Direct naar artikelinhoud

Geachte heer De Coster, Beste Gilles,

Jules Hanot steekt elke week een schermgezicht een hart onder de riem (of een dolk in het hart)

Ooit stormde mijn fijne collega Douglas enthousiast een redactievergadering binnen met een mededeling die de rest van het wereldnieuws op slag tot simpele bijzaak degradeerde. "Ik weet wie de mol is", zei hij glimmend van trots. "Het is Magda!" Vervolgens bracht hij tot in de kleinste details verslag uit van een queeste die hij op eigen houtje en, voor alle duidelijkheid, buiten de werkuren had ondernomen om 's lands meest gezochte saboteur op te sporen voordat die 'officieel' op het scherm zou worden ontmaskerd. Maandenlang had hij maniakaal cryptische boodschappen ontcijferd, het doopceel van de deelnemers gelicht en, zoals het een zichzelf respecterend journalist betaamt, alles gecheckt en gedubbelcheckt. 's Anderendaags titelde deze kwaliteitskrant: 'Magda is de mol!' Een 'spoiler' die kon tellen en nog meer kijkers naar de grote finale zou lokken omdat zowel believers als non-believers die 'gazettenpraat' aan hun eigen theorieën wilden toetsen.

Uit de directielokalen ontsnapte een oorverdovende zucht van opluchting, toen bleek dat actrice/kunstenares Magda Ral eindelijk bekende dat ze al die tijd de boel op flessen had getrokken. Het is intussen zeventien jaar geleden, maar als de dag van gisteren herinner ik me hoe een tv-spelletje Vlaanderen in zijn greep hield en gedurende drie seizoenen televisiegeschiedenis schreef. Mooie maar vervlogen tijden. Een afgesloten hoofdstuk, dat zich voor eeuwig in het collectieve geheugen had gebrand.

Het was dus een beetje wennen toen ik je dertien jaar na de laatste De mol als een 2.0-versie van voorganger Michiel Devlieger gezonnebrild en met gekruiste armen midden op een Argentijnse zoutvlakte zag staan. Dat de even moeilijke maar dwingende opdracht om de legende opnieuw tot leven te wekken aan jou werd toevertrouwd, stemde me oprecht blij maar baarde me tegelijk grote zorgen. De tijden en het medialandschap zijn immers zo veranderd dat ik me ongerust afvroeg of er wel een tweede leven mogelijk was voor een mythe uit het verleden die bovendien zo lang op voorhand werd gehypet dat mislukken geen optie meer kon zijn. Ik moet bekennen dat ik na alle heisa met de vier geestelijke vaders de kloon van een tv-monument schamper als een "opgewarmd lijk" heb omschreven, terwijl ik verontwaardigd "van klassiekers moet je afblijven" toeterde. Maar the proof of the pudding ligt in the eating, en al na de eerste hap realiseerde ik me dat De mol net zoals in mijn tuin een onuitroeibaar fenomeen is, dat zal blijven graven tot alle weerstand is gebroken.

Net als vroeger smul ik van het geniaal geïnstalleerde wantrouwen in de hoofden van tien 'gewone Vlamingen' die zich in ruil voor een royale prijzenpot als verbeten amateurspeurders ontpoppen. Mooi in beeld gebrachte en swingend gemonteerde vijfsterren-tv die met het hilarische 'bankroetlama' al meteen een potentieel woord van het jaar opleverde en de onhandige Ruth en buschauffeur Marc als eerste antihelden naar huis stuurde. Een boeiend, intelligent en verslavend staaltje mindfuck. Professioneel en sober gestuurd door een onderkoelde presentator, die net als het programma klaar is om aan een succesvol nieuw medialeven te beginnen. En dat doet me ongelooflijk veel plezier, Gilles.

