Direct naar artikelinhoud

Ondergrondse dodenmars

Alexandre Aja maakte vorig jaar een viersterrenremake van Wes Cravens klassieker uit 1977 over een gemuteerde en kannibalistische woestijnfamilie. In deze sequel van Martin Weisz is de huiver nooit zo bloedstollend, ondanks de medewerking van vader en zoon Craven, en de verder uitgewerkte kritiek op de oorlog in Irak.

Door Luc Joris

Voor alle duidelijkheid: Wes Craven draaide in 1985 zelf een remake op zijn originele terreurfestijn, The Hills Have Eyes Part II. Veel heeft Weisz' nieuwe versie niet gemeen met Cravens teleurstellende vervolg dat dateert uit de periode dat hij net weer furore had gemaakt met A Nightmare on Elm Street.

De locatie van deze remake van een sequel is nog altijd het door een nucleaire test getroffen woestijngebied (New Mexico), maar voor het eerst in de geschiedenis van de Hills-cyclus verdwijnen de camera en de jonge cast voor lange tijd in het ondergrondse labyrint en de duistere spelonken van waaruit de meedogenloze mutanten jacht maken op de mensen en vooral de vrouwen die hun gebied betreden.

En in The Hills Have Eyes 2 is dat een peloton van de National Guard, stuk voor stuk groentjes in opleiding voor ze naar Afghanistan gestuurd worden. Door van de slachtoffers, onder wie de pacifist Napoleon (Michael McMillian), soldaten van het Amerikaanse leger te maken, kun je openlijk zinspelen op president Bush en de horror aan het Arabische front: "De gekken zitten hier tussen ons en niet aan de andere kant van de wereld." Maar die premisse - of beter, de manier waarop ze uitgewerkt is - zorgt ook voor enige genrematige voorspelbaarheid.

Vervang de elitesoldaten - een stereotiepe etnische smeltkroes met ook twee meisjes - door Amerikaanse tieners uit een formulaire horrorfilm en het is meteen duidelijk dat dit een film is die lijdt aan het tienkleinenegertjessyndroom.

De fun bij deze bloederige afvallingskoers moet dus komen van het klimaat van onheil, het naïeve, door eigendunk opgeklopte gedrag en de idiote 'neen, doe dat toch niet'-situatie waarin de soldaten zich weten te werken. Vooral op dat laatste gebied kun je dit Hills-avontuur beschouwen als een ordinaire woestijnvariant op Deliverance met wat meer (zwarte) humor in vergelijking met de overige Hills-films.

De Duitse regisseur Martin Weisz bouwde zich een reputatie op met reclamefilms, videoclips en zijn debuutfilm Rothenburg (over de obsessie van een studente voor een kannibalistische seriemoordenaar). Met de hulp van een rusteloze handgehouden camera en een nadrukkelijk geluidsdecor bouwt hij een alsmaar nerveuzere en grimmigere sfeer op. Daarin worden de vol valkuilen gelegen mijnschachten en nauwe ondergrondse tunnels het terrein voor een gemene en meedogenloze slasher, waarbij er voor de brutale gore - typisch metaforisch - almaar meer teruggegrepen wordt naar primitieve overlevingsinstincten en slagwapens.

JJJ

Regie Martin Weisz Vertolking Michael McMillian, Jessica Stroup, Jacob Vargas, Flex Alexander, Lee Thompson Young, Daniella Alonso Land VS Speelduur 90 minuten Voor liefhebbers van horrorserials en ondergrondse overlevingstochten Te mijden door genrefans die vinden dat Hollywood succesformules blijft uitmelken