Direct naar artikelinhoud

Officiële uitreiking van Andersen Awards 2010 tijdens 32ste kinderboekencongres

Van 8 tot 12 september was Santiago de Compostella niet enkel de bestemming voor afgepeigerde pelgrims. De stad was ook het ontmoetingspunt voor wie wat met kinder- en jeugdboeken te maken heeft. Ook de Andersen Awards werden er uitgereikt.

IBBY, of de International Board on Books for Young People, organiseerde er haar 32ste tweejaarlijkse congres rond het thema La fuerza de las minorias, of ‘De kracht van de minderheden’. Er werd druk gepraat over minderheidsgroepen, diversiteit, multiculturaliteit, gender, vluchtelingen en ontheemden, en over de manier waarop dat allemaal vorm krijgt in kinder- en jeugdboeken en in leesbevorderingsprojecten. De thematiek sluit overigens nauw aan bij de oorspronkelijke bedoeling van IBBY en van Jella Lepman, die de organisatie in 1952 opzette in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog: de verspreiding en de promotie van waardevolle kinderboeken zouden een betere verstandhouding tussen de volkeren moeten genereren. De diversiteit van de ruim 600 deelnemers uit alle uithoeken van de wereld was alvast opvallend: naast een overwegend Spaanssprekend publiek waren ook bibliothecarissen, schrijvers, academici en vertegenwoordigers uit politiek of economisch minder stabiele landen naar Europa gereisd. Dat leverde vaak confronterende en schrijnende discussies op. Voor Majo De Saedeleer, directeur van de Stichting Lezen, en van de Vlaamse IBBY-sectie, waren de verhalen uit die derdewereldlanden vaak het meest verhelderend: “Het enthousiasme en de daadkracht van die leesbevorderaars werkt aanstekelijk. Hoe die er met beperkte middelen in slagen zinvolle projecten op te zetten, daar kunnen wij wat uit leren”.

Zaterdagavond ontvingen de winnaars van de Hans Christian Andersen Awards 2010 hun gegeerde medaille. De Britse auteur David Almond en de Duitse illustratrice Jutta Bauer kregen wat ook wel de ‘Nobelprijs voor jeugdliteratuur’ wordt genoemd voor hun indrukwekkende oeuvre. Voor één keer geen bejaarde laureaten, maar bezige vijftigers die allebei een spitante en indrukwekkende speech of acceptance hielden.

David Almond was in de wolken met zijn onderscheiding. “Zo’n prijs geeft je een hoop zelfvertrouwen! Je komt even uit je isolement, vanachter je computertafel waar je in je eentje zit te dubben, en plots blijkt dat mensen begrijpen waar je mee bezig bent. Heerlijk is dat. Het betekent ook een hele aanmoediging: je wordt niet alleen bevestigd in wat je doet, je krijgt meteen ook het gevoel dat het nog beter kan.’

Zijn verhalen zijn op zijn minst unheimlich van sfeer: ze spelen zich meestal af in kleine dorpsgemeenschappen in het noordoosten van Engeland, waar hij zelf opgroeide, tussen verlaten mijnen, vervallen fabrieken, desolate steengroeven en eindeloze heidegronden. Ze balanceren tussen banale realiteit en magische droomwerelden waarin steevast mysterieuze personages opduiken. “Grimmig kun je mijn verhalen niet echt noemen”, vertelde Almond nog. “Mijn personages komen steeds vanuit de diepste duisternis terug naar het licht. Er blijft altijd hoop op beter.”

De Duitse illustratrice Jutta Bauer haalde het nipt voor de Vlaming Carll Cneut, die grote indruk maakte op de jury met zijn hoogst originele illustratiewerk. Een aantal van Bauers boeken werd in het Nederlands vertaald. In een onmiskenbare sobere stijl en een simpele lijnvoering schept ze een vrolijk, optimistisch en vaak ook ontroerend universum. De koningin van de kleuren, Selma, Opa en het geluk, allemaal hebben ze een luchtige, tedere en vaak filosofische toon. “Tekenen heeft veel gemeen met koken”, vertelde ze achteraf. “Het komt erop aan alles tot een subtiele essentie te herleiden. En dat ik althans voor twee jaar de beste illustrator ter wereld mag zijn, dat geeft me natuurlijk een euforisch gevoel!”