Direct naar artikelinhoud

'Je moet je afvragen: naar wat kijk ik?'

Bert Delapierre (40) kleurt al jaren achtergronden in op tekeningen en schilderijen van Kamagurka. Maar met zijn eerste solo-expo toont Kama's assistent dat hij stiekem veel meer in zich heeft. 'Het moet nóg onnozeler.'

Hij staat nog een beetje onwennig tussen zijn bonte kunstwerken. Elk compliment wordt met schroom en verwondering onthaald. Alsof hij het zelf (nog) niet kan geloven. "Bij elk afgewerkt schilderij sta ik weer verbaasd te kijken: 'Allez, het is me dan toch gelukt'."

Bert Delapierre noemt zich een beginnend kunstenaar. Maar eigenlijk werkt hij al bijna vijftien jaar in het wereldje. Zij het vooral onzichtbaar, als rechterhand van Kamagurka. Zijn taak: het archief beheren, maar ook achtergronden inkleuren van Kama's schilderijen en tekeningen voor Humo.

De twee leerden elkaar kennen in het Gentse cultcafé Pink Flamingo's. Kama woonde boven het café, Delapierre stond er na zijn studies beeldende kunst achter de bar. "Ik doe eigenlijk alles waar Kama geen geduld voor heeft. Als hij zegt: schilder eens een suikerpotje of een kat in dit werk, dan doe ik dat. Geweldig plezant, maar daarnaast begon het toch te jeuken om eigen ideeën uit te voeren."

Die eigen ideeën hangen nu twee weken lang in een Gentse pop-upgalerie, ironisch genoeg net tegenover de, inmiddels ter ziele gegane, Pink Flamingo's. Een serie heerlijk absurde olieverfportretten die spontaan doen glimlachen. Zeker in combinatie met de titels van de werken. In Een ongeluk is snel gebeurd krijgt de vrouwelijke helft van een klef verliefd koppel een bezemsteel door het hart geboord, terwijl Disney-figuurtjes van aan de zijlijn toekijken. In Moeilijk gaat ook staat een vrouw met een lui oog op het punt een rauw ei met mes en vork te verorberen. En voor een toekomstig portret van Jeroom - net als Kama een goede vriend - plant hij iets met "vuurspuwende panda's".

Onafgewerkt

De een zou het surrealistisch noemen, de ander 'van de pot gerukt'. Dat vindt Delapierre overigens prima. "Mijn volgende werken moeten nog onnozeler worden. Mensen moeten zichzelf afvragen: naar wat ben ik nu eigenlijk aan het kijken?"

Om die reden ogen zijn schilderijen ook altijd onafgewerkt. Een arm die niet wordt ingekleurd. Of modellen die zweven op ontbrekende stoelen. "Mijn ouders begrijpen er niets van. Ze vroegen laatst of ik in tijdnood was gekomen. 'Je bent nog een stukje vergeten te schilderen.' Exact het effect dat ik wilde bereiken."

Humor is dus, net als bij Kamagurka, een constante. Maar daar stopt de gelijkenis al meteen. Terwijl Kama soms twintig tekeningen op een dag maakt, doet Delapierre twee maanden over een werk. Vrienden doen dienst als model. Eerst neemt hij een foto van een compositie en voegt hij op de computer fotoshopgewijs allerlei bevreemdende attributen toe. Pas als hij het gewenste resultaat haarscherp voor zich ziet, zet hij zich aan zijn schildersezel in de living. Met een goede fles wijn bij de hand en melancholische muziek op de achtergrond.

Kama is een chaoot, Delapierre eerder een neuroot. "Op het autistische af. Ik gebruik graag behangpatronen met veel tierlantijnen als achtergrond. Elke krul moet perfect zijn voor ik verder kan. Luc (Zeebroek, de echte naam van Kamagurka, kvdp) zou meteen zot worden."

Omgekeerd moet je Delapierre niet vragen om net als Kama een jaar lang elke dag een schilderij te maken. "Voor een performance in het Stedelijk Museum van Amsterdam heeft Luc ooit 24 uur aan een stuk op de iPad tekeningen gemaakt, die we meteen printten en op het einde vernietigden. Met mijn eigen werk zou ik dat nooit over mijn hart krijgen."

Zelf schildert hij uit goesting én uit onrust. "Ik noem schilderijen zowel mijn kinderen als mijn uitwerpselen. Het idee moet eruit. En dat is soms echt zwoegen."

Doodongelukkig

Achter de humor zit stiekem ook veel verdriet. Het zelfportret De man die zijn tranen water gaf maakte hij na de breuk met zijn lief. "Mensen vinden het heel geestig, maar toen ik het schilderde was ik doodongelukkig. Schilderen is voor mij een beetje therapie."

'De assistent treedt uit Kamagurka's schaduw' kopte een recent blogartikel. Maar zo ziet de assistent dat zelf niet. "Luc is een vriend, ik wil hem niet het gevoel geven dat ik zijn naam gebruik. Het werk dat ik voor hem doe en mijn eigen werk zijn twee gescheiden werelden." Advies vraagt hij nooit. "Ik heb hem ooit wel een werk getoond. 'Ah, geestig' was zijn repliek. That's it. Verder hebben we het er nooit meer over gehad."

Was het uit onzekerheid dat hij zo lang met eigen werk heeft gewacht? Angst voor de vergelijking met 'de grote Kamagurka'? "Nee, met kleine kinderen en mijn job bij Luc kwam ik er gewoon niet aan toe."

Al speelde ook een sluimerend jeugdtrauma mee. Als kunststudent aan het KASK trof Delapierre zijn docent/mentor Marc Maet ooit dood aan in zijn appartement. "Ik moest die dag mijn eindwerk voorstellen en Marc, die mijn promotor was, kwam maar niet opdagen." De getormenteerde kunstenaar had zichzelf van het leven benomen. "Ik was in shock, heb jaren geen penseel meer aangeraakt. Pas gaandeweg is die drang teruggekomen. En nu die er weer is, kan ik blijkbaar niet meer stoppen."

De solo-expo van Bert Delapierre is t.e.m. 10/6 te zien in Lost in Pablos, Onderstraat 28 in Gent. Op 10/6 is er een finissage.