Direct naar artikelinhoud

Een consequente nationalist is een federalist

Bijna iedereen gaat er vandaag van uit dat de N-VA misschien niet compromisbereid is maar op zijn minst wel trouw aan haar ideologie is. De partij mag dan de formateursnota verworpen hebben, ze is tenminste wel consequent. Consequentie is zeker een deugd. Maar is de N-VA wel zo consequent met haar ideologie?

De partij belijdt het civiele nationalisme. Dat stelt het idee van de natiestaat voorop: de natie, als gemeenschap van mensen met een gedeelde nationale cultuur, moet waar mogelijk samenvallen met de staat. Nationalistische ideologen geven daar twee argumenten voor.

Het eerste argument is het argument van nationale identiteit. Omdat mensen belang hechten aan hun nationaal-culturele identiteit moet deze tot uiting kunnen komen in het beleid. Dat kan alleen als de natie zichzelf kan besturen. Merkwaardig is dat de N-VA dit eenzijdig invult. De enige nationale identiteit die telt is de Vlaamse. Daarom is elke overheveling van bevoegdheden naar Vlaanderen positief en is elke mogelijke versterking van het federale niveau uit den boze. Ook nu weer wordt het luik staatshervorming in de formateursnota enkel beoordeeld (en te licht bevonden) in termen van de verdere vervlaamsing van bevoegdheden. Maar de stap van het natiestaatstreven naar 'alleen vervlaamsing is goed' is problematisch. Waarom beslist de N-VA dat alle identiteit Vlaams is? Op welke sociologische inzichten is dit gebaseerd? Studies naar het nationale identiteitsgevoel van Vlamingen tonen net aan dat er in Vlaanderen, net als in taalgroepen in andere federale meertalige staten als Canada of Spanje, een identiteitspluralisme heerst. Dat wil zeggen dat Vlamingen niet allemaal dezelfde identiteit ervaren. Een minderheid van Vlamingen heeft een louter Vlaamse en niet-Belgische identiteit. Een andere (kleinere) minderheid heeft een louter Belgische identiteit. De grootste groep geeft aan een 'duale identiteit' te hebben, en ook daarin zijn Vlamingen niet verschillend van bijvoorbeeld Catalanen of inwoners van Québec.

Het nationalisme van de N-VA negeert de laatste twee groepen. Consequente civiele nationalisten zoals de toonaangevende professor David Miller uit Oxford pleiten echter in vele contexten net voor vormen van federalisme, precies vanuit het belang van nationale identiteit: we hebben een Schots parlement, stelt Miller, omdat het uitdrukking geeft aan de Schotse natie, én we hebben een Brits parlement omdat er ook een Britse natie is. Als nationale identiteit zo van belang is voor de N-VA, waarom telt dan alleen de Vlaamse, niet de Belgische nationale identiteit? Deze selectiviteit is uiterst problematisch: een consequent nationalisme spant zich in om ook de Belgische nationale identiteit van Vlamingen te erkennen door een robuust federaal luik uit te bouwen, niet door alles zoveel mogelijk te decentraliseren. In België leidt het identiteitsargument, het fundament van elk nationalistisch denken, dus tot federalisme: een consequente nationalist hier en nu is een federalist.

Democratisch argument

Het tweede argument voor nationale autonomie, naast identiteit, is een democratisch argument. Nationalisten argumenteren dat een democratie nood heeft aan burgers die zich voldoende met elkaar verbonden voelen om samen vaak moeilijke beslissingen te nemen in een sfeer van vertrouwen en compromisbereidheid. Een gedeelde nationale identiteit is volgens hen een goede en noodzakelijke basis voor dat vertrouwen: leden van een natie beschouwen elkaar als 'één van ons'.

De N-VA interpreteert dit streven naar een sterke democratie echter opnieuw op een eenzijdig Vlaamse manier. Bart De Wever herhaalt de voorbije maanden vaak dat democratie op Belgisch niveau volgens hem niet bestaat en dat dit land er een is van twee democratieën. Ook in de persconferentie van vorige donderdag verwerpt hij Di Rupo's pleidooi voor een federale kieskring als volgt: "Ofwel zijn we met tien miljoen Belgen en vormen we één kieskring, ofwel bestaat dit land uit een Vlaamse en een Franstalige gemeenschap en dan zijn er twee kieskringen."

De verwaarlozing van democratie op Belgisch niveau is bijzonder kwalijk. Door de nauwe sociale en economische verwevenheid van de drie gewesten in dit land zal er altijd intensief overleg en verregaande samenwerking nodig blijven tussen die drie entiteiten. Bij een volledige splitsing van het land, zou dat overleg de vorm aannemen van een 'intergouvernementeel' overleg tussen de twee (of drie) reststaten dat niet langer gecontroleerd wordt door een federaal parlementair systeem. De nationalisten zijn vaak de eersten om (terecht) te klagen over een democratisch tekort in Europa, maar de oplossing voor België zou erin bestaan een gelijksoortig en permanent 'Belgisch' democratisch tekort te installeren? Het alternatief ligt, vanuit het standpunt van de nationalistische ideologie, nochtans voor de hand. Een consequent nationalisme dat de noodzaak van Belgische besluitvorming erkent en tegelijk de nationale inbedding van de democratie bepleit, streeft ernaar om naast de Vlaamse ook de Belgische democratie beter te laten functioneren.

Conclusie: de separatistische logica van de N-VA die ons land nu al meer dan een jaar in de grip houdt, volgt niet uit haar nationalistische politieke filosofie. Dat de N-VA het been stijf houdt en elke versterking van de Belgische identiteit en de Belgische democratie afwijst, is consequent met zijn eerdere recente stellingnames, maar niet met zijn basisfilosofie, waar de voorzitter en vertegenwoordigers nochtans graag mee dwepen. Een consequente nationalist in het België van vandaag is geen separatist maar een federalist.

Helder De Schutter is professor