Direct naar artikelinhoud

Alle bloed is even rood

Wij liepen een dag rond in de joodse wijk van Antwerpen. Op zoek naar hoe joden tegenover een conflict staan dat zich 4.500 kilometer verder afspeelt. Wat vooral opvalt is de eensgezindheid waarmee de anders zo verschillende orthodoxe en seculiere joden, en alle tinten tussenin, moeite hebben met de eenzijdige berichtgeving in België. 'Alsof wij lopen te juichen bij een Palestijnse dode. Elke dode is er één te veel.'

Rond een uur of 10 's morgens kom ik aan in Antwerpen. De fotograaf en ik hebben afgesproken in de Diamantwijk rond het Centraal Station, al van oudsher bevolkt door joden. De meest zichtbare uiting daarvan zijn de chassidische, orthodoxe joden, de mannen met pijpenkrullen, baard, hoed en lange zwarte kledij, de vrouwen met een pruik en gekleed in rok en lange mouwen. We hebben een afspraak op de redactie van Joods Actueel, een tijdschrift dat nieuws en duiding brengt over alles wat met het Jodendom te maken heeft.

Op het gelijkvloers van het herenhuis waar de redactie is gevestigd, worden we ontvangen door een joodse man die er een gsm-winkeltje runt. We stellen ons voor, waarop hij meteen en ongevraagd vertelt over hoe vreselijk het is wat er in Gaza gebeurt. "Al die slachtoffers, ik vind dat echt zo erg." Achter hem staat een orthodoxe jood die met veel moeite zijn blik op de grond houdt; hij ziet er angstig uit. Een tegenbeeld van de praatgrage man die ons naar boven leidt, waar Terry Davids, algemeen directeur van Joods Actueel, ons ontvangt.

Terry Davids is de dochter van Louis Davids, bezieler van het Belgisch Israëlitisch Weekblad, waaruit Joods Actueel is ontstaan. Davids windt er geen doekjes om: het antisemitisme kent een stevige opstoot. Oorzaak is het conflict in Gaza. Iedereen die we er tijdens onze tocht door joods Antwerpen over aanspreken is er duidelijk over, net als Davids: "Ik begrijp dat mensen woedend zijn. Er zijn zo veel onschuldige slachtoffers. Palestijnen die sterven, die hun huis moeten ontvluchten. Kinderen die sterven, ik wil er niet aan denken." Davids merkte bij het vorige grote conflict in Gaza, in 2009, ook een felle reactie op joden, maar vooral vanuit islamitische hoek. "Nu zie je het ook bij katholieke Vlamingen." De vraag over wat er moet gebeuren kaatst ze meteen terug. "Wat denkt u dat er moet gebeuren? Hoe kun je nu vrede sluiten met Hamas? Zij willen geen vrede sluiten, ze willen Israël vernietigen."

Geen politiek a.u.b.

Michael Freilich, haar zoon en hoofdredacteur van het maandblad, komt er na een half uurtje bij zitten. Hij heeft het er vooral moeilijk mee dat het conflict in Gaza hier ingevoerd wordt. "Vanmorgen (donderdag, red.) hoorden we het verhaal van Bertha Klein, een 90-jarige joodse dame. Haar rib was gebroken, dus belde een van haar kinderen een dokter op. De dokter weigerde te komen en zei: 'Stuur haar maar naar de Gazastrook voor enkele uren, ze zal erna geen pijn meer voelen.'" Wat Freilich en anderen wel aantrekt in Israël, en dus wel voor een persoonlijke betrokkenheid bij het conflict zorgt, is dat Israël het enige land is waar ze niet bang moeten zijn om met een keppeltje of andere uiterlijke symbolen rond te lopen.

Plots komt de man die ons beneden ontving het kantoor binnen. Hij blijkt de echtgenoot te zijn van Terry Davids. Hij overhandigt haar een brief. "Haatmail", zegt hij met een blik die het midden houdt tussen zelfgenoegzaamheid en hartzeer. De brief is geschreven in geprinte drukletters, doorspekt met fouten. Davids leest voor. De schrijver scheldt het Joodse volk uit voor nazi's en zegt dat ze zich de haat van de wereld zelf op de schouders hebben gehaald. Een van de zinnen: "Ik durf mijn naam niet op papier zetten want u bent bekwaam om mij ook te komen vermoorden." Davids is er het hart van in. "Dat mensen tegen de staat Israël zijn, antizionistisch zijn, dat kan ik nog ergens begrijpen. Maar ze projecteren dat gevoel meteen op álle joden. Ik zie het niet goed komen in België," zegt ze."

