Direct naar artikelinhoud

Rebellen in Aleppo raken uitgeput

De Syrische rebellen die al dagen standhouden tegen het offensief van het regeringsleger beginnen door hun munitievoorraad heen te zitten. "We hebben niet genoeg kogels om naar de frontlijn te sturen," zegt Abu Jamil, een rebellenstrijder, tegen Reuters. Abu Jamil maakt deel uit van de oppositiekrachten die een stad proberen te verdedigen waarvan het lot bepalend kan zijn voor het verdere verloop van de opstand tegen Bashar al-Assad.

In de muren van de huizen zitten gaten en de straten liggen er vol met puin. In Salaheddine, de wijken waar het hevigst gevochten wordt, is het duidelijk dat het offensief van het regeringsleger, dat luchtbombardementen en artillerie inzet, zwaar is opgevoerd.

De rebellen vechten om posities vast te houden die de regering weer in handen probeert te krijgen. Het leger probeert de stad vanuit het zuidwesten binnen te dringen via de grote hoofdweg.

"Elke dag worden hun aanvallen driester", zegt Sheikh Tawfiq, een rebellencommandant. "Het regime gelooft dat het Aleppo niet kan innemen zolang het niet door Salahed-dine gebroken is. Als het daarin slaagt zullen alle bevrijde politieposten en checkpoints weer in regeringshanden vallen."

Volgens de Syrische staatstelevisie zijn gisteren overigens 25 rebellen omgekomen in Aleppo. Dat gebeurde nadat ze een elektriciteitscentrale hadden aangevallen in het commerciële hart van de stad. Die aanval werd teruggeslagen.

Intussen is president Bashar al-Assad voor het eerst in twee weken opnieuw op tv verschenen. Daar was hij te zien tijdens een ontmoeting met de Iraanse veiligheidschef Saïd Jalili. Iran zegt dat het niet zal dulden dat Syrië met westerse hulp vernietigd wordt.