Direct naar artikelinhoud

Voetballen op 's werelds beste zand

Ja, het is waar: overal in Rio de Janeiro wordt op het strand gevoetbald. Door recreanten en profs. 'Het kost niks, het enige wat je nodig hebt is een bal.'

Waarom strandvoetbal in Rio de Janeiro zo populair is? Raphael Xexeo bukt, pakt een hoopje zand en laat dat door zijn vingers glijden. "Dit," zegt hij, met een blik alsof hij goud in handen heeft, "dit is het beste zand ter wereld. Nergens zie je hier stenen, schelpen of afval. Het is zacht en zuiver, perfect om op te voetballen."

Het is nog geen acht uur in de morgen als het team van Botafogo zich opmaakt voor de dagelijkse training op Copacabana, want voetballen op het strand is een zaak van 24/7 in Brazilië. Het gebeurt in de vroege ochtend, op de warme middaguren en zelfs 's nachts, als het horecapersoneel klaar is met werken en in het schijnsel van grote lichtmasten de werkdag afsluit met een onderling partijtje.

Het strandteam van Botafogo is een tak van de profclub in Rio. Het bestaat uit semiprofs die doordeweeks elke ochtend trainen, overdag studeren of werken als taxichauffeur en in het weekend wedstrijden spelen. Sommigen kunnen zelfs leven van het strandvoetbal. Zo ontbreekt vandaag een drietal spelers omdat ze uitgeleend zijn aan een Russisch team.

In 1992 werden de officiële internationale regels opgesteld: er wordt gespeeld tussen twee teams van vijf voetballers op een met linten afgezet veld van 35 à 37 meter bij 26 à 28 meter. Een wedstrijd duurt 3x12 minuten. Let wel: strandvoetbal is dus geen voetvolley. "Dat is een spelletje", zegt Xexeo. "Beachsoccer is sport."

Botafogo, met als thuisbasis 'posto 3', is in voorbereiding voor de Mundialito, het WK voor clubteams in oktober, met FC Barcelona, AC Milan, Peñarol (Uruguay), Al-Ahli (Dubai) en de Braziliaanse teams Flamengo, Corinthians en Vasco da Gama.

Spelers van die laatste club lopen deze morgen langs en zwaaien vrolijk naar hun rivalen; Vasco da Gama traint een stukje verderop bij 'posto 2'. De clubs spelen in de competitie tegen elkaar, maar organiseren ook geregeld vriendschappelijke wedstrijden. "Dan is er altijd wel een of andere sponsor die ervan hoort en een beker beschikbaar stelt", aldus Xexeo.

Plaats genoeg

Zelf heeft hij drie WK's achter zijn naam staan. Uiteraard werd het eerste officieuze wereldkampioenschap in 1995 in Rio gespeeld. Waar anders? "Op Copacabana is het strandvoetbal ontstaan", verklaart verdediger Daniel 'Zidane'. Van het even verderop gelegen Ipanema moet hij niets hebben. "Veel te smal daar. Hier is ruimte in overvloed."

Daarmee is meteen de populariteit van het strandvoetbal verklaard: zand genoeg in Rio. En bovendien: "Het is hier altijd lekker weer en voetballen op het strand kost niets. Het enige wat je nodig hebt is een bal."

Dan moet Daniel weer verder. Hij is geopereerd aan zijn knie en wordt aan de vloedlijn onder handen genomen door een hersteltrainer. Even verderop kijken een trainer, een manager en een coördi- nator van de club kritisch toe. Ja, het strandvoetbal in Brazilië is een serieuze aangelegenheid.

In 2005 kreeg de sport een boost toen de FIFA het beachsoccer erkende en het financieel ging ondersteunen. Inmiddels wordt de sport wereldwijd in 150 landen gespeeld, ook in landen waar geen strandcultuur is. Oud-profs als Junior, Zico, Romario en Eric Cantona verruilden na hun carrière het veld voor het zand. '"Had Ronaldo dat ook maar gedaan", schampert Xexeo. "Dan was hij nu niet zo dik geweest."

Geen machosport

De strandvoetballers die hier deze ochtend bezig zijn, hebben gespierde benen en afgetrainde lichamen. Artiesten zijn het. Maar nee, beachscoccer is geen machosport, vindt Xexeo. Hij wijst naar de boulevard van Copacabana. "Zie je ook maar één meisje naar ons kijken? De echte hotties gaan naar Ipanema. Daar liggen de rijke kerels. Die vinden ze veel interessanter dan een paar beachvoetballers."

Ze hebben vooral enorm veel lol, de jongens van Botafogo. En wat opvalt: het gaat er heel sportief aan toe. Je kijkt wel uit om een vrije trap tegen te krijgen, want dat is op het kleine speelveld bijna net zo erg als een penalty tegenkrijgen, Aan muurtjes doen ze niet bij strandvoetbal.

Om op het zware zand 'de bal het werk te laten doen', is het verder de truc om de bal op te wippen om daarna zo hard mogelijk te schieten. Dé actie is de omhaal. Een paar keer lukt het spelers deze ochtend om op die manier te scoren. Hilariteit alom.

Als de training erop zit, wordt er geoefend op strafschoppen. De verslaggever krijgt een uitnodiging om ook een poging te wagen. Hij legt de bal neer, neemt een aanloop en... schiet hoog over.

Een 'Roberto Baggiootje', noemen ze zoiets op Copacabana.