Bij Hoffy's, een Jiddische traiteur en restaurant in de buurt, klinkt het helemaal anders. Yumi Benjamin, de uitbater, heeft zichtbaar weinig zin om over Gaza te praten. "Hier begint alles bij het eten, en daar stopt het ook." Yumi haalt er twee werknemers bij en vertelt trots dat de ene islamitisch is, de andere katholiek. Hijzelf is chassidim. "Wij zijn vrienden, maar dat is toch maar normaal!" De katholieke man vertelt ons dat ze politiek zo ver mogelijk proberen te houden. "Als er hier mensen beginnen te discussiëren over politiek, halen we ze uit elkaar."

Yumi kijkt tevreden toe en knikt. Met antisemitisme wordt hij naar eigen zeggen zelden geconfronteerd. "Antwerpen is een fantastische stad. Racisme zal hier altijd zijn, net als handtassendieven. Niet iedereen kan braaf zijn, he."

In de joodse supermarkt Grosz Center is het moeilijker om te praten. We treffen er vooral chassidische joden die er hun inkopen doen. Alle producten zijn koosjer, van het snoepgoed tot de wijn toe. Als we toch iemand vinden om van gedachten mee te wisselen, een chassidische vrouw die er werkt, wil die het anoniem doen. Ik vraag haar wat ze vindt van het label dat uittredend minister van Economie Johan Vande Lanotte voorstelt voor producten uit Israël, de Palestijnse gebieden en de bezette gebieden. "Ik vind dat niet normaal", zegt ze. "Waarom mogen ze hier die producten niet kopen omdat ze daar oorlog voeren? Ik vind het een racistische maatregel." Even later vertelt ze over een incident waarbij iemand haar aan de telefoon vroeg of de winkel het Kinderkankerfonds wou steunen. In het verleden was dat al gebeurd, maar nu ging het niet omdat er te veel kosten in de winkel waren. "'Ga terug naar uw eigen land', zei ze me aan de telefoon. Ik wist niet wat ik hoorde! Ik ben hier geboren, mijn vader ook al, ik vind dat echt niet kunnen." Ze vindt het heel spijtig dat wat er daar gebeurt ook hier gevolgen heeft voor mensen die er volgens haar niets mee te maken hebben. "Israël is meer dan joden alleen (25 procent is niet-joods, red.). En joden zijn meer dan Israël alleen. Het is kortzichtig om het een met het ander gelijk te stellen."

Falafel

We wandelen naar waar volgens kenners de beste falafel van Antwerpen wordt gemaakt: Beni's Falafel. Onze kennis reikt niet zo ver om er een onderbouwde uitspraak over te doen, maar het is overheerlijk. En goedkoop.

Naast ons zit een gezin van vier met een vriend, ze spreken Hebreeuws. Ik spreek de vader van de twee kinderen aan en leg hem uit dat we de hele dag in Antwerpen met mensen uit de Joodse gemeenschap praten over wat er in Gaza gebeurt.

Op mijn eerste vraag, "Bent u joods?", antwoordt hij "of course", met die rollende r die zo typisch is voor Israëli's als ze Engels praten. Elad Dror is een dertiger. Hij en zijn vrouw Moran zien er niet meteen joods uit. Elad heeft een klein blinkend oorbelletje in zijn linkeroor. Hij heeft een short en T-shirt aan. Anderhalf jaar woont hij nu in Antwerpen met zijn vrouw en hun twee jonge kinderen. "Ik was hier voor mijn werk. Volgende week verhuizen we terug naar Israël."

Al van het moment dat ik hem vertelde wat we precies doen zie ik aan zijn gezicht dat hij heel graag zijn kant van het verhaal wil vertellen. "Een paar dagen geleden protesteerden een twintigtal Palestijnen in Gaza tegen wat Hamas aan het doen was. Een half uur later waren ze dood. Dat was Hamas!"

