Direct naar artikelinhoud

En toch en toch, blijven onderhandelen

Probeer het ego en de ambitie van Didier Reynders in te tomen en vertrouw de leiding van de dialoog toe aan de drie ministers-presidenten, met twee liberale ondervoorzitters

Jos Bouveroux stelt dat de politici niet anders kunnen

Jos Bouveroux is hoofdredacteur van de VRT- nieuwsdienst.@4 DROP 2 OPINIE:Premier Yves Leterme is uiteindelijk naar de koning gereden. Hij kon op die manier een pijnlijke confrontatie in het parlement vermijden, vooral tegenover zijn eigen politieke achterban. Na maandenlang geploeter en gewroet heeft zelfs de West-Vlaamse koppigheid Leterme niet kunnen redden. Trop is te veel, zou Vanden Boeynants zeggen. Leterme is het slachtoffer geworden van zijn eigen geradicaliseerde partij (en zijn kartel), maar ook van de complete Franstalige onwil om serieuze stappen te zetten in de staatshervorming. Waarom is het misgelopen?

Op de avond van 10 juni 2007 kon je voorspellen dat de tv-beelden van een zegevierende Leterme en De Wever met achter zich een hoop zwaaiende leeuwenvlaggen de Franstaligen de kast op zouden jagen. Toen even later bekend raakte dat Leterme niet minder dan 800.000 voorkeurstemmen behaalde, stak de klassieke Wetstraatjaloezie de kop op. Zowel bij zijn tegenstrevers als in zijn eigen partij...

Wie een electorale monsterscore behaalt, weet dat er onmiddellijk collega's klaar staan om stokken in de wielen te steken. Met name Didier Reynders zag zijn overwinning (de MR was groter dan de PS geworden) de mist in gaan. Hij kon naar het premierschap fluiten om de man van 800.000 te laten voorgaan. Reynders - met zijn meer dan ontwikkeld ego - zag zijn ambitie de grond in geboord. Samen met zijn kompaan Maingain (af en toe vriendelijk geholpen door sommige Franstalige media) heeft Reynders weinig of niets gedaan om het Leterme gemakkelijk te maken.

In tegenstelling tot vele analyses die met een beschuldigende vinger wijzen naar de N-VA ben ik geneigd een grote oorzaak te leggen bij een ongezien geradicaliseerde CD&V. Wie de oude CVP van pakweg Paul-Willem Segers en Gaston Eyskens nog gekend heeft, gelooft zijn ogen niet. De tocht door de woestijn onder Verhofstadt - acht jaar in de oppositie - heeft CD&V vreselijk pijn gedaan. Onder leiding van Stefaan De Clerck werd de oubollige CVP omgevormd tot CD&V, maar de poging om de partij te verruimen met de restanten van de Volksunie pakte toentertijd niet. Om een dubbele reden: de christendemocraten liepen er niet warm voor en de N-VA dacht het alléén te kunnen rooien.

Pas nadat Leterme de leiding van de partij in handen kreeg én hij de belofte maakte om zo snel mogelijk weer aan het beleid, aan de macht te kunnen deelnemen, vond hij - dankzij opiniepeilingen - de zwalpende N-VA bereid om een kartel te sluiten. Op die manier hoopten De Wever en Bourgeois boven de kiesdrempel te geraken én Leterme gokte erop dat het kartel zijn partij 'incontournable' zou maken. Intussen waren de CD&V-mandatarissen haast onopgemerkt steeds Vlaamsgezinder geworden. Onder paars besteeg niemand minder dan Herman Van Rompuy de Kamertribune om de breuk met de Franstalige christendemocraten aan te kondigen. Zodra Leterme de Vlaamse regering in handen kreeg, werd vanuit Vlaanderen met scherp geschoten op paars en het federale niveau.

Aan de top van CD&V werd na jaren oppositie de analyse gemaakt dat de partij dringend af moest van haar imago als 'onbetrouwbare' partner. Het was een van de hoofdredenen waarom paars tot stand was gekomen: eindelijk waren de anderen verlost van die draaikonten van CVP en PSC. De nieuwe top van CD&V nam zich voor om voortaan trouw te blijven aan een gegeven woord. Vandaar dat Jo Vandeurzen en Yves Leterme hebben gezworen om het Vlaamse kartel minstens tot na de verkiezingen van 2009 in elk geval in stand te houden. Wat de anderen (bijvoorbeeld de liberalen en de Franstaligen) in de afgelopen maanden ook geprobeerd hebben om het kartel uiteen te spelen: het was allemaal boter aan de galg. CD&V (ook en vooral Vlaams minister-president Kris Peeters) zal er alles aan doen om in kartel naar de Vlaamse kiezer te trekken.

We betalen nu de prijs voor de voorbije staatshervormingen, waarbij de numerieke Vlaamse parlementaire meerderheid in feite niets kan doen. Sinds de Grendelgrondwet van 1970 (van Gaston Eyskens) en de daaropvolgende stappen onder Martens en Dehaene zit onze grondwet vol met blokkeringsmechanismen allerhande, gaande van dubbele meerderheden via alarmbellen tot andere belangenconflicten. Met andere woorden: als de Franstaligen niet mee willen stappen in een 'grote' staatshervorming staan de Vlamingen vrijwel machteloos. We vergeten immers al te vlug dat vanaf de eerste staatshervorming van 1970 tot en met het Lambertmontakkoord van Verhofstadt het steeds de Walen en de Franstaligen waren die vragende partij waren. Ofwel vroegen ze meer economische bevoegdheden om hun zieltogende gewest impulsen te geven, ofwel hadden ze federaal geld nodig om hun boze onderwijskrachten en welzijnswerkers te betalen. Brussel was bovendien altijd een chronische patiënt, die bijkomende middelen nodig had om de facturen te betalen. Slechts één keer moest Jean-Luc Dehaene de Franstaligen de arm omwringen, toen hij in 1993 het Sint-Michielsakkoord nodig had om de rechtervleugel van zijn partij te kalmeren.

Om uit de crisis te geraken zullen we dus, volgens de bepalingen van de grondwet, niet anders kunnen dan opnieuw te onderhandelen. Bij een 'big bang' hebben enkel de radicalen en de populisten belang. Een grote staatshervorming is enkel mogelijk als beide partijen er voldoende voordelen in zien. Het laatste voorstel van Leterme was te ondoorzichtig en te hybride om te spreken van een echte 'dialoog van gemeenschap tot gemeenschap'. Probeer daarom het ego en de ambitie van Didier Reynders in te tomen en vertrouw de leiding van de dialoog toe aan de drie ministers-presidenten, met twee liberale ondervoorzitters. Er moet tevens een 'dead-line' geplaatst worden om oeverloos gepraat en gekakel te vermijden. Bijvoorbeeld: mei 2009? Dan kunnen de kiezers op 7 juni 2009 oordelen met kennis van zaken.

Nog één goede raad: deze crisis is mee veroorzaakt door Blackberry's, sms'jes en e-mails. Is het dat wat we beogen met de zo geroemde inspraak van de burger en het respect voor de kiezer of laten we ons allemaal - politici en media - opjutten en zot maken door hardschreeuwers, tafelspringers en tutti quanti?