Direct naar artikelinhoud

'Ze noemden mij 'monsieur le consul''

"De diplomatie was geen kinderdroom, hoor. Ik wilde altijd al naar het buitenland gaan. Zo'n tien jaar geleden had ik een leuke job, maar ik besloot toch eens deel te nemen aan het diplomatiek examen. Na vele proeven kreeg ik te horen dat ik was geslaagd. Die kans heb ik met beide handen aangegrepen.

"Vandaag ben ik ben bijna negen jaar bezig. Mijn stage begon in 2007, waarna ik in vier jaar tijd naar vier plaatsen ben gezonden (Algerije, Tunesië, Costa Rica en Panama, RA) als (vice)consul. En ik was geen vrijgezel toen ik eraan begon. Mijn partner wou graag mee, wat een zeer grote rol speelde in mijn keuze voor een diplomatieke carrière. Ik heb het enorme geluk dat hij zijn professionele ambities in België daarvoor opzij wilde schuiven.

"Er worden grote inspanningen geleverd door Buitenlandse Zaken, maar ik stel soms toch wel vast dat het voor vrouwen lastiger is. Wij hebben twee kinderen gekregen, wat op zich ook al een voltijdse job is. In ons geval gaf dat aan mijn man een nuttige invulling. Hij zag er ook het belang van in, waarvoor ik hem heel dankbaar ben. Uiteindelijk doe je deze job samen, want zonder hem was dit niet mogelijk geweest. Al geldt dat natuurlijk niet alleen voor diplomaten. Vrienden in België zie ik immers ook worstelen met de combinatie van gezin en werk.

"Het klopt wel dat nog altijd veel mensen de diplomatie zien als een mannenwereld. In België valt dat mee, maar vooral in het buitenland heb ik dat gemerkt. Soms ontstonden zo heel grappige situaties. Zo onderhield ik in Tunesië vaak per e-mail contact met mensen, die mij consequent 'monsieur le consul' bleven noemen. Als zij mij dan aan de telefoon kregen, vielen ze zowat van hun stoel. Zelfs op recepties ging het 'verkeerd' en spraken ze steevast mijn man aan als consul."