats van 25 procent roerende voorheffing moet op de intresten van de speciale kasbons of termijnrekeningen slechts 15 procent betaald worden. Wie geld investeert in een volkslening, zal dat wel voor minstens vijf jaar moeten doen. De minimuminleg bedraagt 200 euro.

De middelen die de banken via de speciale termijnrekeningen of kasbons ophalen, zullen ze binnen het jaar moeten inzetten om socio-economische en maatschappelijk verantwoorde projecten te financieren.

De criteria waaraan de projecten moeten voldoen, zullen later worden vastgelegd in uitvoeringsbesluiten. Die zullen in nauw overleg met de gewesten worden opgesteld. Volgens Geens wordt de spaarder via de volkslening aangemoedigd om in een veilig en voordelig systeem te stappen en tegelijk de reële economie meer zuurstof te geven.

De regering gaat ervan uit dat het fiscale voordeel haar dit jaar nog 4,5 miljoen euro zal kosten. Volgend jaar ligt het prijskaartje dubbel zo hoog. Dat moet goed zijn voor 3 miljard euro aan leningen.