Zijn vrouw, Moran, vindt het eng dat het beeld leeft dat het Israëli's weinig zou kunnen schelen als er slachtoffers onder de Palestijnen vallen. "Al die doden, vreselijk vind ik dat. Alsof wij daar niet mee zouden inzitten, ik heb echt moeite met die gedachte."

Jonathan Reichman, de vriend die bij hen aan tafel zit, is een Belg. Hij ziet eruit als een hippe Antwerpenaar. Hij is geboren in Zuid-Afrika, opgegroeid in België, en wil maar wat graag naar Israël verhuizen. "Als God het wil. Het is het thuisland van de joden."

Hij probeert de reactie van Israël te vertalen naar een Vlaamse context. Hij zal trouwens niet de enige zijn. "Vlaanderen maakte vroeger deel uit van Nederland, toch? Beeld je in dat Nederland Vlaanderen plots terug zou willen en Vlaanderen voortdurend met raketten bestookt. Zouden jullie gewoon toekijken en niets doen?" Jonathan toont ons een video die hij onlangs in Tel Aviv met zijn smartphone heeft opgenomen. "Ik zat op een terras en plots loeide de sirene. We keken naar boven en zagen dat een raket tot ontploffing werd gebracht. Dat bleek een raket uit Gaza te zijn die dankzij de Iron Dome (mobiel afweergeschut dat is ontworpen om korteafstandsraketten die vanuit Gaza worden afgevuurd te vernietigen, red.) onderschept werd. Kun je het je inbeelden dat we hier in Beni's Falafel plots in een schuilkelder moeten duiken?" De Iron Dome komt meermaals ter sprake. Jonathan, Elad en Moran zijn ervan overtuigd dat het systeem Israël honderden slachtoffers heeft bespaard.

Torenhoog gestapeld

Als we de joodse boekenwinkel in de schaduw van de spoorbrug net voor het Centraal Station binnenwandelen, lijkt het of we weer in het begin van de vorige eeuw zijn beland. Het smalle pand puilt uit van de Hebreeuwse boeken, en volgens de uitbater, een oude, chassidische man, staan de twee verdiepingen daarboven even vol. Hij helpt nog even een klant en vraagt ons of we Nederlands spreken. Jiddisch is duidelijk de voertaal hier. Hij en een andere klant, een van origine Italiaanse jood van een jaar of vijftig, praten met ons over hoe de media hier de zaken daar op een eenzijdige manier voorstellen. Alsof we de hele dag niets anders hebben gehoord.

Praten over oplossingen ligt overal moeilijk. Elk argument stopt bij Hamas, de terroristische organisatie die het volgens de joden onmogelijk maakt dat Palestijnen en Israëli's kunnen samenwonen. Michael Freilich verwoordt het zo: "Wat denk je dat er gebeurt als beide partijen carte blanche krijgen, als ze zonder tegenwerking van de andere volledig zouden mogen beslissen over wat er gebeurt? Israël zou de Palestijnen niet vernietigen en zou ervoor zorgen dat de Palestijnse staat een gedemilitariseerde zone wordt, wat op zich al heel moeilijk is. Er zou ook gediscussieerd worden over de grenzen. Israël heeft altijd gezegd dat het bereid is om delen van Israël te geven aan de Palestijnse staat in ruil voor stukken waar er Israëlische nederzettingen zijn gebouwd. Iedereen weet dat Israël niet op een knop zal duwen en alle Palestijnen zal vermoorden. Als Hamas carte blanche had, dan zouden ze wél op die knop duwen."

We spreken met de joodse klant van de boekenwinkel af om onze dag in Antwerpen af te sluiten op een terras aan het Zuid. Na een hele dag in de Joodse wijk ziet het er aan het hippe Zuid heel even bevreemdend uit. Ook de man die we in de boekenwinkel zagen, ziet er anders uit. Zijn keppeltje heeft hij thuis laten liggen. "Als ik naar de synagoge ga, of bij de Joodse gemeenschap ben, doe ik dat uit respect. Hier doe ik dat niet. Ik wil ook niet nodeloos provoceren."

We praten verder over die jodenhaat, het antisemitisme, en hoe dat samen met racisme al zo oud als de mensheid zelf is. Net voor we Antwerpen willen laten voor wat het is, stuurt de man ons naar huis met een blinde evidentie die onze ogen weer even opentrekt: "Denk je dat een Palestijnse moeder harder huilt om een verloren kind dan een Israëlische?"