Direct naar artikelinhoud

Henry van de Velde, het eeuwige enigma

Henry van de Velde. Passie Functie Schoonheid tot 12 januari 2014 in Jubelparkmuseum, Brussel. Di-zo 10-17u. www.kmkg.be

Het retrospectief Henry van de Velde (1863-1957) begint met twee adembenemende zesarmige kandelaars. Ze zijn gemaakt in 1899 en een jaar later aangekocht door het Brusselse Jubelparkmuseum voor 850 frank, het jaarsalaris van een toenmalige ambtenaar. De kandelaars in verzilverd brons tonen het meesterschap van Van de Velde: vloeiende, vloeibare lijnen, alsof het brons zo van de kaarsen afdruipt.

De tentoonstelling eindigt met overheidsopdrachten in België: treininterieurs en het logo voor de spoorwegen, pakketboten van de lijn Oostende -Dover, de Gentse Boekentoren en een prestigieus bureau voor koning Leopold III (1935).

Daartussenin presenteert het Jubelpark voorwerpen die het genie van Van de Velde heeft voortgebracht: meubels, textiel, serviezen, bestek, boek- en juweelontwerpen... en de schilderijen uit zijn jonge jaren. Van de Velde ontwierp ook woningen, theaters en musea in Duitsland, Nederland en België. Een zwaktebod van de tentoonstelling is dat bijna nooit wordt vermeld in welke staat die zich nu bevinden.

Enkele van de hoogtepunten zijn het niervormige bureau uit 1899 en de vier woningen die hij voor zichzelf ontwierp. Daarvan worden foto's en maquettes getoond.

Uit veel van zijn ontwerpen blijkt hoezeer Van de Velde zijn tijd vooruit was. Zijn huis Bloemenwerf (Ukkel, 1895) ontwierp hij van binnen naar buiten. Uit functie zou schoonheid voortkomen, één jaar voordat de Amerikaanse architect Louis Sullivan zijn uitspraak Form follows function de wereld instuurde. In het kapsalon dat Van de Velde voor een Berlijnse klant tekende (1900-'01) liet hij de water- en elektriciteitsleidingen zichtbaar: een innovatie, die later zou gebruikt worden door Rogers en Piano in hun Centre Pompidou (1977). Van de Velde liet zijn huis De Tent (Wassenaar, 1920-'21) uit prefabelementen optrekken, een techniek die pas in de jaren '50 ingang zou vinden. En hij is de uitvinder van het corporate design: voor het Duitse bedrijf Tropon ontwierp hij in 1897 een huisstijl voor affiches, verpakkingen en brieven.

De tentoonstelling is een mer à boire en toch is ze niet helemaal bevredigend. Een intieme, warme tentoonstelling is het niet, in die grote hal van het Jubelpark. Bovendien blijven enkele aspecten van Van de Velde onderbelicht: er wordt nauwelijks ingegaan op de (vermeende) beschuldigingen van collaboratie en op zijn rol als kunstadviseur. Hij lag als connaisseur van het modernisme nochtans aan de basis van onder meer het Folkwang Museum in Essen. En vooral: Van de Velde komt niet tot leven. Hij blijft een eeuwig enigma. Misschien is het hoog tijd dat zijn memoires uit 1957 in het Nederlands worden vertaald.