Direct naar artikelinhoud

'Wil je je overbodig voelen, kom dan naar de Buchmesse'

Priemende ogen van Arnon Grunberg, David van Reybrouck, Tommy Wieringa en Saskia De Coster verwelkomen de Buchmesse-bezoekers. Ze duiken overal op in Frankfurt: op videmontages of op grote banieren waarop 'Flandern und die Niederlande' hun gastlandschap aanprijzen.

Als een 'golf' moet de Vlaamse en Nederlandse literatuurmarkt Duitsland overspoelen met een rist nieuwe vertalingen, en vervolgens bij voorkeur ook de rest van Europa en de wereld. Dat lijkt aardig te lukken, met vooral in de aanloop al 454 nieuw in het Duits vertaalde titels.

En toch. Wie een paar dagen rondstruint op 's wereld grootste boekenfestijn - 275.000 bezoekers, 7.000 standhouders - krijgt ook een les in nederigheid. Auteurs verzuipen in de immensiteit van de Buchmesse, waar het wemelt van literaire agenten, importeurs en professionals.

Handelswaar

"Als je je overbodig wilt voelen als schrijver, dan moet je vooral naar de Buchmesse komen", lacht Annelies Verbeke. "Waarom zou je nog iets toevoegen aan de immense boekenberg, vraag je je hier af? Toch merk je dat dit gastlandschap van alles in beweging zet. Ik heb twaalf lezingen in vier dagen en ondervind veel weerklank voor de thema's in mijn roman Dertig dagen. Ik heb het altijd essentieel gevonden om te ijveren voor vertalingen voor mijn werk en aanwezig te zijn op buitenlandse festivals."

Niettemin blijven auteurs en boeken in Frankfurt handelswaar, die door hun uitgevers bij voorkeur als hapklare producten worden gesleten. Tom Lanoye, ook prominent aanwezig, beseft het duivels goed. "Mijn uitgever zegt altijd over Frankfurt: Tom, ga er niet heen. Je brengt een rund toch ook niet naar een abattoir om te laten zien hoe het zal geslacht worden? (lacht)" Een klein taalgebied op de kaart zetten, het blijft knokken.

In het Vlaams-Nederlandse gastpaviljoen vloeit geen bloed, al is het 2.300 vierkante meter vloeroppervlak er opgetrokken uit rode baksteen. Een zandstrand moet dat voorstellen, al vergt dat flink wat verbeelding. De bezoeker krijgt via een wat schemerige inkom op het binnenplein een evocatie van de Vlaams-Nederlandse kustlijn, onder de baseline 'Dit is wat we delen'.

"Ik heb mijn buikgevoel gevolgd", zegt artistiek intendant Bart Moeyaert, die drie jaar lang aan dit gastlandschap timmerde. "Wat wil je meegeven aan de nietsvermoedende bezoeker? Pas gaandeweg laat ik hen de literatuur van de Lage Landen ontdekken. Via poëziefluisteraars bijvoorbeeld, die bezoekers een onverwachte sensatie bezorgen. Met speciaal gemaakte boekdocumentaires over vooraanstaande schrijvers - van Elvis Peeters tot Dimitri Verhulst. Er is een boekenshop waar al onze Duitse vertalingen liggen, met lezingen, performances of hommages aan onze klassiekers én met radio Klara, dat de hele periode door schrijvers ontvangt en interviewt. In een andere hal tonen we ook het Vlaamse kunstboek."

Kleurenweelde

Maar de place to be is de atelierhoek waar Vlaamse en Nederlandse illustratoren en graphic novelists elke dag van de Buchmesse een uniek gezamenlijk magazine in elkaar boksen. Gerda Dendooven is samen met Brecht Vandenbroucke en Randall Casaer een van de bezielers. "Dit is een ongezien voorbeeld van ambachtelijke crossover", zegt ze. "Elke dag werken we rond een bepaald thema en gieten we dat stipt om vijf uur in een collector's item, gedrukt op 500 exemplaren, dat bezoekers gratis meekrijgen. Het is eigenlijk zelden vertoond dat we op zo grote schaal samenwerken. Het is onze manier om het ambacht in actie te tonen. Want tegenwoordig moet het allemaal toch zo braaf en pedagogisch correct zijn in de jeugdliteratuur", knipoogt ze.

Nederlandse stripicoon Joost Swarte kijkt vanachter zijn zwarte brillenglazen goedkeurend toe als De Parade van de persen rolt. Bij de vooropening trokken ook koning Filip en Mathilde grote ogen over de kleurenweelde van de Vlaamse illustratoren.

Pas omstreeks het happy hour, tussen vijf en zes, loopt het aardig vol in het gastpaviljoen. Decompressie met een La Chouffe-bier, Kriek of Duvel van de beurshectiek? Bier blijkt nog altijd het beste literaire smeedijzer, zeker ook in Duitsland. "Na twee Duvels praat het allemaal vlotter", lacht Moeyaert. "Ik ben er fier op dat ik mijn schrijvende Vlaamse collega's hier in Frankfurt zo een eersterangsforum mag schenken."