Jarenlang was je mijn favoriete radioman. De warme stem die onder gezag, leiding en toezicht van grandes dames als Lisbeth Imbo, Kathleen Cools en Annelies Beck bijgeschoold werd tot een trouwe metgezel die me elke nieuwsdag als ontbijt op bed serveerde. Een gedreven jonge collega die zelden voor het harde interview ging, zijn gasten beleefd liet uitspreken en alom als een toptalent werd geprezen. Ik was dan ook diep geschokt toen je bij de staatszender werd losgeweekt om de rangen van Woestijnvis te gaan versterken. Dat voelde een beetje als verraad. Ieder mens heeft zo zijn gewoontes en het zinde me niet dat mijn vaste ochtendlijke baken me voortaan niet meer door de waan van de dag wou gidsen. Gelukkig heelt de tijd vele wonden en neem ik het je al lang niet meer kwalijk dat je verkoos talent en marktwaarde te verzilveren om naast een stem ook een gezicht te worden.

Ongeduldig wachtte ik tot je onstuitbaar voortgestuwd zou worden in de vaart der volkeren, maar raakte je spoor bijster. Je was immers meer achter dan voor de schermen te vinden en even dreigde de bejubelde toptransfer in de anonimiteit te verdwalen. Toen je er in De kruitfabriek voor spek en bonen mocht komen bijzitten, begon ik zelfs voor je toekomst te vrezen. Ook al omdat die onvoldragen actuashow een explosieve spijtzwam bleek, die het toen nog van creativiteit bruisende Woestijnvis-schip zo lek sloeg dat vele bemanningsleden van boord sprongen. Jij bleef wel trouw op post, en eindelijk werd de loyale matroos de eerste stuurman die hij allang hoorde te zijn. Rustig, steeds zelfverzekerder en met vaste hand aan het roer van een kijkcijferkanon. Grote klasse, Gilles, en nog maar eens het bewijs dat talent altijd moet spelen in plaats van op de bank te zitten verkommeren.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Jaren geleden liepen we elkaar toevallig tegen het lijf in de kantoren van Woestijnvis. Een lange, schuchtere en onopvallende vent met stoppelbaard, afgedragen pak en een spleetje tussen de tanden, die helemaal niet leek op het beeld dat ik me had gevormd van de radioman die me elke dag stipt wekte. Je knikte routineus en slofte gebogen en in gedachten verzonken een bureau binnen. Een valse trage, vermoedde ik, en toen je in 2013 na een finale tegen Jelle Cleymans de Slimste Mens ter Wereld werd, wist ik zeker dat mijn compagnon de route van weleer vroeg of laat zou vervellen van eeuwige belofte tot vlot scorende spits. Klaargestoomd voor het grote werk in oefenwedstrijden als het matige Jaaroverzicht live en het verdienstelijke maar wisselvallige Karen & De Coster, waarin je verrassend vlot samenspeelde met de gewezen 'rosse van K3'. Nu als schatbewaarder van De mol gepromoveerd tot stressbestendige bewaker van het grootste Vlaamse tv-geheim, dat VIER eindelijk uit de hoek moet halen waar de kijkcijferklappen vallen.

Ik blijf je met sympathie en belangstelling volgen en hoop dat je nog lang een van die zeldzame schermgezichten mag blijven die zijn job belangrijker vindt dan zichzelf. Nooit een draaiende windhaan maar een zichzelf relativerende persoonlijkheid met een mening. De manier waarop je als mediawatcher in De zevende dag ongezouten de verwerpelijke 'verboden de vluchtelingen te voederen'-oprisping - "Met alle respect maar dit vind ik crapuleus" - van een hypocriete West-Vlaamse gouverneur te lijf durfde te gaan, verdient respect. Zoals jij zijn er te weinig, Gilles, en daarom ben ik blij dat je met De mol fluitend de kaap van het driekwart miljoen kijkers hebt gerond, zodat je niet meteen aan emigreren hoeft te denken. Je pakt intussen bijna even goed op tv als destijds op de radio. Je mediatoekomst lijkt verzekerd. Doe de groeten aan Linde en de bankroetlama's, probeer af en toe eens een voet buiten de montage-cel te zetten en hou vooral molsgewijs - je weet immers nooit hoe diep Douglas graaft - de kaken stijf op elkaar.

Met vriendelijke groeten,

Je vriend Jules