Direct naar artikelinhoud

Penseel tussen pennen

Roger Raveel zal vooral herinnerd worden om zijn schilderwerk. Daarnaast was hij ook actief als graficus en keramist en had hij een grote impact op de poëzie van zijn tijd. Met geestesgenoten Hugo Claus en Roland Jooris werkte hij innig samen.

Eerst was er de vriendschap, dan de kunst. Hugo Claus en Roger Raveel kenden elkaar al sinds hun jeugd. Toen ze elkaar vlak na de Tweede Wereldoorlog ontmoetten, had Raveel juist zijn diploma aan de Academie voor Schone Kunsten van Gent behaald. De acht jaar jongere Claus, van zijn kant, had zopas de middelbare school voltooid, maar wist des te beter wat er in de wereld te koop was. Op vraag van zijn oudere vriend vertaalde Claus Franse surrealistische dichters, waar de taalkundig minder beslagen Raveel moeite mee had. De twee gingen algauw samenwerken.

"Zeker bij aanvang beschouwden Claus en Raveel elkaar als gelijken", meent Katrien Jacobs, auteur van Hugo Claus. Roger Raveel: Brieven 1947-1962 (2007). In de jaren vijftig bezorgde Claus al zijn teksten en gedichten eerst aan Raveel alvorens ze te publiceren. Dat is des te opmerkelijker omdat Raveel niet meteen bekend staat om zijn literaire belezenheid. Uit hun briefwisseling blijkt ook niet echt dat Raveel veel poëticale opmerkingen maakte over het werk van Claus. Dat de schrijver toch het oordeel van zijn vriend op prijs stelde, wijst op een grote wederzijdse bewondering. Het feit alleen al dat ze er allebei - ook Claus - belang aan hechtten om hun volledige briefwisseling te bewaren, wijst op een groot wederzijds respect en gedeelde waardering."

Geen rebel

Toch zou de verhouding tussen de twee kunstenaars mettertijd wat verschuiven. Katrien Jacobs: "De vriendschap en het respect bleef, maar Claus werd al snel de kosmopoliet zoals we hem allemaal kennen. Raveel daarentegen bleef bijna letterlijk onder de kerktoren hangen. Daar kon Claus geen begrip voor opbrengen. Raveel keek op naar Claus, al was hij zelfbewust genoeg om zijn eigen belang in te schatten."

De vriendschap tussen beide kunstenaars werd bezegeld door een werk dat ze samen maakten: Genesis. Tussen 1966 en 1968 maakte Roger Raveel 33 tekeningen volgens verschillende procedés op het thema Genesis. Bij deze tekeningen schreef Hugo Claus, in 1968, 33 gedichten. Het resultaat is een uniek document van de hand van deze twee kunstenaars, die toentertijd werden beschouwd als de grootste schilder en de grootste dichter van Vlaanderen.

De samenwerking is een prachtige illustratie van de heersende filosofie bij de jonge, naoorlogse generatie kunstenaars in West-Europa. Schotten tussen genres en disciplines werden doorbroken met de heropbloei van het Gesamtkunstwerk (multidisciplinaire totaalkunstwerken), en ook de idee dat één kunstenaar het enige scheppende genie van een kunstwerk was, was niet langer zaligmakend. De rebelse generatie Vijftigers - dichters en schilders die tegelijk doorbraken in de jaren vijftig - zorgde voor een ongekende bloei in kunst en letteren in de Lage Landen.

Toch bleef de 'dorpse' en koppig zelfstandige Raveel buiten dat wereldse milieu staan. In overzichten van CoBra-kunst of Vijftigers zul je vruchteloos naar zijn naam zoeken. Zijn werk met figuratieve en abstracte elementen staat ook inhoudelijk buiten die invloedssfeer. Raveel knoopte ook vriendschappen aan met neo-realistische dichters als Rutger Kopland. "Hij is altijd een man van zichzelf gebleven", besluit Katrien Jacobs. "Hij illustreerde werk van Claus en anderen, en omgekeerd schreven zij gedichten bij zijn werk. Maar van gemeenschappelijke groepscreaties was bij hem zelden sprake."

Het witte vlak

Anders en tot op het einde veel inniger was de band met dichter Roland Jooris (76). Naast poëzie schreef Jooris ook kunsttheoretische essays over hedendaagse kunst. Hij wierp zich gaandeweg op als woordvoerder van de nieuwe stroming in de schilderkunst, die hij Nieuwe Visie doopte nadat hij in 1962 op werk van Raveel gebotst was.

"Op zijn tentoonstelling in de galerie Drieghe te Wetteren had ik een geweldige schok gekregen. Ik kocht er met mijn laatste centen een schilderij", vertelde Jooris over die eerste confrontatie. "Hij nodigde me uit voor een bezoek aan zijn atelier, dat toen nog een groot verlaten lokaal van de dorpsschool was, te Machelen-aan-de-Leie. Kijkend naar de schilderijen hadden we er een lang gesprek. Het was alsof we elkaar al jaren kenden en begrepen. Nadien maakten we een lange wandeling door het dorp en dan de velden in. En plots wist ik het."

Ook met Jooris ging Raveel een samenwerkingsverband aan, net als Raoul De Keyser overigens. In het literaire tijdschriftYang verscheen vanaf eind jaren zestig geregeld werk van Raveel of De Keyser in combinatie met gedichten van Jooris. De vriendschap tussen Jooris en Raveel hield stand tot op het sterfbed van de laatste. Van 1999 tot april 2005 was Roland Jooris conservator van het Roger Raveelmuseum in Machelen.

Met Roland Jooris is de vriendschap er wel een van gelijken gebleven, zegt Katrien Jacobs. "In tegenstelling tot bij Claus is er bij hen ook een esthetische verwantschap en inhoudelijke coherentie. Het witte vlak dat zo typisch is voor het oeuvre van Raveel, lees je ook terug in de poëzie van Jooris."